vrij; aardige vederkleed lieaitten -rijs'-Jiiog' een. * e ^ .- l i^ e * a n g )^ j |
vaderland is Brazilië en .Ecuador,-'herder vind ik niets
leven aangegeven.
Kop en keel zijn zwartj bovendelen -olijfgroen; 'vleugels"^wart
«et twee gele overlangsche vlekken, slagpennen geelgroen gerand
DE l-N D lfG'0-‘-’,V'
PI VA.L’ 1
atHOMKHBtf.! Tanagra, Embenza, .-Passenna, Spiza,-: ©yasoimzat^anea-
Tit o d s samen. ^e^nnstrei Tangara bleu,.la la G p t a i . - . , 1
fink, Indigovogel, Duitsch. r
Wij mogen tegenwoordig den fcdigq, vink onder de meest voorkomen le
verschijningen op J e vogelmarkt rekenen daar hij i rar ijks in groote
hoeveelheid; wordt ingevoerd. Hij behoort trouwens tot die bujten-
landsche vogels, welke sedert de vorige eeuw reeds naar Europa
kwamen, zoodat alle ornithologen hem vermeld en Catesby er reeds
eene afbeelding van gegeven heeft Uuffon vermeld reeds, dat het
mannetje in wintergewaad aan het wqle-gelijk 1^ V
X De boofdkleur van het mannetje is een fraai hemelsblauw;
' k°P’ fan en keel bellen meer naar het ultramarijnblauw over;
een smalle teugelstreep zwart; slagpennen en staartvederen bruin-
achtig zwart, met smalle dofblauwe bnitenzoomen en breede
,V H H |b in n e n r a n d e n ; vleugeldekvederen zwart met"breede
hemel blauwe buiten- en eindranden Oog donkerbruin;'snavel
. *•>' en pooten hoomgrauw.
Het wijfje is op l p bpy^deel^|^(ilQ^C aan de" onderdeden
witachtig met onduidelijke, geelbruine, overlangsche strepen In ]
| b® | t wintergewaad is het mannetje aan het wijfje gelijk; ook het
i°nSe mannetje komt e j je e l mede overeen, maar het is aan d e l
* s, ™<3erdeelen blauw gestreept, en de slagpennen en staartvederen I
buitenkant donkerblauw gezoomd. . -
Hef vaderland van. den Indigo-vinE strekt zich ovenalle staten? van
Noord-Amerika uit, van de,kusten van den Atlantisch™ n ^ . r , ,r <-„t
aan de groote meren. Het is geen rechte woli hCgci ■ D?.brs< hzoomen, |
kleme boschjes, weiden met eenig struikgewas, tuinen en .'boomgaarden
zlJn ®in fciesT elk paartje zijn woongebied uit,
dat het met veel hardnekkigheid tegen alle indringers verdedigt, zoowel
van rijne eigene soort, als van de verwante soorten, ’ b.vi den
Nonpareil-vink.
De matLDe^'ei zett?? :?ipb op de hoog te toppenver boomen, doen
het fraai blauw van hun gevederte m * zon..schitteren, stijgen al
zingende van hunne zitplaats in de hoogte, blijven fladderend omhoog
zweven en vallen dan weer op hunne vorige plaats neder en herhalen
dit spel ontelbare malen. De wijfjes "blijven meer in het struikgewas
verborgen en schijnen weinig acht te slaan op de vliegkunsten der
imannetjes, die toch zeker wel ten haren gevalle worden uitgevoerd.
' ' ,m i * z ' arf/ i O ^ n leA « ' t Jup.cn
l otn e sti’ r I ck, ,Kr»r lt,éndi, g -1
oog bruin; poot. zwartbruin.
‘1 Het wijfje' is aan den kop vaalgroen j overigens' :aanr het;
S I
N K (IPringilla oyanéa). - .
’t bezit yarL tteiv sóij^yer.jf
Embariza ooerulea, cyanelln; Tanagra oarolinensis ooarolen. ’
bdlgo bird, Indigo bunting, Blue buuting Blue limiet Engelsclv, — Tmlig, ,
^ ly ^ g e n s -d ê Amerikaans h <. V r é ^ h o c l t , \ f o V 'W i oLcbis
eenmaal pei jaar. Het nest wórdt regelmatig- laag bij den grond, in
I kleine, dichtbegroeide bos hj s tu schen slingerplanten e zelfs dn'het
| S1“ gebouwd. Grove grashalmen vormen den buitenbouw , fijne gras-,
I henmp- en [vlasvezeltjes den bin lenboirv , Het gel g bes a t uit ier
of zes groenachtige of blauwachtige eenkleurige 'eitjes, die echter soms
ook *f5 het dikke einde purperen vlekjes vertoonen. Be wijijes broeden
alleen, de eieren komen iu 13 H ; r4 dagen uit, en beide ouders
maar vooral' bet mannetje, zorgen met liefde en toewijding voor de
opvoeding der jongen.
De ïndigo-vink schik zi f zee oed in 1 g ange is haj betoont
zich daar zeer rustig, mits. hij niet in gezelschap, van-zijne soo tgenoöten
is, én wordt zeer spoedig buitengewobn-tam. '
Ofschoon geen uitstekend kunstenaar is de. Indigo toch een vrij
[goede en vooral een zeer vlijtige zanger Een mannetje begon bij
[m | zeer aardig een kanarievogel na te zingen; ongelukkigerwijze is hij
echter gestorven. Als broedvogel heeft bijslot dusverre nog weinig
vm zich doen sj r ken evenwel z i men er él jongen van kn’mw.
bekomen. Gewoonlijk houdt men hem echter; als"siefvogel in de kooi
of 'b de kamervolière 't Is evenwel- ook vrij. moeilijk wijfjes:, te
bekomen niet dat deze duurder of zeldzame zijn maar de handelaa s
hebben gewöonlijk de meeste vraag naar mannetjes, zoodat deze het
.talrijkst gevangen., worden. De gr0oteJgei|lifeid van jonge mannetjes
en otuJe in wintergewaad met deyvijfys, rmLukt het aanschuffrn Van
een •80ed broedpaar nog al mo^hjk. Kvemvei .heelt men :foch hier en
Idiir een paartje in de gevangenschap zien broedt:
brengen. ,
■’* Is zeer te betreuren dat deze fraaie vof pi dikivijls in zulken slechten
toestand tot ons,, komt on /.dan nog al licht sterft. Eene gelijkmatige
temperatuur, rust, .goede behandeling en vooral afwisselend voeder :
weer “ g°ed“ toestand brengen. Belja^e
met.'vëlerlei zanderijen moet men bepaald ook mét mïéelwarmen, niieren-
eieren en verdere insecten, alsmede met eigeel voederen. VjDit is niet
aUeen voor hlmne gezondheid, maar .ook voor''hei: behoud van het
raaie blauw van het vederkleed noodzakelijk. Verwaarloost men dezen
raad, dan zal men zien dat het blauw al doffer en doffer
wordt en dat de vogel , na den rei,, zijn, grijsbruin wintergewaad iblijjft
I
In den paartijd wordt hij zeer lastig, vooraf' tegenover zijne soort--
gedooten‘ en verwanten, maar ook voor andere vogel. Men moet het
paartje, wil men broedproeken doen, na^eene ruime kooi d^ëh? of het
met grootere vogels in de vogelkamer laten. Het schijnt d'at1,dév Indigpï-£
mok. fnef ;eeii kanarie-wijfje paart; dr. Russ zegt althans kennis te
dragen vl&^Bl^uchtêfvele^^^^y^iï ztilk eene paring voortkomende.'
Een le2iëff yait. 'het Li%e~Stock Journal beweerde zelfe voor weinige
wekèn de zoogenaamde L i z a r d-kanarievogel afstamde van zulk
eeneVbastaardp'aring. Dez^be^ering is, minstens genomen, zeer gewaagd.
De prijs, -'bedraagt 4 i ;.^guldén, van een
p^w’güldénL'’? •; \
M Ê Ê Ê Ê m W B I N K (Frmgüla. .cixis).
(Naar een exemplaar in het bezit van den schrijver,)
S'oroïTEEMBF. Emberiza, Passerina, Spiza., an o sp iz fjiiis. H H
è troia couleura, Y e r N o n p a r a i l düoh,', po'nted finch, ChHa^^dly-é^eïk,
JEngelsch; — Papstfinch, TJnvergleiohliche, ïüonpareil, Duitsch., '
Als naaste verwant van den Indigo-vink komt de ^ ^ ^ » i n aanmerking
,, een vogel met fraai e® schitterend -vederkleed , dat den
naam van onvergelijkelijke of nonparei'1 ten volle1'wettigt. De grootte: l
■ is; ifits aanzienlijker' dan van den voorgaanden.
Kop ]en.. hals., benevens de zijden van kop. hals en krop zijn |
( prachtig ultramarijnblauw; mantel, schouders en dekveeren der
11 armslagpennen licht grasgroen; stuit en bovenste staartdekvederen i 1
donker purperrood; een smalle oogrand en d'e-, gansGliè^onMer- '
deelen schitterend scharlakenrp'od'; slagpennen en staartvederen
donkerbruin met bruinachtig-purperroode bnitenzoomen, laatste,
armslagpennen aan de ,buitenvlag grasgroen; grootste rei der !
bovenste vleugeldekvederen . purperrood, L de kleine1 '»aan den
onderarm blauw; onderste vlengeldekken bruinachtig met pur-
pere zoomen. Oog bruin; snavel boven donkerbruin, onder
é lichtblauw; pootén gcoenachtig blauw.
- Het «jjjev'is op de gansche bovendeden groen, lichter "en ;
levendiger op den mantel; kin e^Meel -w^aèltig; krop en borst >
I S g r o e n g e e l ; ondérborsf^il^ ik . achterstreek en onderste staart-
dekvedmen bleek oranje; de donkerbruine- slagpënneft^gn staart- :
vederen met' dpfgroène buitenzoörn'eh.
Ih de eerste dagen na het
, "êlMÉder^^il^pn.’ komeïl met dé kleur Van het wijfje overeen.
De Nonpareil-vink bewoont hoofdzakelijk, 'de zuidelijke deelen der
•Wsieenigde platen • en trekt des mnters tot'’’loaar'' ivlexico en Midden-
Amerika. ' In levenswijze en gewoonten komt hij' zeer veel met' den
Indigo-vink overeen, wiehé p,dbnWa:atsen ook nagenoeg de zijne "zijn.
Volgens Audub'on jhij dikwijls in de onmiddehjke nabijheid der
menschelijke woningen. • t;'
De Nonpareil-vink is reeds sedert langen tijd in Europa bekend en
het schijnt zelfe, dat men in ons land reeds|m’;dpJMxjge, èeuw^gei^tèl,
i ’t isi wel fe^Dexamm’& ^ lria t er
zoo weinig meg^kpfê^Je^eii^jèV'' Zeker 'is.jie%'
vdatVdezei;i4 o g S m 1p g^ ^ ^^aM^#ngénsclm-b- bloedt. veel;
‘hest,v ih,v een ‘p f andeé’ ^flmpjW£in
een Harzer-kooitje uit bastvezeltj es en hooihalmpj es gemaakt, heeft eene
^lQ^èL^^fe£laa^M^^^P^erQèi^hïj^V^erscbilleride zachtere ,st^fen eene
^ro|pnl^^^né§t3iblte. iwordt 4sahgeï)ta(iit. Hpt bestaat uit. 4 èfè?':
blaü^achrigl' ^|tej..M^^^^^ttpM^^ffiep''Violefetefooskleurige vlekjes
door' het wijfje alleen worden,, uitgéïbroe^
.kZpo^^./'db\.|bngen;!izijh&^^^rè^ het .-mj^e gewoonlijk eéfym^
ff^^d^^an^^és^fnf ^vonterkleed weinig vam'de|- ^j%is verschillen
i;eh^deze laatste minder t a h i j k i g ’j het nog1 al* mQepjk
tefbekomen. Sedert dp> JiefheM)êrij*jO^ vogels te
;doen: br^9ed^^^^^a^mejkehjfe^ï^gè|L^ leggen de* handelaars
toe (om zoodat
I p p met 'een weinig • aan een paaltje,kan
Meer, nog dan de Indigo in^, de gevangenschap'
zijne « fraaie p^^^^^^^mê?^beharideling en afwisselend ybedef ,;
soort (vo^ns^Q&Jè^;|ffl^^L^ Thym
M^ i al sprinkhanenp^ïel^^og^'^map^ffi, kunnen frein- échteds^aj^c
IM^Migg^^^^^^mlJifehouden. Een graszaden,
bezien ’’ineelwormen en andere
insect^hi afwisselend, en naar gelang van hefi'jjaargetijdo
In den paartijd is hij even lastig als de Indigo-vink; dezelfde faad-
gevingen dien opzichte bij dezen gegeven, moeten ook hier
■ De prijs komt ook met dien van den voorgaanden overeèn.'