en teekening heerscht groote verscheidenheid. Deze allen te beschrijven
zon te. verre voeren, wij. vermelden alleen den donkerooievaar-
" kleurigenwaarvan figuur 65 eene afbeelding geeft. Deze kleurelag
-noé*, i dgnkete fjLdce neüs 1 11 1 ffigrootc^ .en -jl lau \ rij/e oi.en
1 - g l a d d e n ’f^glanzêp'd' óograndi hebb'e n ï^ S jgg^ i 1 bijna
«wart. ge-lekten hals, blauw donkerzwart
e»baadM|femSM jftikp..‘«ritten ®RdpniEei^''-sietfgélsJen staart.
1 -® M 1 melJ orISj
r ' rte zoomen aan de punten der slagpennen en staartveeren Roede
^SKgfèlpoiéva^^^)i& zeldzaam. Zjjjffiebben eeir’ ^eKlSui’. tor ugnSiei
^opg^J^tjtend ^>lqt pp denj .o p a ed p a id e Jalaltpeni.en-'enj s ^ ^ nirai
zijn overigens wit Het oog is een pareloog met geelachtig rooden
ifoogiand.- -
1 BtalJoSTEgSdHE roller , A>. Orientalischer .^ller-Jf-^.''R^iuSsuT
d’orient, E. Oriental Roller, is in Msèifdan een opzicht een zeer
•m-'in LiS RolW'Sill? n^deze^ffi-ian ïB
zonderlinge beweging vnetjj.ji'gqn maakt 'S p u||mïnJ
P^Menjynoe. it. HetJic^ S g'ïs gestrekt s ank, l l p g p l
SjJjSÉji ^rp.ecl van J®tlio,jtdg^S navel aaiSa^ y dreêlj
drt jH^ljihtï.ieeschkeintg de;oogeii*K^in> e n jS r f iö e f tB5ntnf’ê<‘n i
dofwitgelen huSlripg omgeven, de hals middelmatig lang fêtf Jggfi
e n S ^ g f a j de, rug, brejtó; eqj^ólMj: staart
breed, lang, in den re Iw S I® 4 veeren bestaande en eenigszins opgeheven,
è vleugels lang, los en aag gedragen, de pooten kort Ent
naakt , -ofp ï^ ji^ r weintüïbevMOT$ Jn kleur en teekening^^rs^ftMe
nte^^®gelijkg y&cheidenheid' en* opiialidm-wordt- fm^éfe.gèkt dan
& e*rf ï i S ® | «airaiprheid en liegen ^Gtwounlijk
laat men een paar Rollers met een vlucht Hoogvliegers los. Terwijl
de laatsten, zegt Dtlringen, na et utiatcn schroef ormig naar omhoog
stijgen, gaan de Rollers..lijnrecht naar boven, tot zij in onmetelijke *
hoogte boven de Hoogvliegers staan. vliegen zij nu naar gelang
Misl weer Ja n?8* langer, maar niet in een tering en
met lange slagen, zooals de eigenlijke vluchtduiven, doch meer met
wkkert en weer, op- en afwaarts. 'Na deze
tijdruimte laten zij zich zwevend naar omlaag vallen en zoodra zij op
zekere hoogte zijn aangeland, beginnen zij te rollen d. w. z zich
Pvt:r té- slaan, totdat z ij,,beneden zijn aangekomen,
Dr. Lazarus, uit Czernowitz, in Bukowina, waar deze duiven gOMiM
# p rd ^ S § i|f ig tên j; .volgende;
„Het rollen zelf is zeer verschillend. De duif w.erpt zich of met den
kop rechtstreeks rchterover en slaat ontelbare malen om zich-zelf over,
terwijl zij daarbij steeds naar beneden daalt, of zij: rólt met uitgespreide
vleugels van den eenen vleugel op den anderen, nu eens van
dan vyper yanp jihMPnaar lrechts',; waarbij-zijfofójf]
dezelfde plek -biijft eu. in het snelle rollen, een ring beschrijft, of wel
al rollende naar omlaag daalt, totdat zij, na aldus eene groote ruimte te
hebben afgelegd, ophoudt met rollen en weer naar omhoog stijgt, om
vandaar hetzelfde spel opnieuw te beginnen.”
Engels he magimk, Haaf XV- — 'Vogel 69, is w^erom efen-witpen-
PiLme^.M^^^^re:teekenjf,g laat clez&WWBjjmwel ö^dérkeifiien, De
kop is glad en lang, het pogjSg^èiJflfrrigf.,lil“tv,'rooden' lOOeraftck"
- wd.e borstj,yoömitétekend( en. breed, de
vleugels lang, de pooten kort en onbevederd. De bek is wit bijjïehte,
’ k l é y m e t eeiie .zwarte vlekyjÜmi -en
-2er '^^®^M$5r^oóafe^^Bdle eksterduiven. Het
lichaam is- zuiver wit, maar kop, hals, borst, rug, schouderveeren en
de staart z 1 gekleurd. De kleur moet steeds zuiver bij het wit zijn
afr& ïeaen en, a A m 'n v f« ï v it mag^Món,, inag de
T-lei Pur* wf f i pl t f fbfZOO' »',ieB®èL(lM‘ib gezegd. I
lj& ’k O ibT S N A.V.ËL IG E T llWflBMfögl
De kortsnavelige tuimelaars zijn., over het algemeen
imeér gedrongen van ’bpjjw) dan' de langsnavelige enf§f||(^pn: ook zij
.uitstekende vheger&zifnj• worden tocffrcLe meeste als sierdmven ge-:
vooral g fK J f f ilw p ^ id e kortsn. ÈnWjjuimelaars en roet’
name voOrMe’yklmipnds. Als vlüchtduif is evenwel zeiSraah’tebevelen
, .J.ÏJk BERLIJNER ALTSTAMM-TUIMELAAR, Plaat XYI ^H 9|jgel>«*, die
vooral in Duitechland - en wel het meest in Berlijn'Sangetrofién wordt.
Het jfS-'ïen zeer oud. en edel ras,- zooals Hagraam „Alt!sfemip"',réèds
aanduidt. Volgens de- Duitsche schrijvers moet de „Altstammer” de
volgende kenmerken vertoonen. Het lichaam moet zoo klem mozelljk
zijn, , i,zoo groot als een*' leeuwerik"* heet! 'hét,' hoewel Jufevel wat
overdreven is. Vo«ft?'f|te; de duif.'lórt,’ gedrongen en "tóch sierlijk
geljoüwd ?ijn, de breede, zeèr gewelfde bórst moet ongeveer 3 cml
NQÈi snave'sP*ts vooruitsteken, en de slanke, bevende hals kromgebogen
als bij eèn pauwstaart zijn, zoodat hij. met kort en borst een
omgekeerde S vormt. Het ^ ^® Kd è.'b eöo ra e^n g: der A. vqoial
'óp .de plaktsing van kop, hals en 'bqrst aan, daar de geheele figuur
daarvan afhangt. Ook op ■ den' vorm der verschillende lichaamsdeelen
dient zeer gelet te worden. De kóp moet ||pi|j fraai rond en géwelid
l i jn , het voorhoofd zeer hoog en..breed, de snavel zeer kort en bijna
even breed als lang, zöódat, ,luj veel op den b e l van een appélVmk'
Ignger^ smalM^^^Sag.' sttayei
gebreken. glad K f f l of rnet «ft; kitif
'gesierd. B È t^ ^^ ïn oe t. groot en zuiver ^ b 'm e t een, breeden,
1 vleezigen, roodachtigen huidrand omgeven, die soms tot aan den
snavelwortel reikt Witte A. hebben donkere oogen, bij enkelkleurige,
tijgers en eksterbonte zijn donkere oogen een gebrek, dat evenwel by
Sfengens goeden- vorm, .brief, al te zwaar mag wegen,
Kleur en teekening verdienen ook alle aandacht. Gewoonlijk kweekt
men eksterbonte en getijgerde, zelden enkelkleurige, terwijl als grond-
kleuren zwart, rood en geel, geen blauw, voorkomen. De teekening
m o e W o v f t i l d e ö ^ t o ' | c b ^ t®Ml5wf t a&teken en
als ’t ware afgesneden,
E ngelsche tuimelaars. Het meest bekend zijn zeker wel de
Engelsche Tuimelaars (Tumblers), waarvan vooral de Almonds en de
Baldheads als zeer kostbare rassen met voorliefde gekweekt worden.
Evenals bij den Berlijner Altstammer komen ook bij de Engelsche T.
figuur en houding het allereerst in aanmerking, en eene goed gebouwde
duif van dit ras mag zeker onder de sierlijksten der groote familie gerekend
worden.
Het lichaam moet zoo klein en sierlijk mogelijk zijn, maar niettemin
ook zeer gedrongen; de pooten zijn zeer laag, de kop wordt hoog