Baron yilla Secca ontving van Dr. Binder, scheepsgeneesheer van de
Triester L j o y d 3 paar Langsh,ans ;' wélke deze|uit Bombay had medegebracht.
'■ Deze dieren waren afkomstig uil een dorp-im de nabijheid
van Nangking. De verkooper, een der 'grootste hoenderkweekers üra
die plaats, verzekerde dat, zij van zuiver ras waren en gaf daarvoor als
kenmerken aan', ’ dat oor- en keellappen fraai rood, de snavel zwart,
aan de punt licht,'de beenen zwartachtig,of ieigrauw, maar niet geel’,
de nagels der teenen echter witachtig moeten zijn. De beenen moeten
bevederd-zijn, maar niét ‘te sterk; de'.hqenders•"Hebben'meestaKeepd.
kleine kuif, zööals, dat.'dnj^velelandrassen laet/geval is. De door Dr.
Binder * ingevoerde dieren vertoonden al deze kenmerken. Baron Yilla
Secca, is dan pokrde meening töègëdaan, dat de Langshans een Chineesch
landras - en geen verbasÉdide -zwarte Cochin-china's zhjai*en dat bevederde
pooten een vereischte’ zijn voor prijswaardige dieren.
Ik meen in hetgeen voorafgaat vrij’ Uitvoerig geresumeerd te hebben,
wat er in de laatste jaren zoo'1 al over dit ras geschreven en gestreden is.
Misschien ;zullenym ^^^^mchtemdëz^^^^^^fi^n?ToCbmverwerpen
en ons ten islotte zekere mtkomst in de zaak • .
Eene opmerking mag_ik niet verzwijgen: Bij de- verschillende afbed-
dingen van L., die in mijn bezit zijn, merk ik een tamelijk in ’t oog
-loopend verschil op in den vorm van den rug. De afbeelding, diehièr|
bijgaat, is genomen naar eën^haan van^^^-jaar!pu.d> en in ’tbezit van
den heer Heymann, een zeer-,*bekend Langshan-kweeker in/ffliamburg.
Deze haan werd êp • de têntoonstellingen ftetlïamburg (1882) en tê
Ltlbeck (1882) beide keeren met den eersten oprijs bekroond. De
aibééldiMgénwelke ?de%éer lYölschau in zijn werk „Illustrirtes Hühner-
buch, ’ van zijne^fc geeft, vertoont een haan, waarvan-de .rug zeer sterk
naar beneden loopt en dus niet de uitholling bezit van .dién;-,;
plaat voorkomende. Voor het overige zijn zij elkander volkomen gelijk.
Ook 'de afbeeldingen .(niet zeer fraaie houtgravures) van dieren, van
den heer Croad afkomstig, vertoonen eenige afwijking.
• Het 'gansche gevederte- is zeer dicht ,* diepzwart en meestall mei iêên
glanzenden groenen weerschijn, die reeds bij de jonge dieren merkbaar
is. Hals- "en.-.zadélveeren zijn zeer lang en ruimschoots voorhanden; d|)j.
onderste ilichaamsdeelen rijkelijk ;niet dons bekleed. Dé vleugels zijn
meer ontwikkeld dan bij de C., zoodat de L. ook een weinig kunnen
vliegen, ofschoon hunne rustige natuur hen Weinig van dit vö.orrecht
doet gebruik maken. Het verschil tusschen beide rassen is vooral in
’t oogvallend bij het skelet, daar de L. zeer fijn van beenderen zijn;
Vooral de borst- en schenkelbeenderen zijn veel dunner. De eieren
komen in kleur, gewicht en grootte me^diè.d’er C.-'overeen^ --
. Wright spreekt in zijn Book o f fioultry niet over de L. en de Éngelsche
of Amerikaansche. Standard of excetlem-e%|^ ö3^ezeS?al| van de ||f|
bestaan, zijn mij niet bekend.' Goede, prijswaardige hoenders van-dit
ras moeten- volgens; dén, heer Cföad de-volgendè kènmerkeni-yerroonbn^
i 4 S TAND A A RD V A-N U I T MUNTEND HE I.ÜD.
■kop -^i^^^^|hdtrai^^^-Jimt- ';hchaam klein, sierlijk . haar . achter.
geworpen, |cl^^éF|^wOpi,, .wenkbrauwj^^Ms-i^sif of wat vooruit-
^^spfihgeridt^r ' •
,SNAVELsterk, aan dé punt een weinig gebogen, donker horenkteurig.'
kam'— enkèlvóudig,dioog, rechtopstaand, diep getand, vermiUöenrood,
oogen ■ groot
;r f^ppiUem/^ ||
OOR- EN keellellen — tamelijk lang, levendig rood envvan'&h^ffi|
j /^weefsel.
hals -—--tamelijk lang en eenigszins naar achter gebogen.
: romp — kompakt, meff^ê^ph#: l^ngf
rug — breed.
zadel -j||Éa|k met vederen bekleed en naar den staart toe oploopend.
b ó r s t vol, zeer vlezig., diep naar omlaag; d^len#..,
, vleugels — tamelijik klein, maar grooter dan, bij de Cocbins, plat
.' - tegen - het 1 ichaam getrokke n.
„^^^^^C-SÈNKÈL'.H^^^pd’.'vUiteen staand, de beenen tamelijk kort, goed
^tee^ens' . lang, .recht'}^ie^§ffl{kMde4b^ q ^Wft^f^ b e^dérd^;lei^
grauw, de bindhuid*der teenen' licht 'robd-' .’
.. STA art — rijk- met dekvederen 'en sikkelve'cIeren bezet, welke laatste
minstens j^cm. boven de andere moeten uitsteken.. /“
gewicht — vahjden volwassen haan 4 a 5, van de hen 3 a 4 kg.
gestalte — zwaar, maar niet lomp, meer diep dan lang.
houding — -fier en niet zonder bevalligheid.
kleur Van. het gevederte —- diepzwaït jv met een groenachtigen
I |#^Mdglans.'.VjT’’''^
D'i N heeft■ "een kleineren kam, welke overigens -aan dien van
den haan gelig’^sk-^éstalte iets geringer. Houding levendig en vlug.1
Daar de Schedule fo r judging mij niet bekend is, kanr ikrook^mel?
. de cijfers-van afkeuring aangewen; men vermijdë'echter de volgende
P‘uïfTpï;-:VAN AFKEURING-—^- ~
Gestalte beneden het middelmatige.
- Lichaam te veel naai' ^.achter gebogen.; v.
* _ Weinig ^^nlQrelde^bdrst'
^;BU^rikam' o f kam
Oorlellen met wit gevlekt.
^-Witte of witgevlekte sikkelvederen en witte beenen bij-beide geslachten.
Kleur van een roode, purpere,-bronskleurige oL blauwe tint.
Gele of geelachtige bepnên^pï dd|f^[ene andere kleur dan donker lei-
grauw hebbeh\4'k4
Te korte of te lange staart; vo'oral sikkel veeren, die minder dan de
aangegevene Jengte-hebben. •
.Z.;,ÉcöNQMisCHE~. WAARDE. Al degenen, die Langshans (’geïióndën Of
'gekweekt hebben, zijn hët%h|eSm^ëens, dat dit ras alle''aanbeveling
verdient. Het levert-bijna het geheelê jaar door eieren, die>weliswaar
niet buitengewoon gtoot zijn, zooals^bij-dev.m&ëste- Aziatische rassen
uhët'^geval'' is, van
Het jiin-éëchley.mitmxmtende^^eeMn^^^ K y ' ’ zij worden, hierin door
bijna geene andere rassen, overtroffen. Yerder zijn^zij ^.«^enVzeer
sterke natuur, korneiT-spo^dig iaa de veerenff^bijaa. gaed gehard'tegen.jde)
■ veranderlijkhédeff' .van ons klimaat, verdragen de winterkoude zeer
góed .ën ;WDtden daardoor zelÊ ,nj.ét, van het leggen teruggé’hou'deh^ De1
hennen broeden gbe^ en geleiden hare kuikens uitstekend. -Zij zijn
zeer rusig^.. .vertrouwelijk en verdraagzaam--en"eigenèh-|>zieh derhalve J)ij
uitnemendheid voor die personenffijjpjffl goede leggers en tevens broeders
op eene beperkte ruimte willen houden.
' Kleurslagen zijn èf niet -paó^bekènd> i vY^el-'heeft »men'hier' en -daar
'blauwe Langshans gewag;. gebraaktmAar r dejfe
waren niet anders dan /.kruisingsproducten 1 tusschen Langshans. en
WET MALE I S e i WO EN (öaJIus malayensis).
PLAAT II. — YOkGÏELS^ en &
Yreemde ÈanA Maiafse.FrÉnsch>, — Das Malayen Huhn, Dwitóc7?,; — Malays, Engélsch.
^ ^ ^ J^ - 'iig em e e n mag/ imëif: Z^pn^, 'dat lïaleiers
schaaarsch zijn. Dit geldt niet alleen voor ©ns land, maar ook voor :
het buitenland. De kweekers van Maleiers, zegt Wright, kan im m oM
dé' vingers fel§n, en volgens La Perre d'e Roo zijn M. in Frankrijk
lnog llpfder gezocht dan in Engeland en ö e n zij daar bijna geheel
0 0 -.^! verdwijnen. Hun lange pooten en hoog opgericht lichaam, de
wreede uitdrukking van het gelaat en zeker Vel', het meest
[awm
sympathie geven. Evenwel biedt dit
B ^ ^ ^ ^ ^ ^ g m^erschaft. Infevroegëre^^^^^^ral^óór
van de Cochins, Brahmas 'en Langshans, toén de Maleiers het eenig^
ingevo^de' rassen uit 0 Azië veel meer goede hoedanigheden bezitten
dan de Maleiers, ^^ma^^^^n^iVrWë^rëkenlt^^DB^^^fl^ O ezep
laatste ^ is,
dat m en tegenwoordig zelden zulke fraaie exemplaren kan bekomen als
vindt hierin zijne oorzaak, „dat men in Indiè de Maleiers hoofdzakelijk
hanengevechten kweekt en dei halve weinige aandacht vei leent
■ aan. d^ vwpé|lel<mg van het ras' vo©sr bcqnt>JhisÓ’he .en r/öW-doeleinden.
f!De -Maleiers worden meer gekweekt op den vorm dan op de veer
en de kleuren zij n weinig constant. Vo or go ede rasdieren verlan gt men
de volgende kenmerken, als: ,
STAND AA RD' . VAN UITMUNTENDHEID.
jjQip Zeer steik, breed 'tusschen de oogem,-#0^ en samengedrukt,
. de wenkbrauwbogen sterk vooi uitstekend, waardppf^het dier een
^B^M^^eh^wipd^^^fem^erkrii gt.
bek — sterk aan^ l ^ ^bwi^ ^ ^ ^s'króm' aan'de spits, licht geel wankleur.
gezisht — bijna geheel van vedeien ontbloot — ook 4 e keel is |111
S i'^e infeste exemplaren naakt — veilig en rood’ van kleur.
KAM —^van zeer eigenaardig maaksel1-, bestaande in een kleine, ronde,
in' het midden naar beneden ingebogen, kompakte inass^B ^ ^ ^
ver naar voren-over den snavel zich uilstrekkend; roo^d.-1
,pö<R- EN keellellen — kort en rood als de kam. De oorlellen vormen
,: met de wangen als ’t ware ëeii enkele roode vlek.
. \ ®Als. — ^|#|, een weinig, gebogen
; halsveeren — kort, hard en tegen den hals liggende.
RGMP — in de" ■ scnpud^l^^ffl^^ ^ ^ rmig^ftaar den staart, uit-
loopende. De schouders worden zoo hoog gedragen, dat de rug
naar den -staart toe afvalt. - -
’l-^mjiEN en beenen. — zeer lang, de laatste geel van kleur.
11.
v p ^ i f t ^ ^ a d ', zelfe als
aM^^ ^ ^ ^ ^ y elmten. zifn: eMscheM%an c^mTomp.-afètaandë.'
getal, lang-, reeKf. ’ëniau^f./>
StAart — vnjK kÖ r^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^b J^M aom m t|a ïg ed rag en ; sikkelveeren
en maar van buitengewonen glans, ‘ .
drëigèhd,
?(&:sTAdTE —1 lang, ^ p g fe ^m ^ p g è n c h te ndudingi 70 è. 75
gewicht — bij volwassen dieren 4 è. 5 kg.
, De eigenaardige houding van dè.'
, til htaandè^hjngn^^^
I De h e n komt over -hèPalg^inë^a
maar
zij loopt niet zoo in ’t oogvallend naar
achteren af. Ook de staart wordt
eenigsz in s b o v en d e h oriz o n tal e lijn
MÉlragéna^ ^ ^ ^ ^ ':hf7. k^-.'
de
maakt'ïiüni^
alleen
B i i l ^ p ^ ^ ^ mmmi ^ B l ^ ^ oehièlÉ^^SMtTonderling vechten
nog
De hennen
zeer -w^lstpakpnd,'
Imaar' z ij|Miji^^^^^^^&^h^^er^^nf£der^mj^^^^
Ivoot'
heeft' m^^p^ ^ B g e^zwaïte^eh' /gfodte'
legden. Men heeft dezen slag nog niet kunnen bestendig maken.
nóife-rougë’,
g^éépfeh
met
iMm^g^op/^èfë^prD^^^^^sohehkeMen^l^enenii^l^^p^r^
zwarte', bbr^^^ onderdeden; H^l^en,^hals-
, vëer^p. ^-bruinrood tnj
de- yl^gd^^:et^schittefend zwarte o^qeji;
Slapdenh^^yMi^^ ^ ^ ^ ^ ^odbruintM^lvait’. Mt-fnmflen'zoom van
: staart zwart,-