H E T I » V A N L A B R E S S E .
,' Men , is ' ten van gevoelen, dat' Frankrijk' slechts drie
goede hoenderrassen bézit, nl. de Houdans, Crèvecoeurs en'La Flêches,
benevens de daarvan afetammende variëteiten, die wij boven kortelijks
behandeld hebben Niets is minder waar en uit het feit, dat deze drie
rassen slechts bij :ons gekweekt en tentoongesteld worden, moge men
niet afleiden, dat de FfeSsfhe boenfesfefél slechts deze drie rassen
■ en-,onderTassen^^p, behalve een gewoon'landras,^-het Fransche
hoen, -heeft men er nog. andere, waarvan wij eenige kortelijk zullen
vermelden.' Bén der meest bekende is het -ras van la Brèssê.\- Dit
stamt zonder ëenigen twijfel. van eene kruising van Andalusiërs met,
.;ëêns öf ander landras af en* de blauwe kleurslag gd|jikt in zeer; veel
®§#ÉÉenbps de JLndalusiers,. P e rechtstaande, enkelvoudige
kam met ZéeT b l den. haan - j am
hénnen doen dezen oorsprong uit de Andalusiërs -nog meer
voorkomen;
l^ ^ ë ^hëeft■ a|BEwras d^^plg^Me'kleurslagen: witte, zwarte, blauwe
en grijze. Het zijn uitstekende hoenders ^ ^ iè gped leggen, goed
y V|:Ef R A » an
. Deze^ hoenders' zijn zeer beroemd? ©m. hun fijn vleesch en de poulafden1
en kapoenen, van jygfell, Périgueux ën Barbézieux zijn p de Parijsche
markt'zeer gezöéht. In voim en in karakterkenteèkenen komt *het|
veel met het ras van la 'Bresse overeen, maar het is zwaarder. Dé'
hennen fegg^ zêëf gf p fm a a r broeden weinig.
, hiér La Bërre-Ée 3|:©p vérder, nog: ■
Het ras’ met vijf t eenen, dat in het ;nf orden van Frankrijk en'"
ih sommige '^streken van Brngg^: ,
zeef verspreid |J ||; ; H i | % e t stamras
B AR B* E ZI E U X.
waarmede het in- gedaante eh.'f]d!^ur,.z©Qlwel als door de vijfde teen zeer1
veel overéénkomst; heeft.
Pe K oekoeksveeren , die vooral .in Normanddemaar in
België en Engeland (en Ook in ons ~ land) voorkoinen. Het geheële (
_gevederte is koekoekkleur; de hals- en zadelveeren bij1 den haan zijn
j lichter met' zilyerachtigen^glans. De' hennen zijn overal koekoeksgrijs.
I Er bestaan twee variëteiten van: eene riaep rozenkam, - de; „aiïdèiè,
j met gfOOtéïï, rechtstaanden, enkelvoudigen kam'. De hen legt- zeèr
goed en broedt weinig; de hoenders 'h'Q,ü^n' echter veel van vrij
D E H O L L A N D' & CJH E E -A S S | I .
\ . . jboogt bp eenWmffitó> aantal zeer fraaie en Algemeen
gezochte hoenderrassen en hierdoor, zoowel als door het—aanzienlijk
aantal 'liefhebbers^ en kweekers dat ■ het telt, zou het zeker als
hoenderkweekende natie voor geene enkele andere behoeven onder
te doen, indien er meer eenheid in inzichten, meer kennis van de
verschillende karaktertrekken, der rassen bestond, in- é lh ' woord:
indien de hoenderteelt op meer praktische, rationeele en, laten -wijl
het woord noemen, op meer wetenschappelijke wijze gedreven werd.
Kunnen de in zoo ruime mate voorhanden zijnde .élémenten"'tot'
een goed en wel ^^^ld;'geheel vereenigd worden,- willen de liefhebbers
en 'kweekers de handen tot eendrachtig samenwerken ineen
slaan, dan' zap Nederland, het 'land der veeteelt bij uitnemendheid,
ook op het - gebied der hoenderteelt eene waardige plaats ondèr andere
landen innemen..
:- Zeer vele schrijvers erkennen sl^mprue;en Hollandsch ras: dë'/rzoo-'
genaamde zwarte witkuif en zijne verschillende kleurslagen, waafe;
onder de zeer zeldzame en misschien uitgestorvene variëteit de WITTE
ZWARTKUIF, terwijl andere, bepaald Hollandsche rassen, beschouwd
worden als tot andere landen te behoórêm zijn evenwel niet van
dit gevoelen en tellen ondert onze Hollandsche rassen een veel grooter
aantal. Behalve de bovengenoemde zwarte witkuiven^rellehenT• wij ook
ondèr onze nationale rassen: de Paduas, de.kraaienbekken, de goüd- en
zilverpellen enz., en deze verschillende rassen zullen wipachmr^^
nader behandelen,-.beginnende met '
i ï i i l f e
N D S C H E K U I F H M H
Fransch; S^mli^^^w^'Dutch polisli, Engélsch\ — Schleier-Huhn, Tollen-Huhn, Holländische
. Weinige hoenderrassen strekken een hof of park meer tot sieraad
dan d e ,algemeen gezochte Hollanders met witte kuiven. Een .der'
voornaamste Ehgëlsèhte' kweekers van iï>t rras. zegt "het volgende over
^ P l ^ ^ f t ë^- jdpurslag: „Onder de groote memgte verschillende huis-
hoenderrassen zijn er geene, die zoo algemeen bewonderd worden als
:.ié zwarte Hollanders. Het in ’t oogloopend verschil van de witte
kuif met d e , biji fijn gekweekte? dieren, zoo glanzend zwarte, violet
moeieh.de kleur van het gevederte, .misse^'.vm’ö@it de aandacht te trekken
i n de bewondering op te wekken, zelfe vam die' personen, welke van j
hoënderkweekerij noch hunne! .uifspänhhig noch hun bedrijf maken.”
Vanwaar ons dit fraaie hoen gekomen is , wetgn wij niet en het z<|äj
een nutteloos werk zijn' ter' den oorsprong van op te sporen, immers
Jfe: afetamming onzer mééste hoenderrassen; in het duister gehuld
en alle gissingen kunnen ons geen voetstap verder op den weg der
waarheid brengen. -P it weten wij, d a t^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ i jk ^ ^ jd è n j - 3
-verder, ns^K^^^j^^^jikrijk,
Engeland en andere landen is' ingevoerd.
S • S T A N D A A R D V A N U ITM U N T E N D Ï Ï E ID .
KOP — kort en dik.
^EAM r—
^StËLLEN —
oorlellen — wit, klein en rond.
• baard' ontbreekt.
.ku if — zeer ontwikkeld, uit smalle en lange veeren bestaande, die
aan alle kanten langs den kop neerhangen.
hals — rajkelajk met veeren bedekt, kort, recht en'fier gedragen.,. _
kort en ineengedrongen; sêhliid'ërs breed; borst breed en
.vooruitspringend. É
vleugels • — van gemiddelde ? lengte e n ig e n het lijf gedragen. ^:. ,
— lang, buitengewoon ontwikkeld, recht gedragen en overvloedig
van
POOTEN V -n k o it ,■ maar dun en onbevederd, donker leiblauw van kleur.
teenen — vier in getal, vrij-;läng, recht, dun.
•gestalte — vlug , hoogte 3o ä 40 cm.
1 fii0ubïNiG — sierlijk en gebiedend.
;iGEWiêpT' — ongeveer ^ Tspi. '
P ë ; H EN. komt in aüe: oipz|#tën met den haan overeen,1 behoudens
^^ëts^pjone onderscheidingsmerken. De kuif bestaat uit recht opstaande
/roiide!, veerljes, die eene- groote bolronde kuif vormen.,
kennen van de kuifhoenders verschillende kleurslagen, waarvan
^def-'mpest verspreide is: • v..
■ P ^ z;v%A.Rt e w it ic u if (Al e ppo-HO^N^LPvOT^noife^tób^^
daise è. huppe' blanche, White crested black polish fowl,
, Het gansche gevederte is
®^b|%|i^ar^^^p'vfipaien ^roe^^^^m|^p^.slagt, stu^rpennen; en
zwart, De ^kuif-is
biinav-gehl^^M R htj,; y a l zeggen, zwarte -Hóllariders
rijn, ér eenige zwarte
m é t k o o p l i e d e n
^fekl^^pd^^K^Ken;;bewerén . dan^f j^eren, met,' geh^h'.yTitte kuif tfe
^ ^ p ^ ^ e e r zijn aangegroeid, komt *
e t u i f >fVafe;^^pue'Cl^hppei .blandhe^
White. j,yl^lau&%Hp^
Deze
Ijrlèurslflg Pe witte
zwarte gevederte» t}0
middelste
tweede slagpennen,®^
het ~ blauwachtig
achtig leigrauwi Bij beiden is dé kuif-^tlj'.y ^
t T^ m e t wïThE
B B r j f e n E^y.beho&-.
^ ^ f f i ® e i{yeer ^ e p n e witte
^ j i S ^ p ’aAts.'^^^^BzwartelpEeM'^^^^^ ^ ^ ^ ^ m rst zeldzaam
h e t;v o v 'g iï^ ;
niet
. fraai aM|ypör^
^ust
malsch m 'fijn i^ ^ v a^ ig '
weten, z i c ^ ^ - S
5en
zanA oflkiez^Tbestrooid
zijn.
; kuif H ...................................... 14 j?
;PS veéï Jkam . . . . 10 »
.........................................................4 »?
.in ^ ^ ^ ^Mül-tzwarte) ■ • . . *
• • • • 6 „
111111111 aan ' g l a n ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ m ó K é t f $4 h? ^ \ ï'i
i