kleine prachtvinken gehouden worden; andere daarentegen, mogen bij | voedsel geeft men voor de kleinere soort kanariezaad en gierst, voor
deze met gedaan worden’ dsk|zij dé .jonge en zwakke vogels dooden de grootere bovendien hennepzaad en haver^ Dierlijk voedsel’moet,
“ i ’ °Pelen- V°or âen bouw hunner n< ten geeft men hun ag re- zooals ik'reeds gezegd heb, ook van tijd tot tijd gegeven worden, en
vezelen en grashalmen; uit de eerste vooral werken zij zeer fraai. Als | vooral dan, wanneer er jongen zijn.
D E R '0 0 D B E K W E V E R (Ploceus sauguinirostris).
I |
(Naar een exemplaar in het "bezit van
Sy s o m k ï . Loxiri Kuploctua, Quelea, HyphauÉicu, Coci thr istes ang' r r l’ i l r za, Friugilla, l>tocous‘ajnot»a; Ploceus, Quelea Latham
BuplecÈus gregarius Quelea occidentalis Hj > ïantica aeüuopica Passer senegalensis erythrorhynchus.
tif r mi \<l jw { rÆ o P ^ n M pnj~L ‘~ ? r *' l,M h — > " " ^ i n
da .Sénégal;. Dioch rose; Cardinal rose du Sénégal; Franscll Red-l 1 Waai ir-bird; Bed-bifled G rosbank; / ,
■ Jn'der ille wevervogels is er zeker geen zoo algemeen bekend als de
Roodbek. Men vindt hem steeds bij alle handelaren en vele personen,
die anders weinig.-met vogels ophebben, houden hem vóór de aardigheid
in eene kooi, om hem _ in zij ne onvermoeide werkzaamheid gade te
S n. D Fran ien hebben hem den naam van Travai ' ui erk j
.in de kooi, draailj.es: .wol of plahtS#iÉéis'-geeft, gaat hij’onmiddellijk
aan den ai >eid, en als de gelegenheid Hem ontbreekt om een n st te
>o ven, vlecht hij de tralies zijner kooi bijna geheel en al met de
draden dicht of omwikkelt er zijn zitstokjcs. mede.’-Wanneer men eenige
vanÿdeze vogels in eene volière |p|||roote'Jtodi houdt, hebben zij in
korten tijd op jaljd geschikte plaatsen nesten,gebouwd, zelfs dan wanneer
zeker
wel vreemd- mag .h< eten; dat de’ .vogel in zijn vaderland niet zeldzaam
is,, getuigt het onnoemelijk aantal drt jaarlijks in den handel wordt.
lifet'. 'de eerste zomerregens komen-de Roodbekwevers in gioot getal
a's trek; igel in Kordofan, Seuar, Zuid-Nubie e:n 1 ilcah von Heuglin
^nvjdt üd. „ wi i-.'/cu4ki1S|^E
voeden zich voorat: vaffipgröafëh,” zegt genoemde reiziger „en in
SU'S< 1 e wolken dóórtrekken 'z ij: het steppengebied,. verdcèjhirziih in j
Juli in kleine 'gezelschappen, die zie h dan meer naar de bebouwde
OOTden en in de nabij leid <ler dorpen bé| % ven. Zij schijnen, meei dan
andere vinkvcgels, behoefte aan w ^ ^ J hebbeii e J jM ^M - c e l m
. caatpcyjMffKoonS1 i|3s6 lfmo-i, f f V i V un I lÆ* I i in fo n l
nooit de eieren. Dr. Holub vond ze eveneens inpZind-Afrika, in het
;.(|jjcg^l^h4 jfen in de Betschuana-landen, waar zij "in dpornbóssi hen en
Mimosa-boompjes van gemiddelde hoogte hunne m sten bouwden.
'Het vederkleed is op de bovendeden grijsifchtig bruin t n
./iédere veei heeft een vaalbminen bijzoom; de voorhol fdrand,
die b( en om het oogj|pgpt, kopzijden,'kin éirkeel zijn vart;
- ' achterkop en achterhals grijsbruin; slagpennen donkerbmin, die
van dt (erste orde. met eènigszins gele zoomen, die van de
' _/ tweede orde zoowefàls de-dekveeren met vale zoomen; staart-.'
». vederen donkerbruin, aan de buiten lag smal oranjegeel, -aairiide
bmnenvlag witachtig, ge >omd Voo|Ko|i en onderkeel bleek
. rozenrood; oiuliirdcieleri Sjâw it, aan de /.ijefeti bruinachtig. Oóg i
ftrnin snavel prachtig-bloèdi Od p( ten roodbruin. ■
In deïi^jhartijc^oidt de Roodbek aan kop, keel en bórst
fraai rozenrood en soms strekt zi&jdëzgMj ir'itot aan den buik
1 'Ben exemplaar, in mijn bezit,, vertoont-'dit rood op bui'ténj
o gewoon pnu'.htigic wijze.'
mannetje in. winterkleed en het wijfje zijn
bruin; op .schouders en niante! zijn de veeren met breede
‘ , zwa tbmiiie schachtstreepen geteekend; de weinig duidelijke
- teugel- en wenkbrauwstreep, .benevens.zijden van den kop, kin
? eh bovenkeel, bleek, rozenrood; de onderdeelen vuilwit, slagpennen
en staart als bij het mannetje in bruiioftsgewaa i. De snavel v in
r - 1 *11
See 1 ■ ' Iet vederkleed der jongen wijkt weïmg^van. dat d( i
^ouders in wintergewaa 1 af.
” LT bestaan van den lloodtiek rover nog al'wat'kleurvaritèitèn, doch
deze allen zijd sTgchiS. toevallig. Eene ' rariteit komt echter zoo. di'k-w j!s
7.en‘ iiT'zulke constante -kleuren voor, dat m n gemeend heeft er een
j afzonderlijke 'soort in tej
den - ca ii ti
zw ut aan ko;V on keel is; in ^prachtgewaad1 zijn deze deelen fraai
rozenrood''- Men liccfb'ddzeadoort.tiiii.. ;
loog Dr. Russ Ploceus Russi genoemd. Ook deze vogel komt veelvuldig
in den -handel en ik bezit qr een zeer fraai exemplaar van. t
In de gevangenst lap is de ’Rbödbek 'reen zeer beweeglijke voge
> die ook veidraagzaam s tegenover kleinefe~vogels.i Sfech'ts in den
paartijd verdrijft hij andere vogels liiride nabijheid van zijn ne 1
In de vogelkamei thm j^l hij talrijke éii soms zt er fraaie ; testen, die de
gedaante van pen retort met kort omgebb'gen. erP.wïjden- hrls he ben.
' Wanneer zij ujt ag|Vevezelen'. a jn gemaakt, sieren en VervroSlijiken deze
ll(3ten de vogelkamér builengewoon. J)e kleinere Prachtvinken maken
veel vint de-ÿéflaien nesten gebruik om er; hunne eièrèh vin te leggen
, " , Al? hi.oedvogel moet m n den Roodbek niet houden, wamt zelden
brengt een paar het tot eierleggen en nog zeldzamer, tot jhéttuitbfbed'en
of het grootbrengen der jongen. Het beste nOg.;:kvl men tot deze
uitkomst geraken wanneer if ig i;^ ^ | 'o f drie wijfjes bij één mauuétje
brengt. Bij enkele liefhebbers broeiden zij echter met goed gevolg.
Zoo'melde mij voor!êèmg^.gj;d eeudézer van „Önzégevederde Vrienden, ’
dat een paar Roodbekwevers ih éene buitenvolière-twee jodgen'.''hadden
uitgebroed ën deze groot brachten m®|d^ vliegen en insecten .die 'zij
belvéfîiniïdé;volière vingen. Dit geval, het eenige van dien aard, dat
™j lakend s, verdient wel venue d te worden. Het ei is. blauwachtig
groen-,^glanzend en tamelijk rond De ibebroeding, d f ia S li' à é j dagei
De prijs van den Roo a B ,.'.isl-''zeldén Kooger daù 2;1 ÿ^^SgilSeni
D E W O R A B E E OF N A P O L E C
S v n o N l E ian.a;Seljui!gà-rr,iI L b li- H I riini|
aby8sinioa.
1 ' i r M ' - f f l l T T * I ! p 'l' i P a i 1 1 j
De Worabee is een prachtige vogel wanneer hij in het heerlijk geel
enyfl«wee'!'achtig ..zwart van het bruilóftsgewaad prijkt. Oftéhoon ‘ nHi^i
iiiet- lang eenigszins in Europa bekend, komt hij nu toch geregeld en
in.' groot aantal in 1 ; i handel. In de groote vogelvolières van den
Antwerpschen Dierentuin zag ik soms verscheidene dozijnen ' an dezè
■ Vogels, bijeen, die, als zi in :a'l'le schoonheid 1 n lim pr;ebtger aad
chitteren, waarlijk .een bewónderenswaardig schouwspel oplevere .
Het waderland' strekt zich' over het Westen en een gedeelte van het
iN0pf(J-©.0sten van Afrika uit, en in Abyssinie is hij een zeer gewone
■ :véracSijpifgl:.yOok aan dén. 'Transvaal komt hij nogal voor. Over het
vrijleven is. echter a ein g bekend.
hoofd, bo en- en-achterkop schitterend geel. Ken breede band
over den hals; het gélaat, van af het neusgat over het oog ,t<>ïf
keel, b orst en buik zijn schitterend
.. ' 1 * :. ■ -Bovenboi o z-j,len, benedenrug, bovenste <n
onderste staartd :k cederen zijn wèd'erom geel. Vleugels e is ta tr,t'
donker 1 yiïBw u " ^ r ly^mPnfng. 1 r
1 N S W E V E R (Ploceus malanogaster).
■ S | K | | , I
moul'aoea; Ploceus, Bapleotus ahyssiaious; Bupleotas rauunculaceas; Taha
— Blaok-bsllied Woaver-bird; Black-colloureé Finch ; Engclsch. '
Æyffl f e : wijfje en het mannetje in inte gewaa 1 zijn op de
bovendeelen K ï gée’aehtig
B .*^3 ; S ” ' ,j",n'-'l* ',' l ‘.Il,4[,d l- I'tc-'tespen! oulèr-
BBh L-i . 1 j ,, >,
I i-.-*A--id' b e g i^ f e v oM ijt’
m Juli en na drié of vier weken vertoont de vogel zich in fdKji&êi
'l»1- m
eieren voedert, blijft het prac 1 * v t l^ 'fn _ ( it ü^ml n
m *[ nhlff t! l |U f l a '1i,i' V>?t<R^isÆ»,g n AI un f-n ■ m igjj
vogelkamer zoowel als in eene ruime kooi rouwt hij ijverig aan zijn lang-1
achtig rond-jbuidelnest. In. den paartij 1 is Mj nog al onstuimig, twistziek
en lastig, zoodat men hem 1 niet ont r dî k eine e voge 1 ‘ ufoet
Veel' broedgevolgen zijn mij van dezen vogel niet bekend, evenwel
' ïeekt frft gemakk lijk r I ui' de Roodbek. Het geleg restaat uit 'vier
blauwachtige of blauw. roene, rondachtige, gladschalige eieren. HetI
Pï i j lbOL. ‘ j*j f' h l ï L 1 .vit“ . .
De prijs in wintergewaad is 4 à 6 gulden. In pra< htge vaadV.i0 lÊm
7 à
D. 1*' P W
^ I’i AM 'W I 1 .4 -K F il l7?)'rt^
.ySvNON'isiiEN Fóudia,., .EupTecfcüs j. Quolca, Calyphantria erÿthrops.
VaUEflun S m I . - Rothko fweher; h itlj-n. — „ p - ' j e rougi Fmmch . Red-héadod, Red-faoed Weavorbird; Bngelsch
..'Over dezen vogel valt weinig te eg n. Hij is nog slechts sedei
wéinige jâren in Europa bekend en over zijn vrijleven weten wij zoo
goed! als niéts. Dr. RusS zégt \ hij tot de gewone verschijn ngen p
de. vogelmarkt '. !bë ioort. Ik heb hem < c htei nog maar v einig gezien
ek ^'den op de prijslij nt r handelaars g c len Zelis in 1
Antwerpschen Dierentuin), die', .toch zoo' -rijk in aan al en soorfen .'.'nL-lsJ
iv*V vond '
Het schijnt een amelij'k elende el te jn, < e: bij d liefhebbers
weinig opgang he'eft gem'aa:kt. j
Het mannetje is in '.praèbtgé ra 1 aan kop, gezicht en hals
donkerrood, aan kin en keel zwartachtig'rood; geheele bovenzijde
groenachtig bruin, met vale 'buitenzoomen aan de v eren;
de onderdeelen zijn bruinachtig wi , l i k en bened nlijf zuiver
’'h ° ° g donkert uin met een. g elachtgen rand omgeven;
snavel zwart mi t geelacl tige spits, pooten vaal ropdaehtig
Het mannetje ih v te raad en het u tu f^intbljn.r' g“’ic 1
■ ii'-Kiiîâvr'vl t^opde-Jijf...-.1 "
In dé vogelkamer zijn zij stil en schuw. Dr. Russ heeft er jongen
van
De prijs is met, gaat zeidfen vier gulden te boven.
Qe Vogelwereld.