ijli(rar|^|è eieren zijn gedachtig bruin met roode stippels aan het spitse
ig p s fl^ ê z e ^’oft 'is ‘niet sterk, de jongen zijn moeielijk groot te bren-
föèa;Vaderland: Noordelijk Indie.
pieren 'en dagen1’ |3ebfM^pe'jp^f|jÖ|HJf^eerst
ra|I^P^@8ra'9aite^Mp8to^^B prachtgewaad.',’M$n heeft vaif^'deiföy
Igoudfezant eei^ ^ ^ ^ S i : éënmd^MW1^ ^ ;^ ^ v a n ™ laatste z i™ |
^^^^Srtve^er6tt|l|^^^,3j^',’den laatstentijS hejeft i^n)ubok^Jp|sp^rden ? j
[gekweekt ‘kippen 'bastaardëmzi^ |
^^Kf®ANTHÖfe|iÖ|j|^; (Euplocomus) komen in levenswijze geheel met
PdiïiEdelfezantén Overeen, waarvan zij zich evenwel door zeer in *t oog
DE LADY AMHERST-FEZANT. (Phasianus, Thamalea Amherstiae) Plaat
XI fasan; j
Lady Amherst; E. Amherst’s Pheasant, overtreft zoo mogelijk den voor- |
raaffriffl eri^ m^p^^^iclit, en 'sierliikr^^^n* werd vooral^^^^iip,g^^^^pj |
van iding |
zamelingen. Het vaderland is China, vooral oostelijk Th ib et, Yunan,
Kupscho en Oost-Setschuan.
De HAAN is aan''
zwarte zoomen geteekend.
B e prachtige/ veerén.,'tiie,, |
y^^ ^^tvan •beftéflênrug
pW É BW ^ K iarlaken ^S^'??^^^^|en- WlL, ■^ ^ ^^^Ipwp'SStre-vA
p ÉM lp iB in u i y eM Het oog is
P iu ip e r^ ^ ^ p ^ k té ' wangstf^ ^ hlauwachtig’,, s^^pchclrt, 'en^ooteri/
^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ bedraast? .^^faVT. waaraan..
goudfezanfc
De Araherst-fezant is meer. gehard d a n I
p an If^^^^MJigh^den ^vgj^^RSfkfimaat zeer ^ffl^eerstan«®^m
^^^gewoneJ ^^n^ipden,j
-in- vorm, teekening,
zeer ^ l j j
' onver-1
te-|bekomen. . 3D^^^e^^^ardeiiJpf|^^^^^
pm ;^i^eist-fezantenJ
feyfln MStip i^ ll^ ^^d e raszuiveren bespeordt I
d e>M dm ë^ g § to J^ ^ ém ^ j
pëlèftiés. p^^um^den■ gelen '^^^^^ol^góhdfez^Lt |Ë||jme3|in en het
gemengde bloed verraden.-
, SO'EMMERINGS-FEZANT. of KOPERKLEURIGE FEZANT VAN JAPAN. (Phas.
Soemmeiingi) D. Sömmering-Fasan; F. Faisan de Soemmering ou F.
ciiivré du Japon; E. Soemmermg’s Phaesant werd ift 1&64 doorI
Reginal Russel ingevoerd. '
De h am iieéft' een prachtigen ‘ bronsglans, wangen rood met witte I
Balve, m a k^ ,’<3^ veeren*:vani'sfet;';b|)^^È^#m' lichter gezoomd, del
staartveeren met smalle zwarte, naar voren licht-gezponïde^dwarsbanden. I
De hen is bovenop roestbruin, dicht rlonkér gegolfd en zwaït gevlekt;
keel isabelMeurig, döor zwarte v l^ en ro^ zo p i^ , ^ojdeMeelen I
bleek isabelkleurig, met roestbruinenV%J^dC'gn'->z^^tbruin gevlekt, I
'staartvederen roodbruin met zwartbruine banden v„©or de witte spits. I
'Taderland: Japan, ’t Is- een wilde vogels maar sterk en gehard. Met
den gewonen fezant geeft/hij goede kruismgen.
WAIBIDIW’S FEZANP. (Phas. M Wallich’s Fasan; E. Faisan
^ de1 Wallach; E. Cheer Pheasant. De kop is veisierd met eene kuif van
hangende veerën. -Bovenkop grijs, keel .witachtig, hals, bovènrug, vleugels
en fl'len zwart en wit of geelachtig gestreept, achterdeel roestbruin,
stuit ro'estbrum met zwarte banden, staart bleek geelachtig bram
met^©i|ixinine, zwaït gevlekte dwarsstiepen. De HEN is dofier fan |
kenmerken onderscheiden. De staart overtreft in den regel de
in lengte, in enkele gevallen bedraagt hij het dubbele
lërvanh & t gëziêh^.'i| naakt en /van ‘huüdlappen van verschillenden
voorzien. Een der meestbekenden is;
/Geirmaeus, Phas. nycthemerus)
I Plaat XI vogel/42§§p^ Silberfasan; F . Faisan argenté; E, SlverPhea-
bekende schijnt veel later in
tdlh ‘ -de goudfezant, althans vermelden de
föiapii^yörschers 1 der zestiëlide' 'eeuw hem nog niet,A23jji' vaderland is
^ g : slechts in* weinige streken in *t wild wordt
P^ïgeti;ofÈh|^daSré^:ëgëii’^ #ordt £lip^ zoowel in zijn vaderland als in
Japan veelvuldig; ih' gevangenschap gehouden. Ook in Europa is hij
de Ofschoon zijn vleesch een
IBKra'gebr^^^Öpl^ëft/'€^|Éi|. sterk, en gehard is, meer dan eenige
Fan^e^ë^spbït', wordt jachtvogel gebruikt, omdat zijn
eene gemakkélijke buit voor allerlei roofge-
I 'dierte maakt;^Mhe süijdlustige onverdraagzame natuur het bijzamen-
^ële individuën onmogelijk maakt.
I Dê^ HAAN^hteeft ^Kden-achteikop eM^iange, dikke, glanzend zwarte
en het voöfste gedeelte van den boyenhals zijn wit het
I gëheele y^^^bpvdiilijf wit met smalle, zwarte zigzaglijnen overdwars
staalblauwen gloói, vleugels wit, zeer
I smal* overdwars zwart en met evenwijdig loopende breede
^geteekend; de staartvederen he^ p^ op wittten grond
tdie des te'^uzhtpt en duidelijker worden, hoe meer
zij den buitenkant nadererè; de naakte wangen zijn fraai scharlakenrood.
Oog lichtbruin, snavel blauwachtig wit,, pooten lakrood.
i j De hen is geel achtig bruin, fijn donker gegolfd, aan de onderdeden
bleeker; buitenste staartvederen met witte golfetrepen.
I De paring heeft ongeveer ^inae Maart plaats; De hoi legt van 8 tot
14 eieren, dié een geelachtige roódé kleur met witie stippeltjes hebben
en 2^ ds%èn bebroed Wordeu. Deze fezant plant zich in de volste
zeer goed voort maar het is raadzaam den haan na de paring van de
^fen- èfr te zonderen daar hij c.eze niet zelden vreeslijk toetakelt en
I dóódt, eene piideügd die vele fezanten aankleeft. Wat sterkte en
I gehardheid aangaat overtreft hij alle andere soorten. Met de Enplo-
Icomus-soorfem ge^ .h ij yiiichtbare bastaarden, ifièt/dè'andere fezant-
I soorten evenwel- on\rrtichtbére. -l-,
DE ZWARTRU6FEZANT. (Euplocomus, GaUophasïs melanotus) Z>.Schwarz-
rückenfesan • E . Euplöcome melanote; E . Black-backed Kaleege stamt
hét' bostelijk gedeelre van het Himalaya-gebeigte voort. Over het
vrijleven is weinig bekend ofschoon hij veelvuldig gevangen wordt en
geene zeldzaamheid in onze parken en volières is.
De HAAN is op de bovendeden schitterend blauwachlig zwart, de
kop 'is met eene korte kuif gesierd. Veeren aan den krop en de borst
lancetvönnig, witachtig grijs, aan de basis zwaïtachtig bram; veerai
van den buik zwartachtig bruin met witte schachtsirepen; het naakte
gezicht rood, oog bruin, snavel Hebt hoorngeel, pooten hoornzwart.
De h e n is donkerbruin, in *t roodbruin trekkende, met grijsachtig