waren veel kleiner en volmaakter exemplaren, dan d f ^ # e
dusverre
iPglen d'e\ pp.0^u^J:^!^0®g zijn.
De tweede ingevoerde s o o r t , , n a a m van Bsf-T©H<i-sQïÈ&B(^^dêr,t,.
was, evenals de vier volgende, so|p||k, in Europa geheel en aft;©^lèr:|
|j|j|i -e&, geldt zelfs in Japan voor eene groote zeldzaamheid, zoodat
B l l i een' fraai- .paai* tot 16 dollais betaald wordt., Het gevedeite van
dit dwerghoen is zwart niet witte zoomen, maar even als h§ :M
Houdans onregelmatig geteekend; de sikkel- hals- en zadelveeren, die
bij den haan groenachtig zwart glinsteren, zijn bij de hèn diep zwart
|§|g|l.e is’lag^ëer^ja ;wit. Eigenaardig, is het-, dat 'de Jmikens van deze
soort in een geelachtig wit dons, bijna als dat van een kanarievogel
en eerst met den rui
S p ftK s Jongen te bekomen, zoodat ik eenige paartjes kon wegschenken.
Bij de derde soort Aka-chabo is het haantje zeer ^^ï^Figt'Jp;Jde
schitterendste sdiakeeringen geteekend, maar vooral treedt -het goudgeel
^•%niijnè verbazing geheel zwart. Daar ik deze zè.êr spoedig verloor,
beproefde ik kruisingen tussehen den m'gêv-derden haan '|n^echt-Bantam
hennen met' gpndbehang, waaruit ik zeer schoone nakomelingschap
verkreeg; terwijl -de haantjes geheel en al op hun stamvader geleken,
waren de hennetjes deels zwart, deels reebruin.
De vierde sport-; heet Ma-siro- chabo en is, zooals de Japansche
naam aanduidt, zuiver wit van gevederte, hetgeen bij den hoogrooden
kam zeer prachtig voorkomt.
I l lp è f
getuigenis van een Japanees, in haar vaderland zeer duur js , vertoont!
een schitterend zwart gevederte, dat heerlijk blauw glinstert en vooral
in den glans der |||||een prachtig gezicht ^pJg^tJiSnavel enjp^otgfil
zijn eveneens ghfff zwart.
Eindelijk bezit de zesde: nieuw ringevoérdefhbendersoort, K atsura
ito Nö chabo, een wit, haarachtig, op zijde-gelijkend gevederte, dat
zwart is;.,, en kan dêzl;
onder de schoonste, merkwaardigste en kleinste hoenders
i¥et^afcwöMehilkw^^Ke^^etig^|^^ ^ ^ 'Weegt nauwelijks % pond.
P i haan heeft een onevenredig grooten kop, met hoögen diepgetanden
kam, die, evenals het gezicht, rood is. Deze Janpansche Zijde-chabo’s
moeten' niet met de. bekende Japansche zijdehoenders
die veel grooter en geheel anders gebouwd zijn, eene kuif en zwarte
£||||jat -de bovenvermelde. veÉsdhailende dié allen
zelfden lichaamsbouw, bijna dezelfde grootte hebben en ook in de
overige kenmerken overeenstemmen, spelingen van eene en dezelfde
soort zijn, houd' ik^^ërlzeei waarschijnlijk, evenwel blijft de nakomelingschap
z e e r :i# è^ |g ; P a t ■ deze in ’t algemeen zoo is |gp|
tamelijk moiiêlijk- gioot te brengen, daar dg kuikentjes zeer teer enzeigr
p i i * - e i e r e n . , gaarne en niét
volhaiding en voeren harve jongen mejt veel zorg. Men kan zhlfemet
licht tets ibekoorlijkers uitdenken, dan ^ » e e n e kleine gevederde
Japaneesche, 'opïgéyen f'oor ha?r,e\ m®n||§e schaar- kuikens en op'dit
oogenblik heb -ïk-gèie zwarte_Chabokloek met 15 stuks van de verschillende
soorten dézer Japaneesche dwerghoenders. Bij de eieren
komen opmerkelijk veel onbevruchte voor en daar dezen-ook eene zeer
dunne schaal hebben“,, zoo k a n ^ fit ze slechts door kleine Ko^Mer-
rassen, b.v. Bantams, uitbroeden laten, daar eene zwarehêmèaet alleen
de-jjerin, maar ook de teere kuikentjes zon verpletteren.
- Opmerkelijk is 'Mêf,. daUde zeer eigenaardige bouw #er afhangende
zo.o ook zijn de, haantjes reeds^ sffojfelfp aan dé1 grotere kammen te
herkennen.
l fijnen smaak, hébben.- Daar de eieren^ echter ongeveer -zo© groot zijn
als een duivenei en door een beroemden ornitholoog, ^raeene der
1 aanzienlijkste eierverzamelingen heeft, bewezen is, dat de Japansche
dwerghoenders onder a f t schaivpgglk d è | ' e i e r e n leggen g | ||
moet men ze niet voor het voordeel houden.'
Wat nu de~ direct ui£ Japan ingevoerde stammen betreft, zo© hebben
I deze zich uitstekend inheemsch gemaakt;" maar men moet ze na gene
verwarmde, stal aan het gewone voeder
der andere "hoenders, gewend, maar aan rauwe en gekookte rijst geven
§|f boven elk ander voedsel de voorkeur.
De in 1877-ingevoerde Cl^bddapenltrs.zfnvan ouderdom gestorven,
maar de nakomelingschap is verzekerd en de oorspronkelijke dieren
hebben in 'ii
eereplaats in de koninklijke verzameling van natuurlijke historie te
Drêkde^rge^^^^^m
S E B R I C H T v B A N T A M S.
PLAAT X — YOGEL 39, 40 en 41.
Vreemde 'nahek. G-esaumte Bantam, Duitsclv, face de Fransch;
^P^^^^^fë^^^ - l^ ^ ^ zillefgezoomde Ban tam s , ge woonlij k Sebricht |
Bantams genoemd, -leveren zeker wel net meest buitengewone bewijs,*
wat flijip een'e zorgvuldige 'broeding nkarLrverkregen worden” , aldus I
Whntyht~Wzi<in n ivsirated Mm/kof Bvvltrv. B horen^wil verder-' wat ]
de Engelsche schrijver |||g|den oorsprong'der Sebricht Bantams, die |
:^Éöët was omstreeks het _jaar 1800
dat wiilen Sir S^ ^ ^ ^ iIhM ie t eerst JSlSebriclit Bantams begon 'té||
— Sëhrihbt-BantamsXaceE^an taM JEngelsch.
scheppen/' De oorspronkelijke kri^SMg' was tussehen eenige gewone
Bantams éwd^'FadW-ho^ênd'ers. Deze werden m-and-in (inteelt) gebroed,,
tot dat de verlangde teekening en groepte verkregen waren. Sir jio lg
ÉH » 1 toen . a i ls fint'-. bró het land 'ré^de, ieen kortstaaitigen
Bantam-haan. Deze köit^aartlge^fi^n^'^^^m- en in |p|f©ed met z^'He,
nieuw verkregene Bantams, waarbij de nakomelingschap den tegenwoordige
vorm van den kórten staart opleverde.
In de PöuHry 1Wm&Mc-m werd medegedeeld dat’Sir John te Norwich I
eene lederkleurige (buft-coloured) Bantem-hen verkreeg, die zeer klein
was, met lichte leiblauwe pooten. Op dezelfde reis kocht hij een haan
Wiensi’ veêrên zeer naar het roode overhelden, en die zonder sikkel-
veeren was en' zadelveeren als een hen had, en eindelijk te Watfond
eene kMne hen , die veel op een Goudl Hamburger geleek. Later
verkreeg hij uit de Diergaarde een wit haantje. Dit alles gebeurde
voordat de gezoomde teekening volkomen was verkregen. Zij waxem
toen bekend onder den naam van Pheasant-Bantams Fesant-Bani ams.’ ’
Om niet al te uitgebreid te- worden, zal ik Wright niet verder j
citeeren, maar mij bepalen tot de vermelding dat Sir John Sebricht
weldra . een Sebricht Bantam-club stichtte in medewerking met ver-1
scheidene der beste liefhebbers. Deze club nu ging steeds voort met de
verbetering van het ras. De beste eh zuiverste Paduas werden gekruist I
met de fraaiste Bantams, tot dat men eindelijk in bestendige, onveranderlijke
vorm en kleuren de zoo hoog geschatte Goud- en Zilverl.
Bantams verkreeg, die den naairfr van den eersten kweeker vereeuwigen. 1
Talrijk waren de moeielijkheden die 'mert
De kopknobbel, die eigenaardig>^ke^ ^ ^ ^ ^
moest wëggekweekt worÉëly.. iè; lange zadel- eiï .sikkelveeren moésten
Ev^ti^inën^HeÉ^^Q^a moest ; 'tot'^^^^^^e|wei:hduding terfiggebfaéHtl
worden en tevens moest men trachten
-van het Bantam-ras1 te bèBtoudéh'. Éindelijk is men gesIaagdM ^ ^ ^mietJ
kruisen, want de, nadeelige gevolgen van de inteelt bleven niet uit en
Bantam-club bepaalde ook de kenmerken, die de dieren op hare tentoonstelling
moésten hebben. De hanen mochten twee en twintig (Eng.)
oneen, de hennen achttien oneen wegen.
lang^zadMveM^SneÉl^^^ióchfladderende sikkelveeren;
zij moeten' r o Z é n k am m e h r u g g e n , p^v en staart hebben; de
grondkleur, het zijj goud, ,©f .z^?^ê, moet zuiver zijn en elke veer sierlijk
gezoomd gesprenkeld) met zuiver zwart. De staartvéeren mogen
geene uitzondering,'^',ide'ze omzooming maken (maar dit komt zelden
voor), en :de banden op de vleugels moeten zwart en goed te onderscheiden
zijn. Dezelfde eischen worden aan de hennen .gestéML:.
DM,-'iêfiri|lts Bantams 'komen tegenwoordig in drie kleuislagen voor: |
De'- .'iBanfe 4'örè-, laged B, Er, Gold
;.pe|i|mle -B., È.)\ de | ^ e r l . B. argenté, Silver laced B., Silbef|
B.) en de €r#®é.É N k l e u r i g e (B. citronné; lemonlaced B ., citron
Bantam). De drie slagen, verschillen slechts in de grondkleur, die bij
de Goudl. een levendige lederkleur, bij de Citroenkl. eene stroogeel
en E B le Zilverl. wit is, waarljjp ^ ^ ^ ^ ^ y en'■ zwarten1 zó<CT|
omgeven is en die het ware kenschetsende dezer ^ ^ ^ rs | li|* Zooals
wij zagen hebben^Ifluas, Hambp'rg.ers en Bantams medegewerkt
de vorming van dit fraaie ras ’en men erkent duidelijk'ïn de Sebrichts
Ëhet plie d ' dézer drie rassen.
; i f $ ’■ A A RD VA N U I T M 03STTE M E) H Ë I D. l
kop — kort en van voren afgeplat. '}\ \
snavel 33s©'rt. :en horenkleurig.
kAM — rözenkam, pu-ijfèfr of vermi’ljoenrood, regelmatig met fijne:
plinten bezet, die eene gelijkmatige oppervlakte vertoonen, langwerpig
van vorm, van voren vierkant, naar achter toe spits, de punt naar
•' boven gebogen . klasse.
K'IN-lellen: —-^bijha rood en uitgehold, van dezelfde
oorlellen — kléin, violetrood of met wit 1.gespikkeldf plat op de
I . w a n g em fg p n d é.^ ,,'
wangen — naakt, violet- of vermiljoenrood. *; •
oog — levendig rèodv-^
-Mar ^achter gedragen.' ,
halsveeren en niet zooals bij den
^ ^ eWo'nm^ha^<afgólvende.- 1
^^^^^rV-kórt^ ié
rug — breed.
zeer laag gedragen, bijna over 'den grond
^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ brëéd^m^irM™ ^^^ ^^^^ ^ h^mestaart) . zonder sikkel-
veeren en hoog gedragen, naar den kop ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ k ^
SCHENTEL — kort
kort, fijn, naakt en leiblauw van kleur.
5[€U^;H f, n . den haan^pm^^jp’bbfst steekt minder
vooruit en de staart is |ahg en smal.
l^^^^^^^ffiHEjWGENSCHAPPEN. ^D'eze hoenders zijn1 zeer prdmagza^m,
en de hanen een zelfden hok bij een
zijn. De hennen leggen vrij goed, maar broeden weinig. De eieren
I Perre de Roo meent dat dit het
I gevolg is van dat, de. ware oorzaak
f kunstmatige kweeking van dit ras.
I kleurslagen, de goudl., de
I ^^^^^^gp^raWpilverlakensche.^^pas.ts^^^mikoitft wel het
I meest voor, daar.->,''dte?^^aS^mékenin^zic^^Ë^^^Ér^^^in\'-^itten
I tekening iM^^^^^kleurslagen is als volgt: De
I hen moeten met een zwarten zoom'
I waarvan d^jSBgS^^ë^imiid een. 1;weinig TO^^^jj i.de.,
{^ Meine, imidfËste^^^^^^teJf^kveerënrud^M^^pyV'de tweede slag-
I pennen, de dekveeren van den staart, de veeren^ v^^h; hals en .de
bnjjgv^ ■ moeten regelmatig
zwarten zoom.f ge^M^Me^ ’zuiver .geteekénd den
, k l e u r ig . t t p iM r a É t zwart eerste, slgp
I die bij zijn donker
| k, op de binnen vlag een
I punten. Bij de
i chroenkleurige of zilverlakensche zijn de eerste ^JagpnnpnIge^pb^jfc
I ■ rain4^ ^ ^ ^ ^ ^ Élfekkefil:: met een,
Baf e et j^^^ O | z e e r dieren te bekomen bij welke de staart
I B B ^ ^ S ^ y '^ftte^léend^is.' rfóbfe^Üstaart- ^p^ifeOTfeen moeten
„ K ' r é g M i h W g v i ‘ maar dit' komt zelfe bij» eerste klas'
I P ^ ^ S e^énifod ^ ^ ^ ^ p S i^ ^™ B ^ ^ P ^ ^ ^ ^ y zm v e r geteekend,
I ^^^j^^ë^veeren’ aan (^p^^^^mWof soms geen zwarten^^^m-hebben.
'^a^Mr^^tige. kweeking
i |H^B^(,nietJite. v em ^ ^ ö k ^ a t inen bij d%tópkmg«sdieren verkrijgt,
vertoonen.’ J)i^^^K^eèfvtfli^g yoo^mnen
broeding iraai, fraaie dieren yialk
zaak|is\'X^^lpïö!’yan dè-zpo kenmerkende
hiepgsei van zwartV.em,
H Q ^ H B | d ie aan (S ^ ^ ^ a aiWb^valhgheidhbml^êmfe' Een goede,
■ van ^ ■ hier, meer fa n bij eenig
^ ^ ^ y a fflg è fe e fèn d ^ ^ ^ ^ B j^ ^ l e n pare-'dêjrlklvè hanen met een