i f e l f f i ju . 1
z* j r*
W ^ ^ m i S o w IïiI B b S m*
gE1 ze vogeItJes wil houdm moet trachten des winters vliegen in voorraad
te hebben. Moeielijk is ii’r f f l f f l |
^-g^ S 'i iV f 1" ,p
j j H H M
^ 1 ■ B B g S S
in de warme kamer. Weldra komen de jonge vliegen uit, die nu, als
$* *H ET WIN T E R KO NIN K J E (Troglodytes e-uropaouB). Plaat XXIII. Vogel
J jt { i Y i "
Het winterkoninkje is Standvogel, d. w. z. dat het de eenmaal verkozen
verblijfplaats niet of zeer weinig verlaat. Het leeft zeer verborgen
alle goed verborgen plaatsen waar veel water is. In lommerrijke tuinen
ontbreekt het zelden, slechts open vlakten, zoowel als de toppen der
M j j i a i g l f a s g K j j & r a ^
BpK f?'f .1 i'jSMLiiiT ^ ^ P m ^ n i i t k
jVaj
l'„v |i='|
kle § 1 i donkerbruin, het onderlijf iet ]n liter', borst en midden
van den buik bruinachtig wit, met onduidelijke vaal'bruine
sohachtstreep S‘ « d ik i met .witte vlek
' :^ ' 'S ™ ï ev v < ^ . ^ en«-'te staartdekken donkerder dan
■ i):f' ^e ruS en eer ^ ^KVa ’î'/ÿÇ^îfc^Ç^^ï'^iêt negen zwarte dwars*
B S l ' f t ’ t ? ? B *r ^ 9 ,e> ‘ y I n^ettW zafythtnrl«!,, Oog,
verspreid tot aan dan
poolcirkel toe; verder over ge natigd L'tÏT'
In ons -iSn iin \ !_ j *“ * "' '. f 'j * ' & e evenwel
niet veel van elkander veschillen.
cï?i8*atu®) ^Sgoudsbloem, St. Maar*
tensvogeltje en bij Haarlem berg- en sparresijsje genoemd. Synoniemen.
yMi>\. Safranköp
figes Goldhähnchen, Duits ch-, Roitelet huppé, Roitelet, Frans, \ , Gol-
den-crested Wren, Engelsch\ Kongsfegél, Zweedsch’, Fiorancino, lia-
liaansch.
Het bovenlijf is geelachtig groen, het onderlijf lichtgrijs, over het
||p|jP|P v‘l'‘
■ n ] < h keêlf
-ly^in\Ærij -7wm,',met
twee lichte dwarsstrepen en « ht^lnetren-.
bruinachtig donkergrijs, olijfgroen gezoomd. Het wijfje is iets matter
i- HET VUURGOUDHAANTJE (Heguius ig:iii»W* Plaat XXIII. — W Ê ,
gel 131. Synoniemen. Regulus pyrocephalns. Vrei ■ ide namen, H R 9
BlaiS^Ssn'
K i rte streep. Beide soorten komen in ons land in sparreb « a i oor
^r/oiig
is zacht maar lief. Het nest, dat kogelvormig is, wordt bij voorkeur
in naaldhout gebouwd, hangt vrij tusschen twee V-k n en" jetft ,
nest van het vuurgoudhaantje is meer buidelvormig en de eitjes zijn
wit> met *11 '
Of het vuurgoudhaantje bij ons broedt, is zeer twijfelachtig. Schlegel
D E K W I K S T A A R T E N (MotaoiUa).
I ^ M ^ ^ i a r t ? ^Cli a g n “u i r ' i a jor®
dat zijn naam aan ^'^fejaenaai'ln^ |upwO J g l^ a ^ p
1 art ontleent- I I *Snt “ h^ anr'l~^5 Bêtfi°<.i'j.. ëfe 1
1 n * 1 4 a *wS 1b j 4'‘ / J .ii>1, B «=' A j9
'“pp °mw ^ i li ^ ‘sl'-^ t
om'nefflj ‘ n^elcn jMetyiieol -m
men 70 KnaJl^.'i^âifâj^tgujjèpj^4 'l ^ ‘W^ a iP 1'fl't|'äi|iige*KiiB^^^S
sh*n zij' ° ^K^FabIsI
;-lT e e l g O o a a V v ö ^ ^ ^ f
De Vogelwereld, I.
terwijl de groote gele kwikstaart weinig en de rouwkwiksta irtf's'oehb
bij uitzondering bij ons wordt aangetroffen.
S 19 XYlll. ‘—| ^ ^ j ^ . jr
lugge vogel,
H b H H