kunnen aanwijzen. Eenmaal werd mij door een mijner leerlingen een
zoogenaamd dubbel nest gebracht; werkelijk waren hier n eieren in en
de jongens verklaarden mij^eéiistém'mig,, dat het vaak gebeurt, dat 2
paar in één nest broeden. Ook anderen verzekerden mij dat. Ik durf
‘echter niet vobr.'jde waarheid er van instaan, daar^ik zelf nimmer zulk
een nest gevonden heb.,-\ ^e,, nesfpn? zijn^zeër ruw en los gebouwd en
voornamelijk van dood'e takjes en bladeren samengevoegd, veel minder
hooi en stroo als^ Hollandsche musch. Een paar, dat ik medebracht
, heeft de reis uitmuntend verdragen en leeft nu nog tierig en
wel in eene gewone kooi en tjilpt alsof liet nog in het warme Afrika
was, in plaats van in>het koude, vochtige Holland. ( ^
' M M * . M
I ' j ' PLAAT,^XI —'
(Naar een exemplaar in het bezit van den schrijver.) -
• Synoniemen. Serinus, Auripasser luteus, Ohrysospiza, Carduolis, Pyrgita lutea.
Yreemde namen. Groldsperling, G-oldspatz, Duitsch; — Moineau doré, Fransch] — .Grolden' sparrow,• lEhgelsch
iSl^eï^^ijkéMhu^Gheh,;hebben wij gezegd, bieden den vogellieft I
hebber in den regel weiniggenoegen aan; allen vertoonen zij de
onbeschaamdheid, de twistziekte, de straatjongensachtigheid van onze
gewone musch. Onder de ^buitéhlahdselie fo^usseneh -
enkele die, behalve om de zeldzaamheid, .qiÖfc om het fraaie vedergewaad
den liefhebber belaag inboezemen. Onder deze noemen wij in de t
eerste plaats dp 'Ooujtóusch_ lutea) \ ^ ^de^Gpudmusch.van
Abysdnië (Fringilla - euchlord). ■ Beiden zijn nog tamelijk zeldzame
verschijningen ^^M|j£vó^lmafkt^^^^p ^^-laaiste.-'
, De > eigenlijke .Góudmusch bewoont het JNToordoostelijkAfrika; vooral
in Senar, Cordofan en langs de Blauwe Nijl—komt Jzijsj-^^ml ve&U—
^ldig^ypor. De nabijheid van stropmende wateren en de aanwezigheid
van frooge boomeh schijnen eene vaste voorwaarde voor hare aanwezig- \
heid in ‘sommige^steeken$j£%jjn; in de*,woestijnen en zandvlakten wordt'
zij waar waterbronnen zijn; evenals-onzemuSch
komt zij ook veelvuldig op erven, b e p l a n t i n g e n ■'
dorpen. In vindt men haar in Chartrum in groote menigte
op muren en daken;, .. D& lêvêns^Jz% konit metJiie van onze I-
!Éhfóp:egs,ói|j;;overeen., alleen schijnt zij wat minder twistziek, !
wat minder onbeschaamd te zijn. f Von -Heuglin, -vojMi^p zijne reis
langs de Blauwe Nijheene menigte nesten, - welke" hij- voor die van
de Góudmusch hield. Deze nesten werden bij doajnehuiqp^elken> struik ,
gevonden, waren zeer net ulthjngra^gebp^^d, eenigszins buidelyörmig,
meer- diepJ dan breed en van boven niet overwelfd. Brehm zegt, dat
de Góudmusch haar nest'in struiken bouwt en 3 ^^Meieren ïegt., D.eze (
eieren zijn wit met bruine stippels.
Het mannetje is zwavelgeel; mantel en schouders fraai kaneel- \
bijiin; vleugels zwartachtig bruin, de. .groote en middelste dek- j. ‘
veeren naar de §p;tSi^^pmet geela'éhtig witte randen, kleine
, -vleugeldekken licht'geelachtig grijs, slagveeren met hehfmrpih^tóge§ ?
randen; staartvederen bleek||^fébmm^;on^é^stè staartdekvederen
/^•.^;geêl^ht^'-Ypt meM^mhe^Schachtstrepen; snavel en ||^èn/yaa1 ?
vleesehkléurig; oog|d©nIèi;bfSn£;V •
Het wijfje is lichter v^n kleur; aan bpvenkop, nek en stuit
vaal roodachtig geel, met lichtere randen aans ’d^y^érëif.x|^^
.--irJEn de vogelkamer ^jn^^^^^^vögëlk,'?0^^t^^p^&^fèbe|^6nèm)
niet< la^g^maken^^^^bro^^^^^^^^g^^ M^ ^ Heef^Tentzébmi
Duitschland,, die ze reeds meermalen gekweekt heeft,,'getuigt evenwel
^ t ' ^ z i j - ; s l e c h t a p v o e d è n ^ r . ' g ^
,„yolgde^verwohderlijk sneb op het andere'; nauwelijks konden d e^ ^ ^ ^
van het eene, een an der..nest^M^^Sl
het gepiep van andere jongen. ne%otj|||^voederen hoofdzakelijk met
zaad|^^^p^t„ mienmeiérërC, maar des te
daar elk nest slechts een-^pf t^ê^^^^^~;@pteverden, die ten slotte alle
stierven, is deze kweeking niet zeer. voordeelig.” ”
alle kweekers zoo ongelukkig z i j n Is .de Vraag ; meerdere bröèd-
gevplgén zullen dit 'mbeten leerenV
De prijs is nog £f_è. <ïo gulden per paar. Vwï
' DE éOUDM
Synoniemen. Ohrysospiza, Pyrgita euchlora; Fringilla albeola.
Yreemde namen. Griinö GoldsperlinAbyssinisöhe G^fdspér-Mhg, Duiisch; —
^ Moineau doré d’Ah0Ssima,c^ia^j.S&^; ^ölidien
sparrow, JEngël&ch.
Deze vogel is verreweg zeldzamer dan de bovenstaande en kwam
voor een paar jaar- s l e c h t s .«enige koppen op de vogelmarkt Dr.
Russ Vermeldt hem slechts-terloops in zijn wérk, er pijvpegende^^da^
er^einig ^kms ';best^fa-p^Mhii^ar. ingevoerd: worden. Di^-hilu’ is niet
^e^gevhl- geweest.. . Vérleden jaar voerde ,de heer ^Yeltemans
schillende paren van in en ik zelf. heb zulk een paartje geruim,en4tijd.
er'zelf later jongen,«van
gekweekt en’, zoo ik mij"~hiet-.vergis, déJhep^Blauw "êyeneehs. Bij mij
heeft;hét ’paar v^el, genesteld-, maar niet''gebroed; later zijn beide vogeltjes
gestorven.' Zoodia zij weer op' de markt komen zali. i||f:mSjne | | |^ ^
proeven herhalen, die zeker met goeden uitslag bekroond ’zul|en
Over het vrijlëveniis tot dusvferrpr weinig of niets^ ibék^ra.^ .Eooals de