witte vederzoomen en ahh^cle onderdeelen bovendien met witachtige ^
schachtstrepen, middelste staartveeren donker roestbrnin, zwarachtig I
gegolfd, de overigen zwart. ’t l s een sterke harde v o g e l, . é i i^ è d ivoTortteelt. |
,DE WITKUIFFEZANT. (Enplocomus, Gallophasis albocristatus) D .
Weisshauben fasan; F. Faisan & huppe blandie, Houppifère Leucomèle; , ^
„F .' White-crested Kaleege-, is aan de vprigen zeer verwant. Zijn vader-' %
land is eveneens het Himalaya-gebergte |
gordel zeer algemeen is. Zijn woongebied begint aan de voet der heuvels J
en strekt zich tot' eeng rh@©Jgte 'van meer' dan tweeduizend meter boven.
spiegel- der zee uit, sommigen gaan,, zelfs'nog hooger. Het is een
weinig gezellige vogel, die vooral de dichte bisschep, bewoont. -, -
| De; ha&N % aan j®||f v am ^ ^ fÉ p r soort zeer g e lijk, maar de veeren .,
van -M&fkuif. zijn witachtig grijs en de veeren van ,benedenrug en stuit l
hebben breede grijswitte zoomen. '
De hen is eveneèns H^^pi^de^ vorige soort gvelijk, maar Tornier
■ Varr toon. De eieien''worden^^m'r2.6X^^^^MlrMd’:' de kuikens zijn
allerliefste vlugge diertjes, die .evenwel ee® wem^-fël^-ztn, %ehm v
|^ ^ ^^ ^ 4evoelens dat deze. soort zeer goed als jachtvogel kan gefokt ±
worden, daar. hij-sterk en gehard i^eö-een-smakelijk vleesch oplevert.
DE PRELAATl-^i^ f^^ ^^^^^S jtPtaeratn s'l D . Praelathuhn; .F. Faisan |
prelat, Houppifère bleu; Bi Siamese Pheasant werd in 1862 ingevoerd.
’t Is een ^ ^ ^ ^ ^ s f e ^ é sah ten .F dié goed'J-voortkv eekt_ maar nog niet j
genpeg gehard en geacclimatiseerd is.
D e 'HAAN heeft eene frame» hangende kuif van blauwzwarte kleur;
.de naakte met breêde hnidlappen voorziene" zijden van den kop zijn- I
scharlakenrood. Het gevederte wan het bovenlijf is van een zacht_grijze
kleur , zeer fijn donker gegolfd ,~vleugéls ^m e^ ^ a ^ é^ d eü r r a ^ n ,. licljte
golflijnen; _ onderdeelen schitterend ,,blauwachtig zwart. Op-den benedenrug
bevindt zich een schitterende'•goudgele vlek, stuitveeren' blauw-
^M^.:;g#aFt met bre|df roodbruine violetglanzendé; j o ó m ^ ' j b o y é ^ o ^ ^ l
pmlijsting van de zijden van den kop en keel zwart, staartveeren
I glanzendpgroenachtig zwart.
D e hen is •ïöestbruin, het onderlijf met witachtige- vederzoomen,.
vleugels zwart met geelachtig witte banden, benedenrug en staart grijs- j
bruin, liclit en donkergegolfd, -keel w it , gezicht rood. Vaderland: Siam.
DE- SW1NH0Ë-FESANT. (Euplocomus, ^Gallofhasis Swmhoei) D. Formosa- r
fasan; F. Faisan^ de Swinhoe; B. Swinhoe’s Phaêsant.
De haan is wat - de hoofdkleur aanbetreft glanzend blauwzwart. D e
veeren van -de kuif, d e bovenrag e n ‘ de middelste staartveeren wit, j
'schouders^kastanjebruin"met violetten glans, ^vleugeldekyeeren zwart met
metaalgroene zo omen, naakt gezicht rood'.
D e hen is grijsbruin, y^ d e bovendeden fijn donker gegolfd ^vleugels,
'krop en borst met lichtbruine, zwartgezoomde driehoekige vlekken gëtee-
kend; buik roestbruin; staart roodbruin. Vaderland: het eiland Formosa.
A’ls minder algemeen verspreid noemen wij npm^ae ‘yolgende
soorten: gestreepte fesant (Eupl. lineatus;) Vop/grijze grondkleur
zwart gestreept en onderlijf van _afrde* borst ,do‘Czwart• GRIJZE -hESANTl..
(Èupl. -Andersoni) in kleur tusschen bovengenoemden en den zilverfezant
staandel |^a%rland: Burma; HÖRSFielj) fesaïït (EupJ^ELofs^ldi) blauwzwart
van kleur,»met grijs gezoomde stuitveeren en rood naakt § e je h t. ;
Vaderland: nóord-westelijk gedeelte van het H imalaya-gebergte;, öixvier’s
fesant (Eupl. Cuvjeri)i^|ah;®^^ voorgaamden zéér..gelijk; *'Vaderland: .
Achter-Indiëj geelstaart fesant j(E u p l; -erythrophthalmus) zonder
kuif. Onderdeelen blauwzwart, rug en vleugels;zwart en wit gegolfd y
.-benedenrug; licht roodbruin, staart -lida-tgee“! of. isabelkleurig. De hen is
zwart. Vaderland: Malacca. Edelfesant (Eupl. nobilis') met een\kroö*
van,rechtstaande veeren op den kop; blauwzwart, benedenrug en stuit
kastanjebruin, borst roodbruin3 naakt gézidbt 'blauwachtig, grijs. Melnenai
is meer roodbruin. Vaderland: Borneo. roodrug fesant of f. van
‘lyiMiË^^feupPj^^mfeijB^ ^mkrbon^ah-hpstaandêlve^^i^^^SI
zwart, aan_de zijden , wit gestreept:ipvfl3|@mstaniebruin^^niauelst^i
staartveeren w i ff naflljj? gezicht blauwachlig grijs. Vaderland ^Malacca.
De tragopans , sa-terhoenders of hoornfezanten ((èerat©rïidsy ibg-
hooren .tot _de meer zeldzame1 en kostbare bewoners onzer volières "of:
parkenTZij hebben de grooitte der fezanten, de breede staart is afgerond
en heeft de lengte dér vleugels. De keel is naakt, dikwifav©ok het gpzicht
en—bij de mannetjes met verlengbare hnidlappen voorzien, die in den
achterkop hebben zij een paar
hoorntjes, waaraan zij hun naam pritleenen. Het vaderland der Trago-
pans of Sateihoenders is China, het Himalaya-gebeigte, Nepal en eenige
zij ihidichte fats
neden de sneeuwgrens hum verblijf houden. In den winter komen zij
Ha^^^ n ^ ^ r ^ a ^ n ^ ^ ^ fo gn ^ feeos^ in
men dan kleine gezelschappen van .drie tot twaalf stuks aantreft. Zoodra
’de sneeuw op_de hooge bergen begint te smelten, veriatem zij hun.
w^int^kwartiereh - nieuw tot aan de sneeuwgrens-Op'>te stijgen. *
Jfeër’fpaartijd valt"in April. Het voedsel bestaat ‘hbofdzakelijik uit boom-
M é laltel; ^ granen-,-kevers en andere
jnsecfefi. Iii de gevangenschap hebben de meeste soorten zith reeds
„vódftgeplant; zij verdragen ons klimaat zeer goed en kunnen in volières
gehouden worden. In den paartijd^j^ de hanen zeer^^^Mg^^^ ^ ^ i
die anders ingetrokken en bijna onzichtbaar zijn.
De volgende soorten woorden» 'tigen^©®d?iVg'—ingevoerd en ih'J d^ffl
HET EIGENLIJKE SATERHOEN. (Ceratornis, Ceriornis Satyra, Lathami)
Z). Sktvrhuhn^ ^ p - Tragopan coinu, satyrejau l^.paul; Honed
vaM fe t Himalaya-gebergte,
,Nepal en^ Sikim. 'De,h a a n : het gezicht is bevederd, dfe\i©p zwart met
een rooden band' aan"- d'e slapen j hals en 'onderlijf vuurrood met- kleine,;
wittèj^zWa^^^af^d^pTönde vlekken; bovenlichaam en vleugels licht
olijfbruin, ' zwart g^êgpfd^iihevêneens met ronde witte zwart omrande
• ^lékken ■ ^^iktlr'-p^ktfe’-këel', oogring en -Mègrns blauw, .©e ben' is
eenvoudig bruin met zwartbruine teekenirig
^Klf^GOPAN VAN -TEM I V f l N ê l C . F \
'TrÉgêpan dë ■ ■ Temminckj Z 1. Temminck’s Trag©pan is minder fiaai
“dan de voorgaande.
^ | e : .haan heeft een naakt gezicht en fraai blauwen keel; voorhoofd,
zijden van den ko,p ' en keelzobmzwart; dé;;langevfyeèrën-. van deiè,
bovenkop geelrood, met uitzondering der middelstem die zwart zij-nj
kleur va:^^M; .gévederle bruinrood, van boven met grijze, zwart om-
zöomde vlekken , van onderen mek groöte j niet omzoomde grijze’1
‘ De hen ' is- -.eenvoudig bruin, zwartbruin gestreept en gegolfd en
lichtbruin gevlekt. Vaderland: China.
M I W M I j/AN B L Y T I f e | f« ^ p 4^ H B la s s e s , Satyrhu^irj;^.,. Tra-
gopan de Büythj Bi Blyth’s Tragopan. ,
De" haan is aan achterkop en hals vèrmiljoenroodj- het naakte gezicht
en de keel zijn^ roestbruin, de laatste;<m^r|^^Dl^uM,chtig;,-;éh béiden
door e.em zwarten I^and omgeven; bovenkop zwart; bovenlichaam,
witte oogvlekken geteekend; onderlichaam bruin, staart zwart, bovenste
staartdekken roestbruin.
D e hen heeft een rooden hals en eenë roode streep van het. oog tot :
het achterhoofd; kop zwart, keel witachtig, lichaam donker olijfbruin
met zwartbruine teekening. Vaderland | Assam.
Als verdere soorten noemen wijfr^g dfen‘tragopan van hastings |
denSkiiGOPAN van cabot en den zwartkoppigen tragopan (Cer.
melanocephala). 1.; y.
D e glansfezanten (Dophoiphorus^ikenmeiken' zigh door' een gedrongen
lichaamsbouw, korte pooten, bevederden kop, afgeronden staart di^kp^Bter
dan de vleugels is en een prachtig metaalglanzend gevederte. Zij bewonen
de zuidelijke Himalaya en Kaschimir. Zij worden op elke hoogte :
■ van het- gebergte aangetroffen, maar vooral op het midden. |m ,den
"S zomer treft men ze m de nabijheid dei sneeuwvelden aan, des winters.
trekken zij zich meer in de bosschen terug. Het voedsel bestaat uit
, Wortels, »bladeren,'jonge scheuten, bessen
m m wormén en mSfctën..
I I D£ KONINGS GLANSFEZANT. (Lophophorus impeyanus) Konigs
Panzfazan; Z 1. L©pho$h'©re résplendissant; Himalayan Monaul.
De haan heeft op den 'kop- een vederbosje. Het vederkleed vertoont
. een praëMgen, goudglanzenden metaalgloed. Kop en bovenrug zijn
groen, nu eens blauw dan geelachtig schitterende; achterhads koper-
kleurig met violetten gloed; vleugels en stuit inet blauwgr@Qnén glans;
Onderrug wit; staart okergeel; onderdeelen zwart mêfe
■' De hen is geelachtig bruin met zwartbruine driehoekige vlekken en
^ keil
naakte oogstreek ldè-hfeblauw. Vaderland: Himalaya-gebergte. J
' Behalve1 deze meest bekende s||'rf? kent men nog 'sclater’s' glans-
fezant of staalhoen. (Loph. Sclateri) zonder kuifveeren, met staal-
blauwen"kop en geelkopergloed in rien nek, koperbruine vlek op de
schouders, ‘ witten benedenrug, stuiti'en boyêndste staartdekken e ^ ^ ^ M
achtig en naakt gezicht. De hen^è bovenlijf donker roestbruin,
H het 'benedeulijf donker. overal zwartbruin gegolfd. Vaderland:
Assam. H e t staalhoen met zwarten staart (Do,ph. l’Huysi^
onderscheidt zich va.nMWvóor^^^ p ^ M ^^£.ebne;iyif^ van -spitse
^Vïan'cetvormige. veeren, door w}tte bovendste-staardekken en zwartên
■ staart irfe^ofijue witte vlekken..
De OORFEZANTEN. r
Dé staart: .is langer dan de vleugels en dakvormig, het gezicht is naakt;
achter elk '©or bevrndt,zichr| f e bosje veëreh, waaraan deze soort h »
naam ontleent. Dd geslachten zijn niet verschiUend van kleur, wel van
,, 'grootte. T o t dusvei zijn viei soorten bekend, die' allen in Midden-Aziè
‘ leven, feët^zijn geharde, sterke 'en tevens zachte vogels, die op onze
hoenderhoven zich zeker zdhden tehuis gevoelen. De beiden tot dusverre
ingevoerde sporten z ijn : .
DE MANSCHOURISCHE OORFEZANT P h u - ;
rischer .Otafasan; K Faisan Örefflard; Mantchurian Cfóss ptflon.
Kop.', haJs «11 borit zijn zwart; oor eeren en keel w it . naakt gezicht rood;
schouders en' vleagefe bruin; buik en staart
veeren witaclitig grijs1, deze laatste met schitterende blauwzwarte spits.
Vaderland: Manschouri.
DE MONGOOLSCHE OORFEZANT i k 1
fasan Faisan.;de;M ongol e ; E. Grey. Cross ptil m , ( . r i j s i j i j g -™ ^
Vogelwereld, 3
rpodialpjfctsi^staartveereit
‘grijs , ■ ; allen ! met blauwzw'arte
spitsen^' Vaderland: Mongolië.
Eff^g^oaV'viMUien 'alè 't 3ware- de verbinding
de kleinere
I e/ a u v T a , ■ t-1 a r L is breed en langer dan de vleugels, de kop
'.KlaiKen^,'pogtfle^tet). D e
1 d*“ paartijd spreiden
F Ï S WwiiKSTialgzaalp hwenAiCp. staart waaiersgfwijzo nitv Vaderland:
[■ ,.lejji >TÏ‘V uieeatbekeqt.et soorten- zijn: -,,
-ö.
nTÉfeuen&jairf;. Pheasant, Aardbrain
aan de,- onderdeelen gfgs
t op boven 5 vfengefeïrtói staart
S ^ E tC i^ L X tw * ^ f e V ^ diiaB^l^'otn7-1io1iï<jfeiP*ii''die ■ vanJ.'jU?' (W^t
meer blaurvachtig groen ■ kopzijden en keél', nnt; bovenkop grijs, don^CT
burma.
GEKUIFDE SPIEGELPAUW. (Polypl. bicalcaratus) £>. Gehaubter
<9 ondtoop
V "nj® - Ctjly'Mf t j l M i l l i Ejemei, dpi.
den vorigen en hebben meer een blauwgroenen glans en zijn door ee 1
GERMAIN'S SPIEGELPAUW, (Pol. Gennaini) D. Oestlicher Spiegelpfau;
F . Eperonnier' dl Germain; E._ Qep 1 sins Peacock is zeer gelijk aan
schitterender. Vaderland: Cochin-China. ^
1 ‘d -n zich in de gevan "Cï «t1 tpp JtoejE- ^oorfe
lkfihjtY 'e e.ULii®Mtan den
f F tl 1 y n u t^ E r it. h 11 u 1 ”i rd^ij
j ■ ii\p|^ »!&;/i]AM,t'.CMi 1 ur ^ g 1jg p nlgu'^^e
I loggen, zoodat men in een: . el mm kan-bekomen.
■ . io7 uiteivW virclt i m i J 'e t d
\ v-1V!'ublie%gezien
ï zijn de I it B Ucken rii(»,pver
I BFrU'!Sr^^^& b ,i Life r fe i , ' J f tEPf“ n ,,d fI B ticsUiid.ZH^
I .buu orde. den
, v h r i n. . L p 1‘ L n-utnhnld-e y njn
f 'n dSjBfpvJt "«Luipide
^ den. winter is dan 'ook slechts aan te bevelen bij zeer Könde
f, j o a i n ^ n ^ s i l T e ^ u T i ^ U j CTrrtWT-.V.ell.^, in limi '>AK een
-,w 1 ‘UU' 1IUU h' ml
N ; . 1V . t ó ó et» 11 mmg du. boJ-Uui
^ n i\ ii^ ’L/timp. tl n r * B A vrn punt
M e e iim o ^ ^ ^ C T 'lié f^ ‘ van veel
SSniieniiain ^ ^ ^W cn y n fin jic l / ) idueu, die de
I Eennéu^^tol')’ i^ ^ ^ £m jE | te t i* ,'l? aanned61
te werk gaan zijn zoo groot, dat de hen in wein%e oogenblikken
I levenloos ter ne ier ligt. Er zijn voorbeelden, dat een haan van de
Sïgüfiji-, of zilvi rfezanten ichtereenvolgens alle hennen doodde, die men bij
' hem had gebracht 1 leeft men bij zijne vogels z ulke onaangename ondervindingen,,
dan verliest men spoedig de lu^t|t. verdere proefnemingen.