gezporad e^th het midden zwak'gesUeept, staalt zwart; sikkel vederen
.& i 'glanzend; .schenkels en'©aderdeelen zwart. ^^flere kleurnuancen
worden toegelaten. Zoo mogen de halssierveeren licht oranje-, rug en
schouders zuiver karmijnrood zijn, maar de standaardkleur zal steeds >
de voorrang behouden.
III. Geel vechthoen met > eendevleugels. Beidgf geslachten:
kop, gezicht enz. prachtig schailakenrood; ©ogen %ktrq©d;. pooten
ölijigxoeu^f^l^ordt toegelaten, maai is minder'goed).
. Waan: halsveeren licKÊ-s1m©g;eej! ©£ geelkéhtig"wit; rug, schouders
en schouderboog glinsterend1 koperbrum; vleugeldekveeien glinsterend
tweede orde wit aan "de buiten-, zwart aan de foiimenvla^ en aan het
einde, zoodat de gesloten vleugel zich wit voordoet met een zwarten
’bovensten rahdfslagpennén van de eerste orde zwart, aan de buiteng
ing!
geel als de halsveeren; schouderrand, borst en onderdeden diepzwart,
evenzoo de staart, waarvan de sikkel veeren zeer glanzend zijn.
Hen: kop
zalmkleurig, in reebruin verloopende en naar onder in aschgrauw overgaande;
rug, vleugels, zijden en zadel zilvergrijs, met smalle, gegolfde,
pmMr m>f tp duidelijke teekeniug zOnjier zichtbai e
witte vederschachten en geheel vrij van roode of bruine tinten; staart
rdonkesg-rijs, ^.bijna zwart.
IY Zilvergrijs vechthoen met eendevleugels. lMj4?ei3te ges|adb-_|
- ' * Ha an: kop^ "en halsveeren zily!|r>\yit, zondër stroogele nuance of
donkere strepen; rug-, schouder- en schouderboogveeren zilverwit;
schouderrand blauwachtig zwart; vleugeldekveeren (vleugelband) prachtig
®pi|LW- kleiue slagpennen aan de Jm|e^vlag zuiver wit„aaii &e,jp2|njgg I
vlag zwart, elke veer aan de spits mét
' ieér I
!l eyéials/de -Halsveeren; borst diep blauwzwart; alle ondjsrdeelen^eneyens I
iéjstaart zwart, de sïfckëlveeren met fraaien^glans.
V Hen: halsveeren zilyërwft, zwaar zwart gestreept; borstveel en grijs- I
gfêphtig zwart lltjjjfih'zwaït, rondom met^^ail!'Wi,t gezoomd en met - witte, |
XiriatBare schachten •/< het overige gevederte^^sachtig zwaït, u3pjjee r : g
' zwak 'grij zè‘ '>Öf, vuilwitte ^randen en eenigsziffs^^^ ^ ^^^achten, wat
• 'aap het geheel een donker, somber grijs iaanzien geeft; ,staa^dopk^grijs jj
kam enz. ..bilVib'eide .
H a a n^ftK^Rveer^^oranjerood^^^Mst^iér,d,odt?-'?zoiidèg^^^Q^ m ^ ^ I
j^ ^ ^ ^ ^ ^aa^la^M^^^^^-kastauiéróód, *{M^#M^déWen ’ 1
enfsclfêudeïb^ogj^^étlmoldt evenwel voorgetrokken; « | |g e l^ k en \
(of '•-bandeia»y witi rand, tweede slagpennen mé't
veer spits met.
•'^OTst- -i-wit'' ,S^^^^^pf&^MÉlJ^akg>ka^tanje^fnmygfezobmd^^||P
.wit* enj^ ^ p^d^^^^jk~ ^ )% a n
H e n ~ halfgeër^^BéKC kastanjebruin,:. mem een. wéinig; wit in het-
M B j l S rier vèeien; borst aan het bovengedeelte kastanjebruin j aan de
: derte wit
fsfaiït wid.^ij&^whaan’; wordt eene fijne marmenng, zoo/déze zeei regelmatig
is, töegelaten en zelfs als eënè^ijzondere schoonheid beschouwd.
VI. WÏ-TBÖN.T vechthoen.', Deze kleurslag is van de Ameiikanen
afkomstig en volgens hun standaard moeten dieren, van'deze" soort de
volgende' kleuren vertoonen: gezicht en kam fraèi-Ichtrood; 'Ipe^Kei^ ^
. Haa.-n: halssierveeren wit, zeer zwak ïichtmod geteekend; vleugeldekveeren
fraai lichtrood ot oranjerood en portwijnkleur gecombineerd
(volgens de opgave -yan Wrigbt) ; het overige gevedfeite zuivel wit.
H e tv: l e i
VII. Wit vechthoen. Bij beide geslachten gezicht en kam schitterend
scharlakenrood, oogen lichtrood; been en geel of wit, de klem
van hel: ^gevederte overal s c h i f t e n d wit; de kleur van den snavel moet
met die oveieenkomen.
VIII. Zwart vechthoen. Kop, gezicht, kam bij. beide geslachten
koraalrood; oogen zwart, donkerbruin of rood; snavel zwart of donker
höörnkleurig ; been en . 'ip^ér§il/ ■
glanzend zwaït, vigjl^an g o u d e n g r i j s a c b t i g e vedeien. _ Het ■
\köjerklëiirige
IX . Gevlekt vechthoen. Bij beide geslachten zijn kop, gelaat
^én.zLJraai^êl^r¥©d; beenen geel, olijfkleurig ©f zwaït ;s het gevederte
mag .zwart, r^J.'',^Iau^,-'öf chamoisldeurig z jjn«■ met wit, gesprenkeld,
^ ^ lp ^ k | liig e E L ’zp:a gei^kma;t;i|'M^ilii(> d é 'i^ p t aaaogt evenwel zwart
r£en
X ^ K oek©MspÊ'RWèr of dominiquê ,vÊ'CH;rHé;EN. Bij beide- geslachten
blauwgrijs Jgi. lei grauw" gesprenkeld of'sëjaal g elan d , zooals bij de
Bij de hanengêveGhten werden a a n ^ ^ |d ^ é ]a niet alleen sommige
veeren, maai" ©Qk'.'d^’ kam,, keel- en oorlellen-afgesnedep, opdast de
tegenpartij zoo weinig mogelijk gelegenheid tot vastpakken zou hebben,
en ^^®f^^wéekérs
v echtho enders'vó o^J^ tentoOnstelljagên-van kam, keel- en ©pF^ilén
beroofd t ó d e n . Deze e i s e h ^ ^ ^ ^ r tegenstand b i j^ | | r e liefhebbers
W0ÊÊÊÈÈÊÈÈ SSMjden misvormde karamèn verwg'd’erd^woideB, zoodat;
dieren l^ ^ ^ h d "w o rd e n , die hét ë i^ p h j f e v e r d i e n e n ©eMVOor-
standers van het -afsnijden - %enden hiert'egen ;aan, dat vechlha>nei>"niu
^énmaSi niet met - kammen mogen rondloópen. Het vefehtiras, zoo
redeneeren—d eze, is geen1 notlighéidsras, maar aheen ƒ/<?>?/-ras, waarronder
-men die rassen verstaat, g a a l leen om zekere bijzonderheden
en
en tentoongesteld worden, ,alsofP;zig. het stngdjperk waren gereed
en^ | § 8
denkbaar. Ergo moeteri^dé vechthanen o p ^ e itent©o^^]jtógeniz©ndei
kam
sedert^eene )lange repks van jar^^L_^de',mode ^zig^ en waar zij nooit
géha^l^omt
>:^ b r en zohden wij ?op'/deV^^^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ gD vAgaarne fe^gschoriaèhj
u]h^^föOT^oetetf^lsVi^^j^të^dièrenA^^
r ■ H et kweeken van fraaie^yéch'fchóénders vraagt zorg4en''öpMtendhéid,
en sterke^vogmÉ e bekomen. Om* loo^êmoepdersI
met zwarte bpfSt :$e kwêêfcen moet men ee®, feaan nemen met donker
.©ranferidf^ Óaa|syëëïên;;,, een ;dlff; luwêelaGhiigén. fiug‘ olijfgroene
pooten. Roode ©ogen zijn gebiedend noodzakelijk; 'h©e rooder, hoe ^
.beter. Daaremftegeh geven te donkere haisveeïe© ?. ♦ l i j t e ia n den
Èiig, g elijk -21^1% te donkere kuikens. hen — men mag er^jniet meer
dan v ijf bij een haan geven — moet helder en .duidelijk gestreepte,
licht t gouden halsveeren , '■ een zalmkleurige borst en goudbruinen rug
hebben; de vleugelsj moeten dicht aangesloten en van
grootte z i j^ p i geheel vrij van stippels of penseelteekening. De pooten
en oègèn moeten aan die van den haan g,eli|k n ., Peze vaiiteit móet
nooit om I e kleur met andere soorten gekruist worden. Om rijke
■ kleuren te , bekomen moet «men alleen 'ondeé^de. zwart-roode kiezen.
‘men kruisen, dan moet men een' ■ ,r©®d%üihëh, ■ rijkgekléurden ^
bonten .haan bij eendenvleugel laenneé- brengen. Om roode met bruine
kweeken, die fraai van kleur zijn en op eene tentoonstelling
een goed' figuur maken, döet*men wel, verschillende goe'd gebroede
hanen elk afzonderlijk bij, eene hen tè plaatsen. De oogen moeten
.donkerbruin en het gelaat purperkleurig zijn; de borst zij fraai r o o ^
jbjrnn, de beenen moeten bij alle broedvogels donker olijfgroen /of
bronskleurig zf>M|lDe hennen moeten zeer donker of zwartbruin zijn£;
anders worden de jongen te liehfè; ,
Om fraaie eendenvleugel-hennen te kweeken moet men goed ontwik -
kelde,, sterke, liehte, z^vart-roode hanen e s fraai gekleurde eendvleugel-
hennen nemen j beenen eü oogen moeten bij beiden goed overeenkomen.
Om fraaie hennen te bekomen i neme men een zilvergrijzen eendvleugel-
jjKaa-T^l^t^wittft^^lsv^ren^emzwart^TOon^^^TOeny^ ^
H B ^ i^ ^ h t h ^ P B f f l i p f e !w W B gm Pfraa3s^sékweekt|6^fiH^ ^ ^ ^ S
S i l r o a d e , -ha^^^^^bont^hémaen: v (Fraaie hennen kweekf-^i ^ ^uitl
bonte hanen, gepaard met hennen, voortkomende van een bonten haan
^ p B^^^^^l^hehnen. Deze gekndsde hennen bij een zwart-rooden
haan^gebraoht, zullen,' zeer fraaie jonge hanen vóórtbrengen,
y?; I^tte fep^^jzw^éi^, -^ïdhihén;/aljle®^1 gebroed worden uit ouders van
,dezelfde .Meinen. ' k \
;?5|f%Nir|iN'' i|an afkeuring.
^^^^^gkvbiShd. ^ l i ï r t i t f k k . . . > ... . 10 punten
^ t S ^ S Ê 118^ I . ! ^ 7 1 -n .
éxtgespreide staart.................... ..... . 8 „
^jï/, H H H v» 'R „\xo IM
. -ï, . . . • . . , 12 ,,
kleur van oogérfev. ’ '.,V. 8 „
Andere^ fouten in de kleur . . . . . R M IH B B W B B r a lH iB iH
22 »
'»l •' 5 -• > I2 »
hardh^tMfhiijhét aanvatten!. , 12 ,,
./' ^I1unsten vkN ujTStuiTiNG : ■ Kromme'rug, kromme borst, eende-
ipodt|)ï4|pbte^raa§eyen , é ^ d fc ln^^iki6én, staan), en andere
P^^M^'kehteekenen vyan misvorming of zwakte. Ongelijke kleur van
mootl^^M^^^pen^^n£^Wd^|ld<OTil^Ahderë dan enkele kam. Bedrie-
rglljke ^handelingen, om de .dieren 1 anders te, 4 0 ^ voorkomen 'dan
B l i
In;, sommige stfgkonLy^^^s^lanSm^tt^^Siog, eeh--tinjzo4der slag
van -welke ',de hanen juist de veeren der Kennen
kippen gelijk is. r De
JEngelschem hoemen ^ze henny-game ;., hennenstaartp
o^^^^^^^ëh^oëmen: ' Of deze slag ooit op onze tentoonstellingen
la^pfMóÉ^^^l^piKeM^J^^^^kwéekërs ze bezitten, zd^^ip^ngm durven
P P ^ ^ w i
HE T B E L G I S C H E V E CHTH OE N.
^ reemdb namen. ^Wl^gplsnh. • —<^iP^i^^^^^oombat’tdn *^o^'^rap^d^lBrifg|ëaMFransch; , Belgisch© Kämpfer oder
’ ' Sfcelzhuhn, Diiitsch. \
Het Belgische vechthoen,- dat vooral in het n<^tuén^an- fran k r ijk , I
in West-Vlaanderen en in enkele andere Belgische provinciën wordt |
aangetroffen, l ^ p zeer ' veel van het Engelsche vèchtiioen, waardoor
het allengs verdrongen wiord-t: Het heeft hetzelfde gevederte, hetzelfde |
|nitèrUj^^é^wM%éwade karaktertrekken, va© dal laatste. 1 ^ Hét is échter
zeer hoog op de pooten en nadert in dit opzicht meer tot de Maleiers. I
'De heer L a Berre de geeft in zijne Monografihie s d g s } è 4 ^ ïM M
'Mptiïes de^pl^end^k^inèrkèn aan:
1 De haan heeft een zwareii',kop, een korten, maar sterken, gebogen
.snavel van eene- ,d!i^Êëre hoornkleur; het toog oranjekleurig, den blik I
TOel & .de.-tkam is zeer klein en zwartachtig,j maar wordt gewoonlijk,
evenals kin- en oorlellen, afgesneden; romp zwaar, kegel vormig, goedl
gebouwd,.:(breed naar voren en smal naar achter en, evenals bij den
Maleier-haan, naar achter hellend; schouders uitstekende; vleugels lang; I
rug breed; het gevederte dicht en tegen hetdichaam gedrukt; hals lang,
Ö | De Vogelwereld, II.
hals gedrukt; pooten
V.wa^fe^^S^^^ffg4^^^mi.-3gëspiérd en rfö tj^ e^ h^ ^ p c^ r^ èw a -
pend; de kleur der pooten is donkergrijs; de teenen zijn lang en goed
^ ^ ^ ^ ^ ^ W ^ ^ ^ ^ oM ^ v an |; veeren, ‘;-vo^^^m^a,bi|öa horizontaal
„v'ge^rsigpn:’;.]; r
<ê^4,®e hen heeft fohdér^^^mldahjdie van den haan, maar,zij heeft,
‘,y.waarl?ilh^m^'.Mal£i^^mkke.' lange beenen rust;
Xkam'^zeèr wéinig ^keellappen ;f.de Meéi;,:;y^i kam;,
kee;ll!app:en èn wangen zwartachtig. g
^&De 'meest ^^^ro^^^$Meumlagè4 blauw, leigrijs,
l^^^^^vit en gesp'erwèrd. zwarte m'e^pöüi^^^^^hang^ënfffl^
■> kleuren ,vfvaamaar men bij dit ras bijzónder'
gezocht aJsM^iefièi van beiderlei
geheele ^^mm- gelijkvormig gekleurd zijn; -maar
| ^ j h a n e n e n vleugelveeren,
k\