Zevèhbürgeh + hoenders
?; Ä 'P ^ -
tegenwoordige naakthals-hoenders waren; in den '.ib'ë^M'^.. schenen, zij
evenwel - niet, die regelmatigheid in de vedervorming om -feh hals. te
hebben , daar lij dikwijls als geplukt en aan den hals met vedeistoppels
zonder veeren bedekt schenen te zijn en soms./dok; .enkel met naakte'
keel en bovenborst.
/ '^Terwijl' ik--hier het Zevenberger naakthals-hoen of, zoo als men het
|S§ op zijn Hongaarsch noemt: Puka truk '(kalkoen-lan'dhoen), als
een natuurlijk kruian'g^rqfekt vgn 'lan'd'hanen met kaltkoenhfenneh, doe
voorkomen, z(fJS?oet natuurlijk deze bastaard in meerdere punten ook
l^me^^edvCTmWgmg^bemiz^^^^^^^j^it-'tggeda^;i?heeft'^^ ^ ik^
trachten aan te toonen.
33e eerste naakthals-hoenders — eendge hanen en hennen — vertoon-
den' l l 3 zeer *n ’t oogloopend, zoowel in grootte als in de kleur van
map. gestallte, van' ©nzè
gewone'landhoenfers verschillend. -Als geheel eclife^ëseh,0ïiw “ik slechts
I p lll welke de volgende kenmerken dragen: Een volwassen naakthals-
haan mélfö^^Ker^ vde 'grootte van een'jklginëhkalkoen hébben;
krachtige Aëerulapg ,gestré|jL |É#®s
Denkt men zich b.v. den kop zonder-.kam^ een iM t ®
B S geheel, of gew©oM»jjiM'Ü voorste Wlft van het lichaam, f e gioot-ste
overeenkomst-toet eene kalkoenhen.. Het lang gestrekte ldchaam-WorÉt
zelden met den hals in een rechten hoek gedragen, het vertoont veel
meer een scheef vM?,, waarvan' S o n o rst,, feafsr en staart niet ^|ye^|
afwijken. De beweging van het lichaam, vooral van den hals en de
pooten, g^j^t wederom het meest op die van de kalkoenhen. De
f i& i i tÄ e ;gr@bïch^ ÄMsen j j |
en deze een limgen, zacht gebogen snavel. De staart heeft lange
!plhabhtv.ëeren, waarop steeds grootei woidende sikkelveeaem staanT De
sikkelveeren worden zelden hpog gedragen.”
hanen met kalkoenhennen
voortkomen is eene vraag, die ik niet waag te beantwoorden;
van zulk eene^k^sing heb ik nooit gehoord, raoel< gelezen.
De naakthalzen komen in verschillende kleurslagen voor, zoo als
zwarte, witte, patrijskleurige, geelbruine, bonte en koekoeksveeren.
De zwarte en witte zijn evcnwel^^jmeest gewild'. Vei der-treft m£Ek
hanen aan met enkelvondigen kam en p Ä m e t rozenkam, ;^r#djü. s©ms
■ nog lëghe kleine" kuif denkopfverriMh:.
In- Duitsch'land wordt dit hoen meer en meer gezocht, daar men
§1111 als zeer productief De naakte hals is echter een W'©^4'
bezwaar
S ü RIN GER B A U_S BÄCK
In ons hoofdstuk over den Hollandschen uilebaard hebben wij reëds
terloops- zijn D uitschep. verwante vermeld; wij zullen dezen hreï^w'at
nader beschrijven.
dat in het stadje IKllla- in Thüringen de eerste hoenders i
yan dit ras ontstaan zijn, althans worden zij jdaaj?-sedert vele geslachten
gekweekt, en; daar ook alleen zijn de zuivere stammen, hoewel niet talrijk,
Volgens een bericht uit 'den „Geflügelhof” zijn er nog ruim
twintig geheel zuivere stammen voorhafidenr In-den laatsten tijd komt
weer * meer tot zijn recht en begint ,het weer mëèr p# ^ gd ;
te gorden. Een der voornaamste kweekers van dit ras in zuivere,
lllflfe exemplaren in gemeld stadje 'is de heer -Albert Erk.
van Aoiiive^^n^j^ s eischt men den volgenden
S T A N D A A R D V A i B m U N T E H D 'H BID.
HAAN.
ifK.'Ép^ ^ g n -verhouding klein, schedel rónd* H I
snavel sterk, een weinig gebogen, lichter of
donkerder horeiïkleurig, naar gelang de kleur van het gevederte.
kam — öiét. al të groot, enk'el^|Mg , rechtstaande, regelmatig fijn
- getand, maar niet te diep.
-QOG — helder en vurig met roodbruinen
oorlellen — roodachtig wit, klein en door ;dehp|paar'd bedekt. - V
KiNLELLEN — klein en bijna niet zichtbaar.
baard — vol en rond., aan de wangen een bakkebaard vormende," de
kmlellen verbergende.
hals -— kort en gedrongenlicht#lb^g|m|-sterk met sierveerenbeklëed'.'
. maar metlllgr vooruitstekend.
. Wëm kort en breed ën door dén zadel een sierlijken boog vormende.
VLEUGELS ^ ; : ;
STAART — sterk bevederd, goed van sikkelveeren voorzien.
schenkels. — . kort, maar zonder gierenhielen. .
booten — van gemiddelde lehgte, tamelijk sterk en leikleurig, lichter-
of donkerder-naar ^gelang de hoofdkleur van feëtdSer.
teénen — van middelmatige lengte, dun, gped uitgespreid, onbevederd.
sporen — vrij sterk en zeerJs&heiffc
houding — fier, uitdagend en vastberadenheid ^ripmÉfende. :
’ QKWfr.HT volwassen hanen vam|^||ji tot 3 kg.; l ^ f e l
tot 2’/2 kg. ■
De h e n komt in alle opzichten met den.haan overeen, behoudens
(iV^kenmerkenfeS^e^^Mhigepko^pjpênV ~
“ E conomische waarde. 8 v r ije n ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^W ie hoenders zeer
voordelig. De hennen ;legg^|^^^^^^^^^Mêren / 'die zeer goed
van smaak zijn.^ Ëfet vieesch is blank'eh malsch. De /dieren p jn zeer
_'sterk en gehard -;gn|»d^uikëhs groeien vlug'dp^en vragen weinig zorg.
voedsel efi:. k0s£ -\8 til|fe
uitloop, ^ i^ g ;aaif onderhoud. •
De kleurslagen z ijn‘vrij -$ ip|S Men heeft: amgfes, witte, ,zwart-wit
gestreept, rood, lÉ^STen z ilver^^^^Rd, fcoekoeksveeren en gele,
Bovendien komen nog voor ^zoogenaamde moorkoppen, • met zwarten
'hop, zwarten'staart en het overige gevederte koekoeksveer.
• ^Qófe hanen* n&lf^arte borst en zwarten baard worden zeer gezocht.
De zwarte,; witbpnte en roodbonte;|hanfen hébben een zwarten
baard r- bn^^e andere 'kléurslageh 'heeffi-^d^^^fe'de klenr van het
I hoofdgevederte.