buik en achterlijf bruinaehtig wit. Snavel vaalbruin met Echter
ondersnavel; pooten geelachtig^jlichtrood.
Het wijfje-is kleiner, maar overigens hetzelfde geteekend
evenwel ontbreken de gele schouders .én stuit.
.. Het verspreidingsgebied van dezen vogel s rekt zich over geheel
tropisch Afrika uit. Het kunstig nest wordt aan riet of rietstengels bevestigd.
, Ic de vogelkamer sehijrit hij 'zeer bedaard te zijn en nog al gemakkelijk
te broeden.
AtjyËjj 1 P^^d^irvTW el ooiincê^so irten, zou ons te ver
voeren; ik heb alleen die. 1 1niroid 1 11-,rf ’"dibrnsyuv
dikwijls in den handel k aan^etroffen.
Mocht e e n . a a n t k l f g i f , * ( y e j t
z >odat men op eene meer algen eene verspreiding in onze voge kamers
kan rekenen, dan zal ik die aan et .einde van ’ Et eerste deel beschrijven
en er; zoo^triag(>nj^ eene afbeelding van geven. D E A P P E L V I N K E N ÖF KERN BI JTERS.
(COOOOTHBATJSTrKTAE).
Onder de kernbijters, die in ons land door eene e n k e l e e ^ i®
genwoordigd wordt, nl. de gewone appelvmk (j Cgcccothraustes vulgans),
tellen wij een groet aantal zeer geliefde kamervogels. De ornithologen
verdeden de kernbijters weer itf verschillende onder-familien ,;4:d^ir eendge
bijzondere kenmerken aangednid. Voor-ons doel is deze splitsing van weinig
belang; wij zullen ze . dus allen onder eenzelfdem naam samenvatten.
Eemge hunner behooren tot de meest' gekende. en, de meest geliefde
kamervogels,,'zooafls W.V». de kardinalen: anderen,r onder dé namen van
bisschoppen en paapjes bekend, komen minder algemeen voor, ofschoon
de steeds toenemende liemeffibènj' voor buitenlandsche vogels de groothandelaars
heeft aangespoord, om ook deze m''steeds' toenemend aantal
in te voeren, zoodjat' 'laatste, jaren vele soorten op ©nzerivp'gê®
markten. kwamen ,, die ; vroeger sléchts zeldzaam Of in klein aantal
werden ingevoerd.-
in levenswijze overeen. Het^zijn bepaald f boomvogels, *' die van verschillende
zaden, vruchten, beziën, maar ©ok van insecten leven. ?Def
nesten.' WÖMeh1 sfeed&'p']?|^^ gebouwd en vormen
jgefeel^ende :ëï^in'^^ajSfó&f
f ^ ¥ nd- "Sofrimïgei^.do^i^'Öor, dè Hjsfer, niet
onder, anderen overtreffen het sijsje nauwlijks in grootte. Zij zijn over
' bet ‘algemeen j^ ^ ë ^ g ë ^ g ^ ^ ^^n^^^^hisböuw;,, met^vÈif g^dpten
P^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^^^Kgainéngedruk^^pbultig is/’^Dje yleugels, '^jn;t$vér
niet of spits, slagpennen
g jS j de, langste. ^MéMdragén. én munten dóórren
prachtig, l_^^^^^^^^^pdertepnp|^^
. gepasf^óedselS^^^^ ^B^ven. Kanariezaad,?gtó%)
wat- yfdc&teny groen,
.benevéns^ ^ ^ ^ ^ t, $ méelwormen en ^m^^p^mi^zijn het/^ge^one
laatsten vooraJff->al^MiKjo&^iL^B1)èi^^^^^ideMk'
zaden' en :. zij worden
daarbij te vet en sterven dan. ■
-Vt R O O D E K A R D IN A A'L'M^ecofito^uites / ' i
PLAAT IX — ^|j|ËL-44. '
r i -i(Naar een exemplaar in het bezit van den schrijver.) ,
SvrfONiBME^-^oxia, Coecothraustes, Pringilla, Pitylus cai\dmalis; Cardinalis Yirginianus; Lusoinia Yirginiana; 0 ‘oecothrausfces cristata; Loxia, rubra.
Yreemde namen. Le cardinal rouge; Gros-bec :r.óii^p; Rossignol de Yirginie; Cardinal huppé; Cardinal gEOS^hëp, I V » ë ^ — Bothe Kardinal; Yirginischer
Kardinal; Bothvogel; Yirginisolier ïfachtigal; Q-ehaubter Kardinal: Yirginiscber DidkscMaDél-, Duitsch: — Bed-bird, Cardinal Qrosbeakl
; : Yirginian nightingale, Êngelsch.
§0Gee^énkelè^dg^vanf de! famiHe^deftsrnJijW^is pobvèiigmeéh
bekend en zoo gezocht als de roode kardinaal. Hij verdient déze voorkeur
niet alleen door zijn schitteren^ gevederte j, maar ob|t dofr een
zeer fraai gezang en de gemakkelijklieid waarmede hij/in^de^ëy^g^-:?
schap^ voöitkwéekt.V’ •
V biet mannetje is over het geheele lichaam schitterend rood;
. \ ■ donkerder, '(scharlakenrood) ©pvv den kop/' en aan de staande,
■ ( n spitstbeloopende kuif. ' Een teugelstregp.,, die 'tot, het^o^jjen om
den ^snavel toopt', benevens de bovenkeel _ zijn diép1.< zwart.
? ^|^l^id|rsi, 'mantel en stuit scharlkkenrood, iedere veer donker-
>, der gezoomd; slagpennen en staartdekvederem^'o^kefrobd met
g^^^ft^^®^tën-®n^MnM^^m^^^^^^feJ|(iarlakenrood;
.vonderdeden lichterrood; snavel- vermdlioenrood^bo'g^rop.d'bruin;
't L .ppoten; bm&cKtiglf,
4 ■ Het1 wijfj e is oj) de bovendeden olijf bruin; voorhoofd, wenk-
brauwstreep ? :^ | n i i f bruinachtig tot dof röpi ; teugelstreép f en
keel zwartachtig;v^vleugels bruinachtig rood,, slagpennen bruin
:met dofroode buit^nvl'ag; staartvederen -bruin met róddéSAletó
zoomen;.ond’erdeelen geelachtig bruin; snavel geelachtig rood,
, . oog donkerbruin^, pooten bruinaehtig?
JÉiet verbreidingsgebied vanj’dëzfen vogel "omvat het zuidelijk gedeelte
dér Yereenigde Staten, Mexico ên Californie. Bij zachte winters vertoeft
"Mj jaar i-n jaa^m^in. dezelfde streken; bij strenge koude trekt hij echter
naar» warmer öordén. Volgens den prins 'pmWied^Ver6lfl#/Hj^pVer"
dag gaarnë^^ de afchtbégfoeide- taM:éh|!d^f slingerplanten en vliegt^ van
daar naar de omliggende velden om voedsel te zoeken.-Audubon zegt,
^kjpmen n^^zèefe dikwijls in vélden ,, bööm^ardén^èn tuinen aantreft
en dat hij zelfs in de ste^;^|en';/d®rpeBi zijn verblijf hmïd^ „Mén' komt
13