1.33 —
Upier, Stag, bij Groningen' yitop, in Gelderland wslduilter'en heide?
hupper, in Friesland yitop en op Ameland kwid genoemd. Synonie-.
MEN. Motadlla oenanthe. Vreemde hamen, SKinschmlUer, Wetsz4’
schwapz, Steinpicher, Duilsck; Motteux cul. blanc, pransch; Common
Wheatear, Engelsch.
Deze tapuit bewoont geheel Europa, tot in het faooge boorden;'
™oral i° bergachtige landen is zij zeer talrijk. Bij ons bewoont-zij^
is op liet jböyênlijr pp bfuinen grond zwartbruin
"tn den kop zwartbruin, wenkbrauwstreep, kin,
'•< /yöen van' ;de keel, schoudervlek jen éeiië;'-
’ie baddekken wit, keel roestgeel; onderdeden
ie basis wit, aan de spits zwartbruin. Oog dpri-
en pooten zwart, -
heidevelden, duinen; langs de wegen
■ ,0P üle 1 dropgè plaatsen met steenhppf
baar open nest bouwt ,Dit nest is Iqg en
gebouwd en bevat 5 — j groeuacht* w
i dagen afwisselend door beide oudem belir,
■ Het mannetje ik ob-bovenkon «
dtppge weilanden, kortom
Z, waartusschen zij- gaarne,
onder veel kunstvaardigheid
e eieren, die gedurende 13
s bebroed worden, .. ■ '.
obop én rug" zacKt'gnjs; voorhóofd-
stteep, wenkbrau w streep , bovenste. staartdekken dit geheel onderlijf
wtt, at Krop met xoestgele tiptpvleugols en eeries^tr^p door'het
staalt atfn de basis wit’,Jaag: "de. plint zwart In grootte
overtreft het eenigszins hét foodyaratje, ,^.,
1 Het wijfje is aan bpvenkop eö p ^ bnuuachtig- ïsahetkleurig';
■ de zwarte ^vledgels ■’en dekveeiqp, iijn vaaLroestbruin gezoomdj
« ';!'et onderlijf is bruin achtig wit evenals de wenkbrauwstreep, tervifE'
de krop :rpodac.htig Ls; de streep door het pog zwartachtigbruin.
.Het oog ia donkerbruin, poot en spavel zwart bij beide geslachten.
1 De jongen-zyn op bet bovenlig iichtbruih,'met roestroode ü -
ken, aan de onderdeelen roestgeel, donkerbruin gestippeld of
'gesambd. b i
9 vtó vcekbrieekeuis en daar de
. .vogel moeidijk groot te brengen en tn 'r leven te honden is , dient •
men,hem met als kamèrvogèl te houden. Men late hem in de vrijheid,
waar hij oopg hel verdelgen Van veel insecten groote diensten bewijst, j
HET PAAPJE (SaaicoiaTuÉStrj). Plaat' XXII. — Vogel L s , wordt in
'Gelderland Heide waldükker, bij Haarlem’ kiekte; stag, stompstaartje |
genoemd, Svnqnikmen. Pratipcola,. Motacilla rubetra. V reemde na-
MEN' StOunkehliger Wiêsenschmatzer, P&ffchen,~Bf5unellert,; DÏiïsch;
“ Ordinaire, Fratuek, ri i m-Chat, Etpekch, j Het ïfaPif behoort met-de roodbprettapuit tot eene- onderfamilie'
B g»staptriten {Pratmcoh^Kt* bewo'tw^gehKlXuropa en komt böM
tn Azië en Afttka vflpr./Sfeenachtige, met 'stnjikwerk en gras begroeide
plaatsed, heide en duin zijn zijne geliefkoosde verblijfplaatsen; vertoeft 1
meestel op den grond en komt zelden op boomen. Met Mei komt het
< by ons om m het begin van September weer te vertrekken. Het nest
wordt, gped verborgen tosschen gras en stnrikwerk gebouwd en’-bevat'
5 7 JilaUwftchti^-groene,- zelden roodbruin gestippelde eieren, die f
in 13 dggén wouden uitgebroeia. ; ’
I 'S itè® vlekf;,’'Z ^dilït '
eene Streep aan
kléme vlek op "
wit, staar;!- aan <
kerb'mïn, snavel
. , Hef 'wijfje is op de hovend
'V: den.'kóp. lichtBruin; wenkbrauw
uteclitng^vit, keel en zijden- van
Dfe jongen zijn "op idè bovendeel
,aan de zijden "vaEr ■
M du^ l i jk , bram-. :
• iichtv roestklfeürig.
m m , \ $eö wm $ •!
f ttwitrt gevlekt, op het onderlijf
. v b bovenborst donker, gevlekt! ■
- . ltuapje heeft een aangenaam fluitend en afwisse..
het zeer vlijtig en ook des nachts voordraagt. Als kamerve-.«d w
1 aan te bevelen,zijn, wafè het niet zoo:jmoéieUjk in 't levctt te b--.:
Men moet de kooi; waarin men het fessen <M.denbode®
gras'zooden bedekken en mét groene takken ontgeven In den bq
voert men met vliegen, miereneieren enz,yen gewent het later aam
DE ftOOOBORST TAPUIT (Baxtooi. rubtnet»). plaat XXII. — Vogel | l 3,
wordt in Gelderland roodboratige waldukier géhoemd.- SïNONiEMEH. Praf
tincola Motacilla rubicola. V reemde name». SebWarzkeMig« Wiesen-
schmatzer, Duitsch; Tarier n&icofe; Tmanqt, Motteua-T-raquet, FrMsch:
^lotï^^^os'Mngelscïi f Fornajölö, ffatimanuk.
De2e ^p®* is m öns land n S alganeqb ^ u r r id ' anuterd riahts
UJ' Gronmgen, Gelderland en Holland én volgaas dén heer Albarda
ook in Gaasterland gevonden.' Volgens ScMegel rijn er in de Dnin-
pannen in de maand December en m het begin van Februari geschoten,
zoo dat deze daai; schijnen overwinterd' te hebben.- Gewoonlul komen
rij jn Mei en trekken ip September weer weg.' steehachtige, met stniikT
gewas en hoog gras, .bedekte jilaafseh wopdp bij voorkeur bewoond.
Het nest is m gras en laag struikwerk goéd verborgen gebpuwd en
-bevat 4 — . 5’ 'blanwachtig groene, vaal'roodbruin gestippelde ^eren.
De jongen komen na 13 dagen, uif,— |
Het mannetje is aan kop en keel zwart, èené groote vleit aan
weerszijde Van den (bals ren eene SGhóudervlék .wit;.; rugveeren
” zwart met zwartbruine zoomen; b(»St en zijden van het lichaam
roestkleurig ,t midden van het ondeflijf wit, staart zwart.
Bij het wijfje is-de .kop vaalbruin, zijilen van den bals licht-
- tenia-, keel dofzwart met witachtige vederzpotoen> borat e» zijden
I . vaal roestkleurig.
Het gezang is van Geinig beteekcasis, zoodai rr> Ul l aj
weekeüjk is, als) kam’ervogel weinig aan]>evéïtis.g verdkaiï,
volière of kooi
WIHTEHKONiNKJE EU GOjUDHAAljlTi
«dakje en (je tgöudfaayujeS gzijn de kleinste. ona£ in- I vocdsql it, -q jere’ê
Als hamer- of. volièrevpgels ziet men ze niet veel; aan ’t voer te Wenj
d«a Uefhebbers onder aUe vogels demeeste zwang- | geteit en met deze
t van.de goudhaantjes. De steeds toenemende | kuns tv, . Mi,
1 ’ut' .'uj^ :lt «u^elijkheden overwonnen en ofschoon j halve het bun
Meed* groote zeldzaamheden'in de - kt,,r;e plaatsen
Bjn, kan men ze toch bij. goede - ymzoiging :en pa-scud t ■ De Goudliaa
WtAte. Het winterkoninkje is zonder veel moeite
rti. Een mechvorm - doet hem zijne ■ schuwheid veXr', i
n mtereneieren brengt men hem langzamerhand op
ren en vopral. meelwormcn- móeten steeds en be;
gegeven worden. In de kooi tnoet meU: een nest-
in de kleine gezel zijne nachtrust kan nemen,
ija moeïeltjker aan 't eten te krijgen. Het best wil
K il