benamingen van -het vederkleed eb. de onderscheidene uitwendige
lichaamsdeelen is derhalve' eene eerste vereischte voor allen, die prijswaardige
:d'ie?eti willen fokken. ïk^heb s het .derhalve niét |
onderste gedeelte- ook g o r g e l 11 noemt. De achterhals heet boven en
tegen den achterkop aan b ö':^Mi;aSs^l-'?Fr: ^parj^kfoffi
P. Genick',-'E. upperneck), verder, naar beneden nek *8 ,(Fr.vmuque,v
iEb-JSTacken, E. neck) en vandaar tot aan den halswortel beneden'^,
h a ls 14 (Fr. part. inférieure du':cou, D. Dnterhals. E. lower-neek]),
De meestal' lancet vormige contourvederen, die den hals -bedekken,
heeten nek- of lra ïsv ed e ren 21 l.(Ên camail, D. Naqke- Halsfedern,
E. haekle). De romp ^M|..in deszelfe bovenste, en hp.ogsté;■ gedéeltei
bo v en fu |§ j| (Fr..
achter b é n e d e;nÉug of z a d e l 1'6. (Fr. d@s, D. Unterrücken, jSattel,
_E.; saddlé), ^die in den s t u i t 17 (Fr. crou-pioö„ coceyx,
E. rump)r;|ëj|t|^| Dè' zij deelen van den romp heeten zij. den (Fr.
flancs, D. Weichen. Flanken, E. flanks); de ondéugte bestaan_ nife
bor§^20t (Fr. plastron, D. Biust, E. breasl), van den ondersten hals-,
wortel tot aan het einde van het ‘borstbeen, ijpjgondéM-ijf of de
bi nik 19 (Ff; aldime#, D. Bauch, E. abdomen) en de .aais (Fr:
anus, D. Afterj, E. aMusJj.
geacht, eene kleine beschrijving van het lichaam van het hoen vooraf
te' doen gaan en de terminologie van de verschillende deelen te geven.
Aangezien ,^verk tot éen waar handboek te maken
voor *de liefhebbers en kweekersén';^$BrajL de voornaamste eischen
wil doen ^uimbmèh./ die men aan de hoenders op ^aÜe^mtënl^ndsè^’
tentoonstellingen, stelt, opdat ook onze liefhebbers daar zo iaden kunnen
mededingen, heb ik het niet ondienstig geacht, bij de HoMandsche
benamingen ook de Duitsche, Fransche en Engelsche te. voegen. -,
Men verdeelt het lichaam gewoónliikin kop: D Kopf,'
E. head), ha ls (Fr. 'e'ou,. D. Hals, E. neek), r c o r p s ,
D'. Rumpf, E. body) en. de| 1 e|;évmaten (Fr. membres, D. Glieder, 5
E. members). D.e bestaat, van boven uit het v o o r l^ ^ ld 1 (Fr.
front, D. Stim, E.forehead), den b o v en k o p * (Fr. sommet, D. Vorder-
haupt, E. crown-, summit, vertex), den:-schedel 3 (Fr. cr&ne, D. Scheitel,
E. cranium) emden achjEe r k p p 4 (oeciput, D. Hinterhaupt, E. hindhead);
terzijde uit'de wan gen 5 (Fr. joues, D. Wangen, E. cheek), die met
dé oogen he tg^Saaf ^ jigljlfa.ce, vormen; de.
streek om de "dogen noemt men den o-og s tr e e k , de bevederde of
'naakte streep boven .de“ Dogen de__wenkbra u w en, tüssAnydé dogen £
en den wortel'vamdén snayèl.teug^fe(E.,bridle).-' De sn a v e l i^Eirflëc.,
D. icfeabél, E. beat) bestaat.idt den b o v e n sn a v e l (Fr. mandibule
supérieure, D. Oberkiefer, E. uppertmandible) en den o n d e r sn a v e l \
(Fr. 'mandibule inférieure;- ^ffilhterkiefer, E. lower m^dibl^.jt.id^l;
1 verheven ‘-rug van fleb r~Bo vehkaak^ héét- k r u in 8 of s n a v 'e l r n g h e t
gedeelte tusschen de inplantingen van den onderkaak, k in 7 (Fr. menton,
E.'Chin).- Het bij de vogels onevenredig groote oóg heeft
in het midden de ( s t e e d s - - i 1 of oogappel (Fr. pupil, D..
^^pilë-j-. E. pupil) en de "verschillende gekleurde iris. Van af het ■
■voorhoofd tot aan de achtpste grens van den schedel strekt zichjde :
tkam 5 (Er. crêtè, D. Kamm , E. Gfonfb) uit.. De kath.islehk e 1 yo^i’d ig
(Fr. simple, D. Einfach, E, single epmb)" als hij slechts', uitbeen enkel
■ déél met eene enkele rei uitgetande punten bestaat,, zoo alS'bij den
:Bpaanschen haan. Men. ^rroemt hem h o o r n k am (Fr. Grête ;:i|ip|e,
D. Homkamm, E. hom-comb) -ail^^Mu^p^Ë^leme hoorns bestaat,
zooals t Fleche, of als den vorm van twee '
halve, gescheidene eikenbladeren, doo|>^n klein, dik en uitstekend,
hoorntje verdeeld vis, ^zóóaIS-^pWder Houdans. *.De • erwtenkapc i(Fr. £
cr. frisée,. D. Erbsenkamm, E.. pea-comb) /Ijpk en vormt een platte
vlakte, bezet met verscheidene 'reien kleine tanden,. zooals bij de b
Hamburgerr en Brahma-Poutra’s , terwijl ih®§kem^Fo‘l^pL,k^.m (E ^ .
crête,ten,^couronne, D. Rosehkam, E. rose-comb) jnoemt als hij even t
lang als breed en van eënigszins ronde gedaante is en bezefjnet kleine
puntjes hijgden Maleischen haan. Verder is hij recht en opstaande
of overhangende, 200 al^Sde-Spaansche hen.
Al deze bijzonderheden -zijn van veep^éldhgj,^^^^^b|j; de tentoonstellingen
De met de Tialsvederen d%n rug^heefèh;
z ad e lv e e r e n 27 (Fr. lancettes, ou plumes des reins, D. Sattelïedern,
E. sâddle-hackles), di" bovenste Jg-t %aï tv ed ere m, e-d e
b o v en s te s ta a r td e k \^ ^ J ren 28:|Fr.;pêrile§rfà^J^P.Bürzelfedem,
ob'ere SchwanzdeckfedernE. tail-covers), waarvan de twee bovenste
.grootste, dié,sikkëïvorinig;,g^ogei^i]j^ en dus ook srikkelvedieren 29
(Fr. grandes et moyennes fauc|É||| D. Sickelfedern, E. sicklesj) gen^|^B|
worden, de | eigenlijke s ta a r t- of s,t uu'tv e d e r e n 30 (Fri-rectrices oti
grandes, eaudaies^ D. Stçuerfedem, E. true taiï,;eoverts) ; ;zij worden' ypi-r
onder gedééï^J^ipoor de ,ondéi;sté^'s-taartdekvederen 'bedekt..
De voorste ledematen öf ïs'^Fr. ailes, Dl Fltlgel, E. wings)
bestaat:uit bovep^a-r-rhtjvô-àra-r-m en hand.- Dé dekvederen van den
bovenarm heeten g cho^t^Kdekv ederen-22 (Fr. petites é^^öyèmiék
couvertures des aifës o'%^l et .mr^tëctrices'; '4p.. Schulterdeckfedem,
.E— wing-bows) en om de ellebogen rond., e-llebo-ogvederen, Üè
langere, eigenlijke vliegvederen van den vobrarm, s la g v ed eren of
s la g p en n en van -dé tw e ed e .'orde 24 (Fr. rémiges-sécopdaifes^
, want eene Coéhm-Ghiha-hen met overhangende ^fij'W^dient ^ ?
evenveel afkeuring als eene Spaansche hen, rdië^een rechtstaanden kam
zou hebben.
Aan beide izjj<|en. pf in het midden van dett;Mih > ontspringen. cfël?^
k in ! ap p: en of kim of keélléjléfl^^^ , JD.'Kinn-Kehllappen, .
E. watües); soms ook is er,‘ slechts ^een.- -Den uopT/^eh wangstrepk
n e m e n o r l e l l e n 9 (Fr. oreillons, D. Ohrlappen, E. eax-lóbes) in. 1
De hals tboht van v®éii«(f^h^) naar dén kin benedenwaarts tpe de
k e e l 10 (Fr. g o r g e £K Jkehlë, E.- upperthroat); waarvan men hét
fHaèdes de l’avant-bras, D. Schivunÿedem, sécondaries), die^de^hand
ên vingers s lt^ S e n n en v a n de e e r s t ew -d e 2'5 (Fr. rémiges primaires
ou .grandes pennes de [Çaàjl'e, D. .Schwingen erster Ordnung, E.
pumaries, flights), die van den duim s tu its la gW ^ fc ren 26 (Fr. pommeau
de ïîail'e, D. Aïter Schwingen, E. upper Tail-covers) Degrootere,
dikwijls een „spiegel” vormendè dekvedèren--defV (éigèhMj1^^ slagpennen
heeten g ro o te v leu'gejM'eikvederen23 (Fr. grandes eonvertnres des
ai’les ou grandes tectrices, D. grosse Deckfedern, E. wing-coverts).
^ B é' achterste ledematen.of p o o ten worden verdeeld in den boven-
s eh en k e l, d’ie' -méestal niet zichtbàar is , wijl hij tegen den romp
aangetrokken en d ^ f^ è . veeren bedekt is.. De bovenschenkel wordî’
idp.di?-. dê; k n i e 31 ' j^r;'; genou, rotule, D. 'îlhie, E. knee) met den
onde-rs-chenkel32 (Fr. jambe ou pilon, D. Unterschenkel, E. thigh)
De' 'h*iel Fersë,i-.-.'E^™!gM!
v.erbmdt dezen met-Jhe^ lo o p b e e n 34 (Fr. tarse qu patte, D. Fersen-
^pitó/Ea,uf, È. legA.qr snank), dat uit den, met den middenvoet vergroeiden,
voetwortel — "/tarsiis — bestaat. 'Dé g^öphlnkwjer — soms ook vijf —
voorhanden zijnde teenen onderscheiden opvallendjs wijze -door
Dé ^ch.h^^è e n of d-uipa^ (Fr. poüce, D. Daumen,
-■Ei,,’,, '^êeft .. twee, h in n e n t e e n 29 (Fr. doigt interne, D.
ranïèefedriè-, . de. g8:J (Er. doigt median,
d e vier langste, de b p i t en te en 87 (Fr.
doigt externe j^^^^pzërzél^^p^ otiftertoe^! yüf leden. het nagellid mede
tgef^end.'^’Komt' l er nog vijfde teem ^bxj},’' zooaj^, bij dé
Por^^s jlydan, sfaa'Fdeze, evenals de hoomige, kegelvcmnige, éenigs-
zifis ma&T^böveri gekromde s p o bMjWp? ergqt ;'1 ©. • Spom/E. spur) van
-duim > achte^^-i^ai. -het
^loio^Mè i^ ^ ^ ^ p ^ ^ ^ ^ ^ Pl^oQger^gêplaatSt dan de overige teenen.
5j’f3^^é^hennèn\;pïitb^feeh.meestal JcJ^h'ge hals-? ?adel- èh siKkélyéderen
i i l l M A A L i TYrP. E - V:0^0 E D E B E O'Öm D EE L IR GE N D E R H O EFTD E E EAS S BK.
De meerdprè‘;,of-^indere volmaaktheid van vormen, de gedaante f l i ;;
stand vain karn en kinlappen, de klem- van lellen, ppplsen en bek, ineen
woord. dW^^^Pt--mo’geliike volkomenheid in de eenmaal tot
-normaal-type aangenomen bijzonderheden, moeten op de tentoonstellin-
•Igen den maatstaf aangeven vó;qr de bekroningen.
De Engelschen en Amerikanendië hoenderteelt en in de
kweekmg,Oi| de ved’er t©t eenè verbazende hoogte hebben gebracht, lioudent
er voor hiiniie rashoenders stamboeken o'f merkboekëndp na, evenals méh',
paarden en -honden heeft. In 'deze stamboeken/zijga?1 de
eenmaal aangenomen raskenmerken nauwkeurig omschreven én gelden bijl
ke tentópnstellm'gêfi als eenigen wegwijzer voor-de jury. Deze norma v o ^
de Dpdordeelinge^^oemt'i'men, Standard *o£, excellence, < Schedule fo r
judging , I waaraan zich de ^'aanshiit, die de waarde bf
den rang aanduidt, waaM^Ëeh'.te, beoordeeléh dier' komty^èm^^ic|ïLei
van het ideaal door den „standard^ofexèllënce” bepaald. Dit ideaal ver-
tegen'woordigt het cijfer ioo; hoe dichter dus te beöordeelen dieren bij
' dat ideaal komen, dat-wil zeggen hoe hooger het aantal punten — points — ,
die voor, dé^goéde‘hoedanigheden gegeveht|wpTdén^otp^^p, naderen, des
te hooger'. is de rang, waarin helmier komt tè staan. Van dit getal
W©rdéh #chter; de kwade 'punten, tï)éfcci£ to,. be d^ccedi^\a£gep:o^eiï',
het' óverblijvéiid^ geldt als uitgangspunt voor de beopideeling.
Dat zulk een systeem van beoordeeling jja||e'. mogelijke waarborgen
van onpartijdigheid op de tentoonstellingen en niet.^^ffl>ér/wÓ0r
koopers van bekroonde dieren aanbiedt', beho'eii, wel 'geen betoog. ;
In DuitscMand,~ Frankrijk, ^E'ei'^'hl?- hééft piën nog" geen stamboeken
voor het pluimgedierte, evenmin als in Nederland, ofschoon men in-
DuitscMand ijverig irivde weer-is om ook daarheen stamboek en een
Schedule fo r judging vast iS^srel|^m^ehe^U:en, al gebaseerd op "de
IPüitepfetoestahden, en behoeften.
'ièn>) de eischen van ras-echtheid nog
^^M'zeer uit ell^hd^dp^^^^m y ^ ^ stamWdMenfeene^^g^/é: rbf^
^ ^ ^ ^ ^ ^ Sp /g ew en s clit . daarin-te voorzien,
hoenderrassaï, -telkens de punten van
G-aan té geven, zooals
IM#jj^^^^^nW^yerpHchtënd / zirh -■ en^-afódtëhdèels voorloop^g nog in
Erankriikién^^ m ^ i ^ ^ P ^ ^ m^^pmen'.
ËM^^pTO^ë.#Engelsche ^ ^ ^ 'ig ê lie^ a^ j'o n z e éisGhèh bg^-twoordt ^
^ ^ p en : ^ErijiK^rDSCHE stai^ ^ r b vait tut^ n t^ eÖ cd , óp ohze
■ {|óesfemSèh, ^,ëi^^mp^dm^m%e0P^M|.fhté^^^^cb:^hj.kr'-vyare, dsfeeite-.’
v r a a ^ '^ d ^ ^ ^ i t^ maar die ik‘ -yporlpppig niet waag tegh^ntwQOrden.
^Moèht de „Eerste vah,-liefhebbérs en kweekers
van Jts^. *V-tot wier oprichting ik ’ dezer dagen hét,
initiatief heb gehónief£t- éh-’5s^Lrv^^^#m^^Mom imet ingenomenheid
'j . t o ^ ^ ^M g lin e n , dan zou aan dé beantwoordihg van déze
-weinig dan niet moelelijk zijn in
^bclëggi^So^péby-k^é^eh^Ya^enkclë rassen van hoenders; de-zóoge^-
naamde special-clubs f i, die Engeland . yeé^ • alom
-xD^t^h-'j/en déze^eïsf^M^®:^ê3ibs• zojidpn de typen vópr een- Neder-
landschen’^ ^stóidi^d, het einde van
SS|§|I werk na(3lê ^ ^ ^ ^ ^.term---te komen. Voorloopig. zullen wij ons
jmoë|éji l ^ ^ déh' stèUen met v Engelsehe^^pe tot de
i mhkén;, ^e-Jlbekomst zal leeréhV, of%ijuVöpr> onze toestanden
* past. >.<Th|p1<ki .geval zal er dit groote voordeel uit voortvloeien, dat er
^M lp ^ fê é iih eM ^ e n ^S ^ Jp p ^ ë id c rz k l'C ^ ^ ^ p ^ ^ opvatting, en de
leden1 ;È daf ^jtifv-s T o^^félli^éMrVólgëMs 1 ;een-^ vast beginsel
ÉSn4én; ‘haüdeleii en hunnê;- óprdeëleh v vellèn
*) ©ezo 'Yereeniging is inderdaad tot. stand’ gekomen eir de statuten in'( .eehe vergadering, die den 2 ‘Ju li te Amsterdam gehouden is, vastgesteld. De
Tereeniging telt reeds 107 gewone leden. In eene tweede vergadering, die spoedig zal gehouden worden, zal over l e t Stamboek en den Standaard van
IfitountehdÜieid’ Jg^fandéM worden, v
De Vogelwereld, I I .