de hoogste, volkomen recht en sierlijk getand'moet zijn, alle drie
klein, laag en zeer vast op don kop.
kinlellen. — matig lang, dun en.hangend.
oorlellen ■— groot en lager dan de kinlellen hangend.
hals — goed geövenredigd, fraai gebogen.
hals vederen — lang, vol en over rug en schouders v a l le n d e . •
romp — groot en diep’; maar vast en kompakt van bouw.
rog — breed en -kort.
zadel — zeer breed en wijd, allengs maar zeer duidelijk en zonder
hóek naar den staart oploopende.
VLEUGELS — grooter dan bij de Cochin-chinas, maai toch klein en
sierlijk opgenomen,' de slagpennen van de tweede orde .onder die
van de eerste, orde, gedragen.,-
borst — > vol, vooruitstekend èn naar onder afloopend.
dijen- — sterk en goed met donzige vedëren bezet. .
hielen — geheel niet,' zachte?,- gekrulde* vederen1 bezet en zonder
gierenhakken.
beenen — ynj kort, dik, ver naar. buiten gericht èn aan den buiten- =,
kant sterk bevederd, welke bevedering aan de Hielen;'.moet beginnen
én aan de midden- en buitenteén. eindigen.
teenen —• groot, sterk en: goed uitgespreid..
staart — grooter dan bij dé', Goehin^china’s,1 maar toch klein -en
bijna, hoewel piet geheel, opwaarts gedragen.; hét fozwwte vederpaax
moet naar buiten gebogen zijn.
siKKELVEDEREN — zeer4këft.é&ooiet sie veel naar beneden gebogen, de*
kleine sikkel- en stuitvederen zeer talrijk' en bijna de beide zijdèn
van den staart bedekkende«
GRQOTTE — zeer vaaiBzienKjk. <
gewicht — van s 'tot 6.8 Kg. bij vóud;p, van 3.6 lot 5 Kg. bij jonge
’ .hanen;
houding^ —- edel'en fier-, den kop zeer hoog 'gedragen.
algemeen voorkomen — gedrongen en vol’ symetrie.
H en .
kop — zeer kléin , met een sluw en verstandig uiterlijk, 'tengevolgevan
een klein uitstek boven de oogen, dat echter niét te groot, mag zijn
een wreed, uiterlijk; geven.
kop en snavel, — korter dan hij den haan.
kam — zoo klem mogelijk. Een groote en slappe kam verdient bepaald
1 1 afkêuring.' 1 j
oorlellen — goed - ontwikkeld. •
kinlellen — sierlijk gerond, fijn-en zonder plooien.
nek — kort, góed bevederd.en zonder gedraaide vederen.
romp — gedrongen maar sierlijk.
RUG •— .breed, vlak en kort..
stuit —; breed en uitgebreid, niet konveks of bolvörmig, zöoals bij
de Cochin-chinas, maar naar den staart tqer oploopende.
vleugels — van middelmatige grootte en aan de dons-- en stuitvederen
goed opgenomen.
borst — ver vooruitstekend , diep naar beneden gaand en zeer vol.
beenen — als.bij den haan, maar zoo kort mogelijk.:..
staart — zoo kort mogelijk, zoooètMj-Wéinig of niet boven de stuit-,
veeren. uitsteekt, en nagenoeg omhoog gedragen.
grootte — zeer aanzienlijk.
gewicht — van 3.6 tot 5.9 Kg. ‘bij oude en 2.7 tot 4 Kg. bij jonge
hennen.
houding— waardig en deftig; staart en.kóp worden zeer recht gedragen,
voorkomen — zwaar, gedrongen, vierkant, maar sierlijk;
Men kent van de Brahma’s twee kleurslagen: de lichte Br. (E. light
‘Br., Fr. Br. herminés) en' de donkere Br. (E. dark Br,,
D. dunkle Br., Fr. Brahma grisfoncé of inverse).
L ichte brahma’s. Deze variëteit heeft bij beide geslachten een fraai
gelen snavel, met of zonder donkere strepen. Kam, gezicht, oor- en
kinlellen zijp? fu$bhtig' ,rbod en mogen zoo min m'ogeldjk spitse veertjes
bezitten. Iris parelgrijs ©f a-cxod;? deze laatste, kleur is meer gezocht.
Pooten-prachtig oranjegeel.'
Bij den haan is de kop van eene fraaie, zilverwitte' kleur; de hals-
yederen zijn wit met zeer duidelijke zwarte schachtstrepen; zadelvederen
wit,- of wit met zwakzwarte streep; staart- en ?0üitv,edèren^glanzènd
groenzwart, met uitzondering van de beide bovenste veeren, die ook.,
wit mogen - gezoomd' zijn. Het .overige gevederte heeft ^ parelgrijze köfr-
tburvèeren met grijs dons’ ,er onder, dat zichtbaar wordt als het gevedeite
óp. wórdt gezet;, de slagpennen van de tweede orde {iplpwit aan dert
onder' èn zwart aan den jbïfinenrand; cte,-eerste slagpennen zijn zwart;
het gevederte aan de poótenris wit, min of meer "met-zwart
De henN'' heèfjt "een zilverwittêiiwkop, L^H^téjhalsvéèïen met zeer glanzende
diepzwarte stfepe'rf, een zwarten staart, waarvan) ^®®'v?nste,
.paar veeren wit gezoomd moet zijn. Het overige .gevederte is zuiver
of parelwit met grijs dons er onder. Slagpennen en been veeren llpi^bijr •
tdèfr^fiaa^- yjp
De donkere brahma’s hebbenrin.-,beide, geslachtenueeh’' gelen/spa^el
met- donker. horenkleurige/,of zwarte strepen. Oogen, kam, 'kin- en
oorlellen als- bij’ dedfëHte yariêtéit; baardvederen. rnatj^;Al|h^jf» 11
- De ha an heeft een z^lvèrwitten'^kop','.t yritte hals- én zadelvederen,
zwaar en scherp 'met diepzwart gestreept en ^^^iwitte/.schachtstrépen. ’
Küg; en schouder vederen zilverwit; de veeren tusschen de' sG'|^Sd'g^'
"zwart rmet .-witte zoomens;;' hq bd^enstë -yleugeldekvederen zwart; de
'schoudêrboogvederen zilverwit-; de groote vleugeïdekken schitterend zwart
met groen doorschoten; de tweede^slagpennen van buiten, zwart bijgesloten
vleugel, van binnen zwart; eerste slagpennen zwart
witten zöoin aan de." buitenzijde. •' Borst, onderdeden en onderschenkel
zoo -zwart en glanzend mogelijk,, of zwart met gelijkmatige, schérpe^,
kleine vlekken. Donsveeren .zwart of zwart met witte zoomen ©f punten
(geheel zwarte onderdeden .verdienen de voorkeur). Sjaart zwart, van
glanzend koloriet wit geeft geen „punt van uitsluiting, maar moet
•:ÏQCh afgekeurd worden. Pdoten -diep -oranjegeel.
Bij de hen z ijn;kop 'en "h^lsvéderen7 even als bij derï.
haan geteekend; 'deze teekening mag zich over den kop uitstrekken.
Staart zwart, het bovenste paar? vederen gerand. Hièt^ov^ige-
gevederte )veftQont-Dp een zilver-, donker- of staalgrijzen grond eene
regelmatige , halvemaanvormigesüaalgrauwe, z^artg^autve'' of zwarte
sprenkelteékening; de borst: moet .vooral 'zeer zuiver^ geteekend en vrij
van strepen naar de keel-toe zijn; eene1 kastanjebruine'^l^r,^l,s,szijs
zeer fraai is,' dient niet afgekeürd te worden.. Bóbtèn diepgeel met óf
•zónder donkere . tint/ - v-
De zeer eigenaardige teekening der Brahma’s maakt het kweeken op
de veer zeer' moèielijk en men. moet nauwkeurig zijn broedparen
uitkienen. I De volgende aanwijzingen j^llen^(hierbij' yan veel nut
kunnen /rijn.
Broed ING van donkere brahma’s. Wil men Brahma's voor tentobn-
stellingen kweeken, dan moet men-er natuurlijk voor zorgen, dat men
kuikens krijgt, die goed van kleur-en. teekening zijn, en de groote
i-móeiÈjkheid^bm een haan van'goede afkomst^en jsui^éjlïhloèd te
bekomen, maakt deze taak niet zeer gemakkelijk,. Wil mén'derhalve
een uitstekenden stem Brahma’s kweeken, zonder .genoodzaakt te zijn
telkens, hanen yap. andere ' stemmen te betrekken f ió r dé: bloedvernieu- I
fcp g , waardoor men vaak gevaar '®pf!%bor de inbrenging i a d b e i t :
[bloed- de•■ resultaten der vorige brqedihgen te niet te doen,- dan moet I
mën beginnend(me%{Mch,^ëe'n-. zeker;vaantal fokdieren aan te schaffen. I
Men neemt fe.v. ;drie;.parèn of wel twee hamen?«én. zes hennen, waardoor I
men jaren lteg -kam' vóóTi^e'ekén,. .zonder j§| .andere ’personen te
moeten’ koopen en zonder dat de verbastering of.verzwakking• doprJJ
zich doet bemerken. Bij ', het' uitkiezen der fokdieren moet-
.dieren nemen die goed van vorm en vroeg uitgebroed'■ zijn, uitstekend 1
gevormden kam, fraaien en fijnen kop, volle halssierveeren, lichtgele |
poolen en zo© mogelijk een 1 ongeschonden staart zonder, wit hebben. I
‘ pm-idrërèïiC te'1'^ ^ zwaar bevederde pooten bezitten, is het 1
zeer raadzaam ëefi fokhaan met gierenhakken te- nemen, - maar d e l
hennen mogéh'/geefr zweem van zulke hakken vertoonen. ‘ S©ms .bezit I
.een' ènkélè'haRn van het jonge:|0^d .-•[dok gierenhakken, maar er I
zullen'.altijdfgenoeg overblijven, van l ï gebrek zijn.
"fjVffp .’-de- kfeu^moet fyeel* acht geslagen wórden.' Wil men I
' zilvergrijze drerep^^eekeh / dM|Demé|m^- eep , haan met ^mè.^bofsfl
én dijen; de halssierveeren en de zadel moeten gestreept I
zijn;/ d'é/ basis van 'dë ‘halssierveeren ^encde staartdekvederen J^0èt^Ö!j4
’enkel met een smalen witten rand • gezoomd zijn. Bruine veeren en |
, een staart met purperen ^^CT^|ijh,'\<&pèten,. vermeden:vermeden ;^ó|dënjil|
deze behooren tot de bruine variëteit en deugen volstrekt niet voor de
.■ ^eèi^glyëit zilvergrij zekuikens. r;
:;:t©nikér zijn v— ‘ donkerder zelfs dan de kuikens, ÓpÊl
.Meit.'ériuit kwéeken wil — en gced^getéekend.-'! ■■
' gewaardeerde grootte te bekomen, moet men meer
de zwaarte van de hen, dan* op die van d^.ha^A?-lf|te^^, * Hééft men I
■ eene -brëede,, diepe-, aaii de dijen -zwaar, bevederde hen met goedj
oprij zenden stÊiifo -5 élan.?,kan dë haan wel wat minder zwaar zijn , maar
hij’ hiDétPH fraai gebogen hals, korten rug en goed .opstijgenden zadel
hebben^ die vmjUenjbjjnR^recht staanden staart overgaat, wat aan denj
rug èene hoMe gedaante gééft; hals èn staart moeten aan ë|ka#deF
gelijkend en ' sierÈfk^'gëbogèn zijavs Mocht een der fokdieren ‘;eene I
kleine fout vertoonen, dan „kan;-,déze geneutraliseerd’, worden’
gréWërp ^volmaaktheid vmi hetzelfde deel- bij hef' andere fóidder. Men
moet niet vergeten, dat de invloed van |1|J| haan zich ®só'ral 1 doét
yn. teekening, -die■’ van de hen in grootte en vorm.
; ‘Verder iieifie 'm,ém bij voorkeur fokdieren, die beiden'twee jaar'oud zijn, I
'Ófechoon een^^hjarige |.haan oóh zeer goed met eene^ oudere )hen kan
gepaard wofd^S^,',
; ' Broedt^ G • van lichteJ;1brahma’s.- Al hetgeen gezegdr^-isglpÉ de
donkere Brahma’s over vorm, 1 grpotte, kam, bevedering enz.,. is ook
van toepassing bij dë'bro'eding van den-lachten kleurslag. Dm bij dezen
- echter jongen te kweeken, die, wat betreft de kleur, als prijswaardig
kunnen beschouwd worden, zal men een ‘fijh^evormden ouden (2 & ^jarigen)
haan moeten nemen met niet te zware gierenhakken en zeer lichte lrnls-
siervèderen, waarop de teekening evenwel zichtbaar mo(et zijn, en dëze^
paren 'mét zeer donkere henn|® ‘Bij ztilke paring hééft men zeer véél
| kans goed geteekende jbrfgèn te bekomen. ,
E conomische 'waarde der brahma’s.) Dé Brahma-Pootra’s.zijn reeds
zoo talrijk en zooj algemeen- verspreid,, dat er geen twijfel meer kaaa
bèstaan over. ’hunné^ecoSoöïi^che; waarde^) Men i^ H d a n pok algemeen
hierover eens, dafe^zij- tot de besté en voordeeligste rassen behooren..
Bunné grootte en vroegrijipheid maken zè zeer geschikt voorislafï^|
gevogelte. Wel is waar beweren sommigen, dat het Ype^te^aiis, maar
, men moet dit niet uit hé,t oog verliezen, dat de Brahma’s weinig voor
IS f J)$ Voffelmi'ifd), 'ïïj:
tafelgebruik gekweekt worden, zoodat aan de verbetering van het
vleeschgehalte weinig zorg wordt besteed. Goed gevoede jonge Brahma’s ,
vW goede [oudérs^ afkomstig,, leveren eVenwel op een leeftijd van drie
?|»?:^vïer maanden een zeer smakelijk, en malsch vleesch; vooral de
schenkels zijn zeer sappig. Wright beweert zelfs/ dat zij in sraakelijk-
heid njët'vó.o£ een kalkóen onderdoen. /
Dèt?y|u<3htB^arhéid is eveneens zeer *groot, ofechoon deze wel wat
wordt verminderd.doof de groote, neiging tot broeden, zij met alle
vAziatisdhé’ rassen . gémeëhvhhbben';- evenwel zijn er voorbeelden, dat
eene henippl aieieren legde, niettegenstaande zij nog gebroed had. Dit
' "eèh z ë ^ t 0 0 pn6. aantel. ’. Als; broedsters en moeders
zijn’ zij uitstekend en warden .als zoodanig- door weinig rassen over-
^offèriif'i-' Ofechoon men door kunstmiddelen hét broeden kan beletten,
' is* zulk • eene, te raden. Door de natuur geweld
aan .te doen, schaadt men dO'^èr'en en' de eerste rui zal doen zien,
éen. ikfe^piïÈiig tegenwerken ewièrmatuurlijke TÓsa^x^f ,ïaet
ongestraft kati) geschiéden. Even|JS'\dé. Cochin-china’s verdragen de
Sf Brè^m^e'èhe .voortdurende opsluiting zeer goed^^^zijn derhalve zeer
aan -)te. -l^e.yelèn:^;v®^pfe&personeD •/ die- over weinig ruimte kunnen
;iB^chi%ëhv’. Bij passende vóedingY • groenvoeder niet mag ontxbrekeh.,
)^al|^^^pMéiwëimg ~ziekten te klagen hebben.
JffiKRUiSiNGEN. Uit- de kruising iv?!*D. 'Brahma-hennen met hanen van
enkele-ia^^e^rfe^ffib men^ uitstekende hoenders. Die met een
"I)orking-ihaan levert zeer goed en bmt^ngéiyoon zwaar tafelgevogelte met
’witte b.eëüehflidie'j^a^i1;den Brahma-haan mef^ene DqrJ^g-hen verdient
^pmdè^gAnbeveling. Daarëntegen /ggëft de kruising van de Brahma-hen
. met^aLfWrj^^ tafèlhoen, dat wel-1, is rwaac^ m^ilér :.zwaar
j^Éfa,an dat maar het- v|eesHL>is. blanker, en
[ibuiimgewoón ^ ^ p lg ^ kruising, met^ den, Xa; Fléchérhaan'L leidt .'tot
i dezelfde uitkomsten. 1 lMOT||Mn^oè^g; 'met een Houdan-haan krijgt men
(^èr ^ , V' dies * echter/,) vroeg goedü yjeesch • opleveren en
uitmuntend leggen. ' De,-meest aanbevelenswaarde- kruising. is wel die/
èehédonkere Brahma-hen met,een Spaanschen of Minorca-haan;
deze toch-'devër^CTöpt0më|ëu^;o^^ een vrij goed ^leeschiy.maar- dip
^als’^deghoënde^vniet' -.overtroffen, kuniien ^worden..., Zij eigenen zich
bijzonder vooÈ^^ëinfe^|^ffl^^Sn verdienen dus aanbeveling tfpQVÏ de
| liefhebbers in groote steden, ^
■ ^’Punten van1 uiti^UNTENd h e id ^Eën.;^ögjel, volmaakt in
zadel, beenbékleedmg, -
staart enz«, tevens: volkomen: gezónd’ -ën?^[KÓnberispelijken
toestand bereikt“U v \ S ' .*• . 1/ V.j ^M ^ & fö g ’-punten
worden . . 5
'PUnten vaN-ae^Eüring, 'D eze worden 4 d^S p e r e k e h d ■ !,
kam\(karaf-tel^.^bij hanen J en.s-5> bij’ i
y ':-‘ : 1 2 punten
^^®^^rdéfénd:e^,halsvederen . . .
jy}\ - lendenfiofMii|(t^ Ij i* . ‘ 7 „
v „ . donsbevederïng . . . . . • • ■ ■ • 6 . „
1 . „ beenbeyedering ...........................................» 7 »
Giërei^aMèn < v y y ? • ■ • • -''.só-v " 'y ^
Slechte vorm of houding van den staart . . . . . . 6 „
■ 'Witte: veeren in d!emstaaft:. '■ . . . . • . . % ro „
Bleeke póote^„>. 8 ,,
, t Eerste slagyeerem^ier dë vleugels uitkomende. ■. . . - ?5 »»,