ondersnavel rood met zwarten grónd f poötjes vleeschkleurig.
Het wijfje is boven olij^roenachtig bruin keel en‘ borst zijn
grauwgroen, het rood aan het; o ó^U jf ontbre^ geheel en aL
Prijs onbekend,
GROENE ASTRILD? .(Aegïntliatformoaa). 1
STKONLEJiEk. EstreldaI PyteliaforaóSa; Estrelda, Pytolie laeeralis. s 1
Vreemde Namen. G-elbgrüne Astrild; grünës Gelbbrüstohaa; AnrorarSene- !■
. galie. Duitech. — Verdere namen zijn aiij onbekend.
. jOöJc di£* niet al^emeén-bekènde en zeer fraaie vogeltje is dit jaar in
’ vr^* talrijke exemplaren' ingevoerd. jHet ja op laugt i[ia niet zoo ;zeld- r
zaam als dé gemaskérde, maar een veel Syëisprd^e %ögél is het nog 1
niet. Trouwens fcét Werd ook slechts in 1873 dé firma Hagenbeek
te Hamburg pp. de Duitsche vogelmarkt gebracht f oischóo'D één exem-
/ De bovendeelen zijn 'donker olijfeoaa, 1 .vleugels en staart
1 door ; dé groene ;buitenzobmen der vederen vooral aan 4 e slag* j
1 1 pennen» donker groenachtig bruin; ondprdeélen lichtgeel, San
.* borst, buik en het achterrondtó^f fraai levendig geel; borst- en
ïjj buikzijden donkerbruin, wit en "geel gestreept. Oog geelachtig-
| bruin, *. snavel, schitteren4' 'roöd, poofjes^grïjsl' - - T i j het wijfje |
zijn borst, brpfe en onderlijf t e e l c
É^dpVér. hét vrijleven van de gtoene -Asi^Sé tó mejsrbekend. Het vaders
land | is Midden-Azié" en , vooral,Mdd^-b^è, ) waar het vogeltje zeer |1
talrijk schijnt te zijn.
In de gevangenschap is "het zeer rustig, eerder sphuw dan driest.
Het nestelt vrij kceen; boompje of in een nestkorije. '"Het voeder en l
de behandeling zijn dezelfde als' bij al deze kleine vogels. S
■ ' De; g^yoné .^hand%lsj^Ljs ;is> jtegen^voóixiig v7- ^ 8
\ DONKERROGDC ASTRILD? (Ae^LnlUa. rubricaté). *■;
Synoniemen. Enngilla, Esfrrelda, LagoUp^rieta rtibrieata; Lagonosticta
. rliodopareïa-
V reemde Tfayupk Sénégali rouge, ^ ran^ch. — Èttokalrotho Astrild; dtmkler
N | • •. Am ar anth. — JDuüs^h,
Dit vogeltje belfort alweer tot de zeldjï^amheden, ofschoon eenige
der voornaamste .lefhebbers in^l^itschland en Engeland
het in hunne vpgelkamer gehad hébben. , -
Bovenkop, nek, en kopzijden olijfkleurig bruin, met eene
§ i donkere sduikeermg * kleu!r gij;’ hefovérige, l^ènlijf;
staartdekvedecén en de buitenste
Bij Jstaartved$jteh donker .purperrood; de overige staartvederen boven
en onder zwart; teugel, halszijden, k in k e e l, borst-enrbuikzijden
dónker- wijnrood; midden vamborst en j|Sife| bleek ^brdiri.;
j schenkels, enachterlijf. donkerbruin, onderste staartdekvederen
zwart; de roode, vederen der borstzijden met éénigér^^aig^
| witte stippeltjes. Snavel donker hóorngraui’?, de 'öhderkaAk met'
" ”, lichten ^ n d i ' oog donkerbruin,|_dbpf.,ve^Vxgeienfc%lidrand
Het' vaderland is 2hud-A#fika; •i?öom|!|^ftS p ® hoewel mérgen’s
talrijk, in Natal en het Kaffeiiand gevonden.
Men roemt bét gezarig^s, zeer Hef. ïSrij?3| onbekend, ||\ >
' ^EjitÖP$‘*A8Tf9U); M É tÉ É "fewirij;;:;dóof. ;Dr. - Rusz en
aldus genpemd naat déa reeds meermalen veriheldehvÉhgel^chen vogelr
Hethebber Aug. Wiener i die- haar bij toéval .bij’, eeïï handé&ar >
Ls nog zeldpu levend ingevoerd. De zich steeds uitbreidend^ handél pp;-
AfHka^ zal ons spoedig:; naar wij hopen t deze ed>meef zéldZatee. soorten
y^schaffen.
Als uiterst zeldzame soorten vermeid ik bogs | A. NlGRlCOtUS,
L VÉACEA, At- HARTLAURI , ^®GHÏN0Vl)^ A. MELBA, A. M yÊONA
% LlNEATA bn>A.,;tóR}CAUDA, ’