D È D U I T S C HE H O E N D E K R A S S E N .
Duitschland bezit, evenals alle andere landen, eenige hoëndéqa&aiv'
diediet bijzonder eigenTzijn en die, onder de algemeene benaming van
landliofenders .eene grobte ^yenscheidènheid ?"van^yermëp' en kleuren
aanbieden. H e t’is een, opmerkelijk verschijfisel^-dat men in q^ ï mfCGnp
boekwerken- over - hoenderteelt zoo -weinig over die landrassen vermeld
v^d&fyfDe zucht "naar vreemde rassen heeft die landhoenders, i geheel-
onverdiend, 'op den achtergrond'geschQvffl^^^^ipamenlfcQljaer een
algemeen overzicht van te bekomen, talrijke nasporingen. in delvelp
vakbladen moet doen. Ik zal trachten eenige der meest
bekende rassen zoo nauwkeurig mogelijk te bèschrijven.
DE RA ME P P (Q |jW ^ l^ y . E^D gER
PLAAT IX — YOGKEL 3U —
’^Hé t Ramelsloher-hoen schijnt hoöfdzakëlïj3r~in de » ^ ^ ^ n d ë r^ t^
het Hambürgsche staatsgebied behoorende, tehuis te zijn. De naam
„Vierlander-hoen” wordt ©dS^jwel aan de Pel gegeven, maar ten_
Over de afstamming van dit hoen; löopen de meeningen
uiteen. Sommigen’ zien er eene kruising in van Cochin-china’s met
een of ander landtéïs X' J^^|^ftó.tógar' er eene afstamming in wil zien
van de Spaansche hoenders, r Völschau bestrijdt beide meeningen
en houdt de Ramelsloher voor'een zuiver Duitsch ras. Zéker is- het,
de omstreken van Hamburg sèd'êrt onheuglijke jijden jmet
veel voordeel gekweekt wordt -en de zoÖ7gezg^^ JVtniePkü£^en levert.
Voor meer dan ioo Jaar waren deze hoenders daar donder dén naam
van ^^i^l^Mer-Huhn” bekend_JDé - haam, waaronder _wij. het hier
aanvoeren. ontleen tjplli|aan het dorp Ramelslohe, * in dë, nabijheid van
HetilMntLdat dit , dat mén
■ móéijiik -l&mvere 'rasdieren kan -bekomen. Het Qorspronkelijk zuivere
ras had veel van de Spaanschen weg.
k : Yplgèns Röttiger heeft het den volgenden -
' ,s t -a-n d | a r t ) V a n u i t m u n t e n d h e i d :;
.7- HAAN,
||||||| — sterk 'én krachtig.
kam — zeer'groot, rechtopstaande en-diep .getand; rood van kleur.
kin- , en '.OöKÉHSbJ^N 7#^go^rgevbrpi^sen eveneens hoogrood.
SEZiGHf ^ brééd é i bëvêdëïd,. ■
oog — met gelen iris. 1
.hals ■— middelmatig lang, weinig gebogen en sterk bevederd. >
rug — gestrekt, jmaar breed. . -v '
VLEUGEi^^^fero'^^Sii^^MEaa^lüitëhdl?-
STAART -^vbreëfl~;eh>sterk; niet z^^m^sfe^edragén aliTbij den Spaafe'
"-schenkkaansikkelvéeren valt; ^Middelde/ lengte, maar breed.
EÖoten ■-— lang, onbévedèrd en blauw- van kleur.
gestalte — zeer groot1.
De haan overeen-;' dé kam
is evenwél overhangende .. ,
-E conomische waarde. Het, ja s’, wordt als zeer steik en gehard
geroemd. -De -:ëier^§Èi^p|7is: ;v#3|' ®ê kuikens gfofeiefr
ras en zonder veel moeite op. Het vleesch ,is zeer blank en buiten-
sewöoW IhalséfeD „Wffitërkiicke#’^ waarover zoo even gesproken
is, zijn om hun fijn vleesch veel gezocht. De kweeking dezer winter-
kuikens, die overal door de landlieden gedreven wordt, brengt zeer
aanzienlijke verdiensten Men voedt de kuikens veel met kleine
^ Als kleurslagen kent men de witte en de gele IR. AjfËT eerste schij-
nen het meest gezocht te zijn, omdat- deze minder lust^ippbMëfi
betoonen.
;J7,DjE B | f f i ^ f KRAAlER (GWL dom. var. Voclferans).
TebemdE samen. Bergsche Kraher,^ Kraker über ’n Berg, Duitsch; — Poule d’Elberfeld, 'Wra/mck. ~
'■, :¥ojlgéns Rottiger is; ook dit hoen. een kruisingsproduct van de
Spaanschen met een landras. Het wordt ."hoofdzakelijk 'ih jiet Berg-
M&ikische, om Elberfeld, Düsseldorf enz^ aaügetroffen, waar het als
een zeer gezocht landras alómjye|spreid is. De naam kraaier dankt
het aan' kraaien. Geenhaan
van benig iander ras evenaart hem hierin.
STANDAARD. V AN UITMUNT EN DH 'E Ï^ V 'V
kóp — "groot en sterk ontwikkeld.
snavel' -^ sterk .gebogéh , van middelmatige lengte; licht horenkleurig
met vutte spitst