a f lB a
‘b"> 1
jii^^i i ii11 . *i^ ic dw3.rs ovsr dc
IH B B ]^M M R S tn tv .^ K U y r ?3)»l')? B ^ 3 S K ngnni?ap<Iü5 ^™ if r ' I
EM Tw a t" .^ t cW 1 rdt. De
j^ F lffiStn gniiBK '*^MjV]r™d?.™l>
IBp)8 P m ^ p ? t i « ?aK^4i^??dEia^l/'.v. i l?y i’--’
" n evenwe! wit met 1
, zwaïte omzooming. De halsveeren zijn wit met een zwarten zoom om
de spitsen; de borstveeren als die van den haan.tlïët verdere gevederte
is wit, rondom met zwarte omzooming; de tweede s la g en en eveneens.
Aan de spitsen worden de zoomen iets breeder.
G o u d l a k e n s c h e P, P. de P: dbrée, Fr.) Golden spangled P.f.,
E.) Goléfeüpfen P., &.. .©# teekening is bij beide geslachten aam''die I
LEDERKL E
% :Mè:’ P;teamois ' De hoofÉMeur
- l l - Jj i | ll i| g ■]
de kleur 'der teekenmgen is evenwel wit, en gewoonl-ijk meer gestippeld'
dan gezoomd.
■ I w M T E , WITTE en k o e k o e k P., P. de P. blanche, npi*e;‘.
. coueoü, Fr.) White, felaèk and cpckoo P. 1, E.) Weisze, Scwarze
- Cmd Kuckueksperber P., D. Deze soorten eisdien geene beschrijving
de Meuren moeten zoo zuiver mogelijk z iji^ ^ g
- HER&E^ijN P.,' • P. de P. herminé, Fr.) Ermine, T ./^ E . Deze
fe de nieuwste kleurvariteit, "die\ feyénwveïf^iet
me t 1 e ^ j j ^ ^ ^ ^ Vv j e l q é g a a i i ^ . ^
uiteinden $J d||E|b.te Brahmas. Het’ overige gevederte
uitzonder<in^-rai% twee Smalle zwarte dwarsbanden over den
, zwgM B pm n a e^ v an de; stairtvéderen. De snavel -is.
n z^fe^^^rijs',' bijna wit; het oog is rood.
Onvoldoende volheid van de k u i f ........................., . 1 2 „ ^
Te veel kam . . . .. . . . . . ( . , ................... 10 »
• ' • ' • • ® v
^ ^M p^^ ^^^^y^eü^el^biw^ud-^en zilvefl.) ■ "k . . ló „ ,
*• '•■ & ft,
Andere gebreken in kleur of teekening ' , . • . . . . 10 „
®ÉbdÊ aa® g ^ S i e . ................................... ..... ^ ^
Gebrek aan symmetrie . . .. . . . . .Fyl ’"-.'r . ?' 18 „
Slecht geconditionneerd. . . . . . . . . . . . *i ~j$ .
Punjen va-w.' ' TTrrnCT.mTii^f^M^^mfk merkbare tweehoomige kam.
andére mismaaktheid., Yolkleurige
^ ^ ^ S ? P B e S f e i l p ^H ^ ^ ^ ^ S S ^ S : ^ ^ ^ ,eenige andere
d ^ ^ ^M dan ïblau^pl^lauwaxdilag
Herminées, . ^pir;.Sd^^^^pb||na wit
waarmede^'zijk in,alle eigen-
isH^^^&ödttenT'vol,. 'zijdeling
den
zóó ‘H B en
I^^^T^^^^^pj ^ ^B^^^^MartTOereiï; ■- en slagpenpem h^men zwarte
yértoonetf,‘ •■ 1:
D E p E L L E N (Gallus domesticus. Var. belgieus).
Yrébmde .; namen. H'ambouïg öiiayoimé, F ranselt; ., —
(’• ;v, iEGollander,,Alitagleger, Todtleger.
PLAAT IY YOGrEL 16.
^TOxÜia^Hamburglis] 1 ’’D m qW ^ ^ ^ ^ .è y ^Iayer, JEngélsch] \— öesprenkélte Hamburger, gemalte
" Wij hebben reeds gezegd, als wij ©ver de KCamburgers spraken, -da^
onze Pellen 0 % 'tot dezen em'sdus tot de Engelsche rassen gerekend
worden. Onze pel en wel1 voornamelijk de bóerenpeL met enkelen kam
i s zoo algemeen verspreid, is zoozeer het „landhoen” bij uitnemendheid,
•dbt wijl het ons niet kunnen laten onfutselen. De vele verschillende
namen,. waaronder het het geheele land door en zelfs in Belgie bekend Ijji bewijzen ten overvloede, dat .het, gehe>el en , a lN een Nederlandse!
ras is. ,TStaartpel, boerenpel, weiten (in Friesland), Kempisch'hoen,
ipd.‘ van ‘Hoogstraten, al deze..namen zijn als zoo vele bewijzen, dat
II.
kennis de^Bitëer- ^ ^ ^ ^M e d ' Hamburghs,
waaronder de pel hebben,■ 'det;t^kening
^ëgélma^^^^ ^ ^ n ,-■ ^nèmei^\|g|j| aan; maar d^Sm-Jis en blijfü een
Hollandsch hoenderras.
Behüy^p^^^E8biiklndet’MeurSlageaif,,'-c^^^^^n zilverlakensche
'aan, dat er
H o rn e t en met- rözipka^-^v
m w éÊ È Ê Ê