D E B L A U W - G E L E A R A R A (Ps. araratma).
§ I M a a t x x . — v o g e l
Synoniemen. Pb. coeruleus: JVIacroeercus, Sittace, Ara ararauna: Ara brasiliensis.
Vreemde namen. Blaue gelbbrüstige Arara; gemeinor blaue Arara, Duitsch;
Deze Araxa is een der fraaiste onder .zijnésverwanten en tevens een
' der langst bekende, daar Kij^refds in i|;gg beschreven werE
Het geheele’ bovenlichaain, is fraai blauw, ^i^;v^rHpofdien
voorkop olijfgroen; de borstreek oranjegeel met zwarte strepen:,J
wangen en dooi- een zwarten baard'of zoom ontgeven:. Het
geheele* onderlijf, met' uitzondering der hfouwë onderste staart-
dekken, prachtig goudgeel.'Snavel zwart ^ fe g groenacKtig. w Sfj
pooten’ bminabfitig zwart met zwarte nagels.
Hij bewoont tropisch Amerika, nl. Honduras, BoKvie, Peru èn-Dra-
guay. Hét- nest wordt im:;iBoomholten gemaakt en bevat twee eieren.J
Het voedsel bestaat uitpalmnotefr, vruchten-én bezien. In de -gevangenschap
.voert men hem mét mais, hennipzaad, aardnoten en gekookte I
j | | § Men zegt‘dat deze 'vogels reeds mV( dè gevangenschap ;®)|cieS3
hebben, maar bijzonderheden daarovéf^jn^miiainiet ÈêkehE. ‘ f
. De meest bek^de ~Araras zijn : . • •.
H E sOLDATEN- QFÜROENE RÖ^libtHpÖFp^R^I^ miiiWis).
Gedachtig "groen met blauwaehtig achterhoofd, rood voorhoofd
; benedenrug, bovenste en onderste staartdekkén, slagpen- I
nen en handdekveeren blauw; staartveeren roodbruin met blauwe
spits , de buitenste staartveeren geheel blauw.
Vaderland ÏÜexibö|èÊi^ tropisbh Zuid^Aimerika.
DE GROOTE GEELVLEUGEL ARARA (Ps. maoao).
®*ood. Benedenrug, slagpehnérT en^p||è dekveeren, bpyenstéj
en onderste staartdekveeren blauw; groote armdekveeren en schouders
geel met groene zoomen, middelste staartveeren rooEpdè
daaropvolgende rood met blauwe spitsen., de buitenste geheel
- blauw.
Vaderland Mèxieo en het noordelijk gedeelte van Zuid-Amerika. .
fSjte GRÓOTÊ :^ 0Ê^%|M/ARARA.(B». c^roptó^)?kbmi in kleur met 1
den voorgaanden veel overeen; het rood is donkerder .en wat -bij den. J
Ara bleu, ararauna, Fransch; Blue and. Vellów Maccaw, Eftgélsch.
| vorigen geel bij. dezen gföéh. Ónder de naakte wangen bevinden
zich: eenige roode' veertjes., De béide middelste staartveeren hebben
plMi^e spitsen. •
Vaderland tropisch ZjiiEAmenka. V
- ;DE ROODRUG,ARARA (Ps. maracana).
Groen, de kop .groenachtig grijs; voorhoofd, één vlek op den
benedenrug en midden vaöT den bink licht scharlakenrood/staartveeren
roodbruin met; blauwe spitsen , onder olijtgeekchtig;
_ handslagpenneh en de dekveeren van deze^^^^^^^^
• :,J^aderlanE Brazilië.
WSE^M'^XI M1 LIAANSoWi^M^I^ J.HBLXuWfÉ-AR^^rPa. hyaointMnus) is S g
^fitste * de zeldzaamste en zeker welde fraaiste van>aMém Het;p|:M|^'
lichaam is^ p ra ^ t^ j l e '^|?ar^^aYel "zwart. Het vader-
| | l l is. Brazilië, waar Mj aan
voorkomt. Onder het bereik-der gewone liefhebbers valt hij wel niet,
want ;de vogel is'- niet Imeeii zeer zeldzaam in Europa, maar zelfs-BB
BB vaderland! Slechts'in de groote diergaarden treft men hem nu en
dan Ik héb |||||| slechts eenmaal, levend gezien en wel in den
Antwerpsehem tuin. ln ‘ het. museum aldaar bevindt zïéjk'een prachtig
opgevuld exemplaar. de indruk dien de lévende
vogel op de beschouwer' maakt/D^prijs 'is- zeer hoog en beloopt zeker
3. & 400 gulden per Stuk. . -
? l e f iafcemeeh is dézer vogete nog al .aapaenijk;, fommige
soorten kosten zoö ,, cgmidén én. daariusscheh la- ale;
prijzen. -Enkelen,, zooals den Geelvleugel, koopt] men soms. in de tavêns-
steden voor 20 A 30- gulden; in dên-Éandél evenwel j l l |É minder dan
vóór 30 & 50 gulden; de~ Groenvleugel doet 30 a 40, de Blauwgele
staat in prijs met deze beiden gelijk, t'èrwjp de ÏRoodhand Arara' (Ps.
sëvêrüs) 18 A ^5; giildën 4döè^^^
P L A N D S C H E V O G E L S .
De steeds toenemende liefhebberij, voor de buitenlandsche t vogels
moge bij! ;ëëh groot aantal: personen de overhand hebben genomen, ®
belangstelling in onze inlandsche vogels blijft niettemin bij den waren
, vogelliefhebber onverflauwd bestaan, ’t Is waar, zij zijn niet altijd even
• een groot gedieeïite: van het jaar zijn
de; handel en de verzending van de meeste, die 'tot de kamer-^emppï^
lièrevogels gerekend worden, verboden en de wet verbiedt gedurende
het geheéle jaar het vangen, verkoopen en verzenden van d!e edelste ópnder
pnze zangers, die tot de orde der inséktenetenden gerekend worden.
Ih de steden p ilm,verreweg--Me^'tmees't^m^^^ma^Mnatvogels"‘t''onb^
, treft men er
niet veel meer aan’ dan den leeuwerik ~ ■ dé' ‘nieprï en nu en dan dé
grauwe lijster. Voegen wij bijt deze vogels jfjjl enkele;meezen, zooals
het pimpeltje en de koolmees* en bij uitzondering hier en daar een
■ roodborstje én goudvink, dan hebben wij'ongeveer de geheele lijst van
de; inlaMsphê Vogels:,, die wij: in de ©ote steden in kooien, zelden
nog in volières aantreffen. Onze inlandsche vogels zijn dan ook veel
minder bekend Sai^p^buitenlandsché,i^|dhbetenrd maakt öhbemind.
De oorzaken,,, p®|®!eze seheve: verh©ndS@ii; leven geroepen,
gMMniet ver téjzdeken. inlandsche .vEgels^bestaat!
;er;"di^|;'-fpÉ.:us< ook’ ©i^onze tegenwoordig in kracht zijnde web op de»
jacht en, vogelbescherming wel nie$jno^KjkÖ erL" dan ziet men, mi
meMhd^^pMpè^Mngsfe-géódrlPh'M'- is^^êenige weinige-; zaadètende vogels
||p||$de Ópênbare markten, maar i^^^^^^^èlkêS'd^^Mie rondtrek-
kende handelaars veil worden geboden, zien er zoo onooglijk uit, dat
men §^Arl0k wéinig; Itast gevóelt ze te koopen. Nu is -hlt iwel waar dat
de wet op ie? vogelbescherming dagelijks- en onder den* neus der politie
-'dat!het niet moeiehjk zou5:lvall^^^h>;goëde^' in^
landsche vogels aan te schaffen, maar de buitenlandsche vogels zijn nu
-eenmaal in trek en steeds zondér. veel moeite, te. bekomen en daar blijft'
^ « d B
Op het platteland en in de kléinere steden, waar men meer in de
gelegenheid is de vogels in hun vroolijk leven iiKvMgsch en veld gade 1
sfaiaiEi;, tref^.Me^éw^^k *üpg bègéfesterde liefhebbers vpor
vogels, aan, en kundige, ‘scherpzinnige waarnemers van hun leven en
gewoonten. I .
onze inlandsche vogels behoeven niet bij de buitenland-
jschei ten achter te staan. Wel farefféa-• ekniet de schitterende kleuren,
zoo aM ^ fl^ ^p ip é tropenbewoners zien, maar wie zal aan ónze.vogels
schoonheid en sierlijkheid duiwén^^^^gj^nM©^®'' siërlijke putter , de
|l^^ ^M ^^ ^ ^ S^^ ffig § im eè zen ,. de dwergachtige goudhaantjes, de
^ ^ ^ ^ ^S^^pdauwierén. Rechten, Vkamscïie gaai.en tal van andere
MMges^dp een fraai er^s^EXT^^edefklëe.d i feo'ge&lëfr* onze inlandsche
P ^ ^ ^ B ^ ^ ^ I l ^ ^ r ^nëstvogel pf zijdestaart kunnen^ih.Vkïetfrën-;
; de|gMecfedé. ,beWoners^'\gn, ,de> (keefkiingslanden wedijveren.
• hebb'ëh|iMwM ^ ^ ^ ^ ^ d ^ ^ ik^Taakh'p.paafHhpi d mpt den Jako of
dé * vergelijking kunnen doorstaan; maar hebben
wij in onz^M^^eu^^iP^^ ^ Mf^ff^^leMW^elrdie zeer gemakkelijk
^^^ n^^ ^ M ëdies ■ zingen en deuntjes .'fluiten! En de katiw|^ d^ ekster,
de raaf en^mëefó anderejj l^ ^^^k^mmeBpp ^ en gemakkelijk spre-
^ ^ » t e ^ w ^ M i h é b ’ meeste gehot geeft, 'Vat óns' d ë ’^ógfis zoo Kef
? doeb/hèBj)^) verreweg de
de Amerikaansche spotlijster is eeü>neerlgÊ^
'^zanger; de' Japansche n a c h t e g a a l V etscMllende
kardinalerraiÉ'@mm^Bill^^^^^^|^ ^ P ^ ^j%^ grijze zanger, hebben
gèzang maar wat zijn zij in* vergèKjking nfèföWzèn-napIité1
gaal en zijn n a a s te i^ ^ ^ ^ g^ fe^ j^^^^^^^piacht^a^ of Sprosser,
léeüwerikken-. vinken, kneutjes
en: lieve zangers, ^iè^öiize velden en bosschën'.^^^^^^é^èn
al dat genot kunnen
wij voor een weinig gelds hebben. Terwijl men '£ö gulden
kan mén een nachtegaal voor
pe^tiend^gë^M^^^^jffej som bekomen. En dan zijn zij waarlijk
‘®ifenjafr(mHé'.'vpgpjs^
verlangen niet anders dan een hun passend voedsel, een zindelijk verblijf
en die kleine voorzorgen tegen! ziëKtêporzakén,'’ zooals bedorven
t ‘Mogen ^ ^ ^ ^ ^ 'Mamdscné? vogels meer waardeering vinden en beter
bekend- worden, dan tot nu toe het gevaï - i^ ^ I
^ .^i|SsmiKenKO^TOgp^Ld^^ ^ ^ p i^ ^^^voIièren kunnen gehouden
.word^^i. in^t^'èe^gröpte, ^grö|]gén: de' Insektenetende en| de ^aaxletende
:'yögelè^.{’
A:
DE I N S E K T E N E T E N D E VO GE L S .
ü Aan de-' insektenetende vogels komt zeker-wel de eerste plaats- tp:e,
omdat wij onder dezen onzê' beste zangers aantreffeh. Wat wij in onze
:eerst^afdeeip^El|^^^- buitenlandsche insekten- of weekvoederetende
vogels gezegd hebben over de inrichting en grootte,, der kooien, o v^
"voeding) jyê^ór^hg ' enz. is in alle opzichten ook.-vap? toepassing op de
inheemsche vogels yan^deze1 orde. Voor de fijnereen teerdere sporten
blijven, vooral bij pas gevangen vp'gëls, miereneieren én .meeVormen
p^ljaange^ezen voedsel, waaraan men dan wormen, rupsen,
vliegen«,v spitóeMraz^^^^^^^^èn.C A-llèngs gewent men ze aan eaiig
|K s b ^ tigo Vdédeni waartoe.-Veh het bés,tj Eeb,! Universaal ivoedef van
! Gapélle geschikt is, dat men naar gelangde y^g^^OTt^^diemén heeft,
prasmURnliftn enz. kan méneer wat
meer miereneieren dopr doen. Voor Kjsters, meeris? en; daarmede gelijkstaande
vogels geeftilmen wfa& 'mpêDyhenpipzaad, uitgeperst geweekt