die snel vliegt en Mi» iffwfeapj^teeds .met fe p jo - ■ Aairt'jvS f f i B B H
Het''Kómt yeel op' weiden
' waaruit het voor een grc ot deel zijn voed je , wi terin, et n enz , zoekt.
Hei komt in j t * K . g ^ B t e S ^ ^ ^ j p W W
ons “ September in groote scharen. GejvöonBjk' kiest het een vooruit-
stekenden tak of eene paal tot zitplaats en het r t tot nachtverblijf.
He1
vezt •>, mos ginder veel^amhjartliJlM^^ijcmYl'^ ^ T O V w i tK w '^
en brurn fawippelde
-in 1 •; da jen. tnïgjmrd& U’tt'jK
■>’; i j ^ ^ ^ o a h o t i e n l i j d c | | | p | b ^ j w 3
achtiggrijs, wenkbra 1 Vstretp .-eelachtigwit, teugel donkergrijs,
stuit geelgroen; onderlijf prachtig, geel. Vleugels donkerbruin, I
elke eci met gteljo^iist-Vip; I ^le^wru i t ï i l 'd * rdaider *
Staart bruinachtig zwart, .groenachtig geel gezoomd, bcitfe Agu •
tenste veeren bijna wit
Het 'viifJe is ™eer grijs en op-het onderlijf niet zoo fraai geel *t
ket^ntaehiigjslJïJ
alba). Plaat XXIII. _ Vogel 133
IjjjffiA a^kt-rm mnet;. .
U b r e i - ntl 1 r i
mannetje, zn ,lu v- vipuaart
V i u S . ’’
bianca, ïtaliadtisch.
■jESÉllS
I /Lt’r%1,, 'lu-ï', J } £ M
I*• nr “-
■ troffen wordt, wmjj^
Ih t e^ e eV " t '^ ^ ^ P ^ ^ e t ^ ^ ^
gestoffeerd. Het gelég b st at uit I — S witachtige eieren, die licl.
grijs gestippeld en roodachtiggrijs gestreept zijn en in 14 dagen dor
in April en het tweede in Juni.
DE^R^SPA k tji* 11 dular: j PI u L h
gel I29, heet nog winte rzange , in Gelderl and boei en nachtegaal, in
■ Brabant doornkruiper. Syn oniembn. Tarrhaleus, Motacil 11 modularis.
V eesmi)i namen. BrauneLIe,-Winter-, Baumnachtigal, Éuitsch-, Traine- |
buisson, Monchet Chanteur, Fauvette d’ hiver, ^'lansch, Hedge War-
bler„ Engelsch: M tto, Italiaan ch.
Eigenlijk zouden wij dit .Vogeltje na de piepers en leeuwerikken
hebben moeten behandelen, omdat het met dezen den overgang vm
de Insectenetende tot de Zaadetende vogels maakt, maar daar wij ons
hier volgen.
met bezien. en zoo deze ontbreken met zaad. De oude vogels blijven
»iDtsr 1 I
zijn, zoowel in locf- als naaldhout, in vlakten en hoogere streken, in
heggen, * t f f i^ a g ^ jw S l tw a a iw ly^ S d tyK ^ ^ ^m d 'fn T S^ l ^ B i
y'a? y ^ ^ a ^ ^ ^ t^ a^hél^wmterko^imkieW"e«iioVzins 'm e t& 'n H
E g s l' Leun ei >U B R S I M
vogel, die niet schuw is, maar toch buitengewoon behendig door het I
dichte loof sluipt en zeer licht.^^vibgc'.en met een snorrend geluid
vliegt. Het nest wordt zeer verborgen in hagen of bOschjes zéér kunstig
uit mos, halmen, ha ren e
‘ Ö ü ^ r<1. n l< 1 u d tal
banden vormen. Uovenkop en hals vaalbruin gevlekt, benedenrug
en bovenste staartzijdé geelachtig bruin, voorhals en borst lei-
gruin benedenborst, buik en onderstaart geelachtig grijswit.
Het wijfje is bijna niet te herkennen.
A,s kamerv ogel verdient de bastaard-nachtegaalate aanbeveling. H ij }|
gewent lic ht a m de kooi of de voliè e , gaat goed 1 11 ’t voer en is
mCl Cen '^ einig “ 5ecten™er ^ wit Hjster- of vjierbesseh“ en heulzaad
goed in ’t leven te houden. Men kan hem vrij in deikrnc: latei;rondt
1 Kegen en hij wordt dan zoo tam alshètroodboistjè.' Hij. zingt hetgansche
jaar door én. jong zijnde deert hij ook arias fluiten. *,
D t'^nijjE>t‘S
De meezen zijn aflerlie&fe, buitengewoon beweeglijke en schrandere
vogeltjes., die zeker onder dé nuttigste vrienden m den mensch mogen
gerekend worden. Als insectenverdelgers zijn zij onophoudelijk en het
gansche jaar door werkzaam. Door de sierlijke kleuren, de vlugge bewe-
S™Sen> hunne rustelooze natuur verlevendigen zij buitengewoon onze
bo < ien en tuien Ook als kamervog ls ijn zij zeer gesc en een
klein gezelschap meezen in eene 1 uime kooi geeft onophoudelijk stof
1 § t f (j%&Ttïöké)s j f|| j
tot ■ vroolijkhdd, en men moet werkelijk de vlugliéid- en. br itengewone
bevalligheid bewonderen, die al hunne bewegingen kenmerkt Hunne
I boosaardigheid vormt:wel eene Schaduwzijde want .men moet nooit
\ zwakkere igels in het geze sc hap a an meezen I rengen In ons ai d
komen verschillende soorten min of meer veelvuldig voor, die wij nu
gaan behandelen.