zich een ijzeren punt-, waardoor /de ingestoken zitstok er onbeweeglijk
in ■ bevestigd blijft, ïaaajpïh&och gemakkelijk kan uitgenomen worden,
aan die blikken plaatjes bevinden zich twee ijzerdraden' die onige-
bogen kunnen worden. Door dez'ëf vêègébb,g|n< draden kan - men de
blikken plaatjes aan eender zijwanden der kooi ophangen. Aan de
plaafcjpsWj^^^^^zich lipjes die; 'door de traliën heenkomen en het
verschuiven beletten. Deze lipjes zijn: gutta-percha bandjes
verbonden, die den zitstok steeds in horizontalen stand houden.
.De. ^ ^ ^ ^ g l^ ^^^^iesMiebben^tevens
ropsp^gep^va^^gD^og^ ^ m zi^^toM^enMvreini^neegeven'i'^zbQdat
deze. zitstok een weinig ve/er’kiaclb.ti'g,'is en dus dezelfde vodE,deefenrwo'©r
«feil w©gel aanbiedt als een ’buigende tak .^eze even doelmatige als'
eenvoudige en weinige kostbare inrichting -verdient derhalve alle aaiv
yDevéling.j De
-bij voorkeur van zink-Sijn. Houten - zandladen rotten zeerspoedig door
de weeke uitwerpselen onaangename reuk. Zinken
Jaden^hébben- niet^ dezelfde onaangenaamhedèn en zijn__op den duur*
goedkooper.
gezegd 'dat vc ^
-jj§' Ygi^chillênd^ P ^ ^lpo^ ^ M ^ b e p a le n ^ ^ p ^ ^ ^ ^ ^ ^ het' oijl|pj||
iojL(h^sti^^ ^ jg^fe'(?ottevèrho^djngén^^S'^^geven^^^^ ^ ^ ^ ^^rj
31 & 32 cM. hoog|gB||i cM. diep zij-n,"die voor vpgëls van de(f^ p É |
van e e n e ^ ^ ^ ^ ^ ^ éM r ^ ^ j^ o , GM.
Volgens dezen maatstaf ^kai|, men ongeveer'^grootte van de kooien
voor beiekenen. Dat bij de insectenetende voggls^deworden^,
behoeft wel geen betoog. Men moet er steeds eene dikke laag
~zand in djleiai die minstens tweemaal oer week vernieuw-d moet worden.
^jêE insegtehêteide^^ ^ ^ i è ^ ^ ^ ^ ^ ^ minder' jjggfffe.--
zaamheid ^ ^ . ^ ^ ^ p n ^ ^ ira^^^^Ldite^g ^ ^ stbaarstë- ,CT^^^afevani*?de-
Vogellefhebberij. Gedurende den zomer kan men ■- met yersche mieren;-
eieren en meelwormen alle vogels van dfegg-H K uitstekend in ’t leven
deze r~m iz ëw a r^ ^ ^ ^ ^B l f e eer kbstlaar. A-ls het-fteëstf;
,^ ^ s d ^ h e ^ ^ i c h ^ ^ ^ ^^Més^uhiversaalTVoeder-. b ewezèn, dat^men^l
naar gel&ng de so©i,t van vogels m ^ ^ d e |e -j^ re d ien fe n ] ^ '% n m é n g ^ ’|
Voor kleinere zeer teere vogels doet men er meer miereneieren d oor, voor
?g ^ ^ teM tsóbBja^'.wl^ ^ m ^ y ^ ^ ^ ^ ^ r t e l s - , wat -■brabf^oldijn gehakt
mager vleesch. K ^ e ii'w in te r moet men steeds zcjgen goedeigedroogdg"
rtCj^%ei^ i ^ ^ ^ ^ ^^ ^ ^ ^h eb b en .:f ^ E ^ ^jroógde!^CTehêieren<l
naoge^g^^ ^ ^ g i ^ g yant ^ ^ ^ ^ S b fe j|M & ^@ o n g e^m iè^ ^ É s ;
te ver ontwikkeld was en véél vogels versmaden zulke miereneieren
^eigpMigJ mierenlarven)|||pi| mogen niet te ‘‘sterk gedroogd zijn, wat
men aan de branderige reuk bemerkt en evenmin duï ©f schimmelig
zijn. Dezen zouden de ■: dieren^kumemB^^^Mer.vër^M^^an goeaë*
hoedanigheid te zijn ; moeten de miereneieren eenef aangename reuk-
van verseh b r o o d e e n -wein.g gerimpeld eUi idcht-g^el,, bijna
wit van kleur zijn. Droge miereneieren worden slechts door weinige
vogels gegeten, men' m'oët ze derhalve voor’ het gebruik opweken. De
beste wijze van opweeken is_de volgende.
Op zinken plaat 'mét opstaanden rand * van ongeveer
, inen een vel vJMk of filtreprpapier, dat men goed'nat'
maakte MÉ jn^ ÈMEm^^ater ^^ébbenl^m^hfloo^S^ffobit men
aM p Sèjt^iatte papier een laagje 4^ ^ S ^^Mferëheieren‘.\^M|™BSgct^
des avonds d ó e f^ ^M ® .^ miereneieren den~volgenden morgen goed
, zpo' .ze van g|fèdjr hoedanigheid waren, ' met
l^fs^^Pg^ ^ ^ ^ ^ p^ ^ ^^^tëf^ardappelen met
enjgoed uitgeknepen witbrood, gisstdten "hennepzaad, eigeel, gekookt
|en goed §§§|j gehakt jnaggr vleesch of kalfshart, geschraapte wortelen
jin-z.^^^g.rv^dr zeer- .veel . vogels, vooral v@,6r froupiaal'si en beo’s en
dergelijken, een zeer goed voedsel. Grootg vqgels, b.v. den Flüilvogel,
geeft men2 jijnl..g^haikt‘ rauw vleesch. en oudfeÊiéïS'^^^^^Sj Verder
pl||| zeef veel ■ weekvoeder vogels gaarne, ' vruchten,
naar “gelang hët ;jaarg#tijde_afwisselend' kan geven. Gedroogde en fijn
gehakte garnalen-, met gestoten hennepzaad en brood vermengd, schijnen
voófc zeer vele vogels zee^di^s^i^l^^^^^P
’ Ten slotte kan. men zelf veel .voeder zoeken} 'dfooj b "onbehaarde
^ujps^^j'vliegen,, kevers, sprinkhanen . en Mgrgeïliijké te\ vei zamelen,
waartoe wij zeer-aaneen. 'j|||g meikevers kunnen .epjaj (goed voedseli
^ ^ ^ ^ ^ ^%M^è1doet^ydëi:^ëilmv^iamB^H^ p ïp ^ ^ glazen?flesS^M ^I
-merT'ih kookend water^^&iëlt", om de meikevers teitdfö©|pi^ Na de
dieren gedroogd-te hebbën stampt of maalt men%4|Afijn, zift
ze'door om de harde dê%schildenrt'ehz. terug te houden en_bewaart'
kevers*^ vfggjsf gaame^g^emi^^^ ip ^ ^ ^ l
ÈendagvUegen ^ onder €en naam in den^^M^l
' gebrachtTJziii^^^^^^^^^M veel vogels zeer dienstig.
-Ifc2:>§g||fS:||pf; der*voorafgaande regelsM^^^^^^st^ipimtên^ ^ ^ ^
bij: vj ifëls:
j^^pht moet nemen. Wij kunnen nu overgaan fot de beschrijving der
meest bekende soorten.
!M J A P A N S C H E N-A C H T E G A A L (Leiotimx itöté.üs^v
PLAAT XIII — YOGrEL $ 9?
pYK'öNiEMEN.;., ‘Tainagra Sinensis,' Parus fdrcafcus; Bahlla calipyga.
Yreemdb kambu. StmhenvQgel,« Pekmgnaehtigall, d)mt?ch-, — Rossignol de‘
dezen,, alk
den lie^ten; den vertrouwelijksten en aanvalligsteia, zeker wel de eerste
plaatsjto^^^t^^^ ^ ^ e ^ 4 eze& ogekmoét^ebfabm^^^^ is men
Brehin en aiideren hebben aan ^Katf^waartoe dejapan-
Peking., — Peking M g h% g a l, ^giÉsc'7i: ■ ; I;.
sche nachtegaal beh^^en >die behalve dezen nog een 30 è. 40 soorten |
bevat, den naam van Drossekneisen (Lijstermeezen) gegeven. In het
uitërkjke komt hij evenwel meer me# |d!e roodborstjes en aanverwante
i f g f g g overeen, dan ^^^de meezen. Hij bewoont, met soortgenooten
het Plimalay-gebergte en db“-.^ar het> obstën^da^^m'ede samenhangende
^gëber^^P^<l4|$i het zuidwesten en zuiden van China. De eigenaardige
kenmerken dezer vogelfamilie zijn een korte, krachtige van boven'zacht
gebogen, snavel, die aan den wortel verbreed en aan de spits zijwaarts
samengedrukt is, de bovensnavel is een weinig over den ondersnavel
heengebogen, ide; voet is tamelijk hoog, de vleugels waaraan de vijfde
e11 zèsde slagpennen de spite vormen, zijn stomp, de staart is van
middelmatige lengte en zwak gevorkt, het gevederte is glad aansluitend ’
en meestal bontkleurig.
J^pansehe Machtegaal heeft een■-> tamelijk hoog woongebied
dat van 1500 tot 3000 jneter opklim .. In het Hymalag tgebi 1,
■ hoadt hij zich inU,',<fight st ml geifas en ondoordringbare 1'»schjes op,
' W a lk * ei,1 1 * t 1 insecten van
allerlei aard, maar ook vruchten, plaotehinoppei en waarschijnlijk
0<* zaad eet. Het 1 st,wordt uit halmen, blaiiere 1, j lait n u i en
dergeiijke stofféa gebouwd ea bevat gewoonUj : d i ê. vier blauwachti
witte, donker of lichtrood gestippelde eieren, die door beide ouders
-afwisst lend in 12 d tgen ivorden uitgebroeld.
Het mannetje is op de bovendeden olijfgroenachtig bruin;
bbvenkop met geelachtige ti nl wangen groenachdg gr s, teugel I
Seel. baardstreep donkergrijs, vleugels zwartachtig groen met
een levendigen oranjerooden ba ul:■ ■ staart groenachtig bruin, I
B ^ ^ ^ Ö £ 3 E 7 3 u * '5i-^u op Ier J. ;ee i htig wit. Bovenborst I
donker^oranjegeel, zijden geelbrainat htig grijs; oog licht bruin;
snavel rood; voeten roodachtig hrnin,. ■
Het wijfje' verschilt niet veel, e ven wel is
^-•■ -fcorsf lichter en mist de kop de geelachtige tint. I )e jongen
. -gelijken vt el op het w ijfje ' ,
Daar er veef'jspge.. vogels worden ingevoerd, is hetSiet.altijd gemakkelijk
een goéd paar te bf kómen. Dikwijls meent men een paar
11 kt late ■ lat mei twee maimet es heeft,
doordien. de jónge vogel, dien men voor een wijfje hield, later blijkt
een mannetje te zijn. Met een weinig moeite is het evenwel niet al te
,- moeielijk om een goed paar te bekomen.
De Japan 1 f Nachtegaal is ongëtwijfel! een dex a n enaamstevogf s i
I^ ''^ & ltiiil levendig, altijd monter, .AorilV I
buitengewoon tam 1 n is zeer verdraagzaam, zoodat men hem g<rostJ
met de kleinste prachtvinken^ih; de .vpjSèfe kan houden. Ik' heb reeds I
veel van deze ogèls gehad n schat zé boven alle andt re. Een s ogel
'i " 1 /,J 11 > llu hij uit de7vog lkamer in eene aan- 1
grenzende kamer, k vam om daar de meelwormen nit de han 1 te komen I
^ ê ’shalèfi.v.1' ,i-'
» c ^ e 'ié e » een geleden was een uitstekende zanger en buitengewoon
; tamme vogel'-uit. zijne kooi, die buiten hing, ontsnapt. Het
Was De vogel vloog in een boom in
^ ^ B i n b ’ en, hetj^afte * o n ^ | a e » ^ ^ ’■ Bbf gezang weergalmen. Mijne
IlJ>liKgenooten^®tllenl.lyeel van den Ifeven vogel hielden, waren bijna
" vermeende verlies van deh lieveling. Ik raadde
geenöfpagttgel>V^ doen om den vögel te vangen,
d ar ik vrees le dat hij dan verder mocht vliegen en zijn huis niet
/ i . « i r üid«.n itttgaf evenwel'de verzekenng datifcij: den volgenden
I ^ t g k ^ g 4 v^ f<pigkeerèn, En zóoigeschfedde het ook. Den volgenden
p“ f ÏST ’ reeds heel vertrouwelijk op
| M :praatSf ‘dettr’ edj^atiwelijks was deze geopend of hij Stapte
veel -moeite gevangen werd,
ons‘ °P ajn aan-
Erfek j ‘ï r " J ' n '1“ t mu£.' ’ ;
^ ^ ^ B ^ ^g.ykngenseliapi; l^ fe É fe a . Het nest wordt ö f in een
stengelljes^fö(8, papïeremppers
zijn voor zijn
onderhoud voldoende. Hij eet ook gierst en ander zaad, dat hij onge-
15 het' voortdurend1 geb'rmk vah zaad nadeelig
en veroorzaakt zeere oogen. Ik raad alle liefhebbers die gabm. een
l i f i.mim-n. k j n i S / f f i U r L n . ’ vógQJ^iljea hebben, aan om
een I lP; n chen na 1 tegaal te ko | n /11 ul tn er ongetwijfeld zeer
^ ^ ^ S »oêjen er An'eemge lezere vafa Qnu
1 '■ *’«3<Jjfiimij' om z u lk ^ ^ g e l i g, yraaget hadden, t o f '
'J I waren er ^ ten.1 Hoogstel mede ’ïngenomenr ^Ls men
111 oo.io71Af lengte volt ^
v i tw - r i j iuimte, edv aiU iiatmuhjk niet..Onder alle insecteneters
maakt jtezeli nog hef minsteI'wnilj zoodat jne® hem gerust in de
kamer kan houden, als-men de gewone rindelijkheidsvc • rschriften I
11,1 m stait een hoogl gelegen gebied
7'v ' g é v o ffig lj^ S koudej zoo dat 4nen hem
“ °hve war nd vertrek ot in eene goed beschutte volière kan
^M^iê.tëïln.-'■'
SSf’U^nw.mh vi^ltihij^tiiily„s' lij'doi^^ ut 1 ingevoerd en3» den
|^nfwerpschen dierentrum yindUf^en er soms* Konderdfen in eene volière
E & o ï.l2j®^S^ongpyHOi ^l.ïj-^g^di'ii. per pahr.’
0 E B L A U W E N A C H T E G A A L (Srivia Siaiis)
PLAAT XItl
Synoniemen. Monticilla, Saxioola, Ampelis siaiis; Bubecula oarolinensis coeralea, Sialia Vilsoni; Erythraca Wilsoni. '
YaEESilDE NAJIEN. Blauer Hilttensanger, blaue Grrasmüoke, Duitse),; — Kosaignol bleu, Transclr, — Blue Eobin, Engelseh.
Na den Japan chen. Nachtegaal verdient geen enkele Ier 1 uitenland ch(
insectenetende vogels zoo zeer de aandacht, is geen enkelf zoo gezocht
als de blauwe Nachtegaal Maar niet alleen bij onze vogelliefhebbers
staat hij in zulk hoog aanzien, ook in zijn- vaderland weet men hem
op den rechten prijs te schatten „Vol1 o ischuldige levendighei 1" zegt
Audubon, „steeds zijn aangenaam gezang vlijtig ten beste gevende
De Vogelwereld, I.
en zoo vertrouwelijk als een in vrijheid levende vogel het slechts zijn
kan, telt de Blauwvogel onder onze lieftalligste gevederde lievelingen.
Het zuivere azuur van zijn mantel, de wondervolle glans van zijne
borst doen hem steeds opmerken, hetzij hij door de ooft- of groentetuinen
vliegt, zich op veld of weide vertoont of langs de wegen voorthuppelt.
En_ daar 'hij het kleine nestkastje, dat voor hem gebouwd
iJ