kunnen i ( ii Eenmaal, werd mij door een mijner leerlingen een-1 .voornamelijk van doods takjes en bladeren 'samengevoegd, veel minder
zoogenaamd dubbel nest gebracht; werkelijk waren hier \1 eie: en in e*r F hooi en stroo als bij da Hollandsche musch. Een paar1, dat ik mede-
de jongens verklaarden'mij eenstemmig, dat het vaak gebeurt, dat 2 bracht, heeft de reis uitmuntend verdragen en leeft nu aog tierig, en
paar in één nest broeden.. Ook anderen verzekerden mij dat. Ik durf wél in eene gewone kooi en tjilpt alsof het 1 in het vfttnne Afrika
’ephter niét voor de waarheid er van instaan, daar ik zelf nimmer ruik | was, in plaats van in hét kottda, M O ^ ^ ;H 611ah(f. „V
een nest gevonden heb. De nesten zijn zeer rhw en los gebouwd en j
. G 0 U Dlfl t tJ C H;
n fcet bezit y&a a
*chi fcf Goldei
\ \ | De eigenlijke musschen, .hebben ,mj gezegd, bieden den vogelliefhebber
in den regel weinig genoden, aan; allen vertoanen zij de
onbeschaamdheid, de twislziekte, de Straatjongensaehtigheid van onze
gewone musch. .Önjier de buitenlandsche musschen zijn er .evenwel
I enkele die, behalve om de zeldzaamheid, ook om het fraaie vedergewaad
den liefhebber belang inboezemen. Onder ,deze noemen wij in de
eerste plaats de Goudmusch(^r/fl£7’//<z luted) en de Goudmusch van |
' Abyssmifi .(Fringilïa.- euchlord).v$ Bèjden |zijn nog tamelijk zeldzame |
verschijningen op, de vogelmarkt, vooral de laatste. . I
I \ De-'eigenlijke jOoudmuschTbewoont het Noordoostelijk* Afrika; vooral I
in Senar Cordofen en langs de Blauwe Nijl komt zij nóg al veeb_!
I ynldig voor* -De nabijheid,, van sfroomende wateren -en^de aanwezigheid I van hooge boomen schijnen eene vaste voorwaarde voor hare aanwezig- J
heid. in sommige streken't©J®»j in de .woestijnen en zandvlakten wordt
I I alleen daar aangetroffen waar waterbronnen zijn; evenals pnzèïnusch
I komt zij ook veelvuldig op erven, beplantingen, op froeveh de; |
I dorpen. ,In 'Juni ^ M l i vindt men haar in ^hartrgm in groote menigte
r pp' muren en daken. De'getale,. levensvdjze kopit met die van onze
I Europeesehh musch overeen, alleen schijnt zij wat minder twistziek,; |
I wat minder onbeschaamd te zijn. Vbfr' “Henglin ..vond „op zij ne ros ]
I langs de Blahwe Nijl eene menigte nesten,, welke hij vóór -dié:Van
L de Goudmusch hield. Deze nesten werden bij dozijnen qp eiken Struik ]
.gevonden, waren zeer net uit frjm gras gebouwd, eenigszins buidelvormig,
meer d\ep, da£r bKed ’en;y^-/boV^^friet,oyerwelfö. Br^hm zegt, dat 1
de 'Goudmusch jhaar nest in struiken bouwt on 3 of 4 eieren legt. Deze |
eierèn zijn-wat met bruine, stippels'.' f, '
1 Het mannetje is zwavelgeel; mantel ex^schoudénTfE^ kaneel-
bmm zwattachtig bruin, de groote en middelste dek- |
%cf*ren' naar de spits toe met geelachtig witte randen, kleine l
vk-'gddekken licht geëlachtig grijs, slagveeren met licht bminachtige f
r staartvederen bleek grijsbruin, Onderste staartdekvederen
wit mpb bruine schafchtstrepen; .Snavel en pooten vaal 1
vleeschWteiatig; oog dónkerbruip.
Het wijfje is lichter van kleur; aan bóveakojï* nek ea stuit i
vaal roodachtig geel, met lichtere randen aan de veeren.
In de vogelkamer zijn het rustige vogels, die feet hunne medebewoners
niet lastig-maken; ook broeden zij zeer goed. | De heer Frentzel in
Buitsfchland, die ze reeds meermalen gekweekt heeft, getuigt evenwel
dat zij de' jongen slecht opvoeden. „Het eehe b ro ed s e lz e g t hij,
„volgde verwonderlijk snel op fret andere; nauwelijks konden de jongen'
van het eene nest zich zelve helpen, of uit een ander nest|klbnk reeds
het gepiep van andere jongen. De püden Voederen hoofdZakelijk met,,
zaad. nie| met mierenderen, maar des te gretiger inet .meelwormen;
daar elk nest slechts een-óf twee jóngen ople^éftjen ,.clie teh slótte alle* '
siiervéD, is deze kweeking niet zeer!yogrdeelig.-
Of alle kweekers zoo ongelukkig zjjn ,‘^\dé' -vraag ; meètdere bfoed-
gevolgen zullen dit‘ inoet$n l^erenV , |
y De prijs’ is-.nog S f g u l d e n per paar.
V DE GOUDMUSCH VAN ABYSSINIÉ (Frinsilla eucMoyfe).
SYNOHlBJSteS* Chrysospiza, Pyrgita euchlora; Fringilïa albeoh
YBEEMDE NAMEN. Gl'ÜH0 Ghldaparllilg J
~ Moineau doré d’Xbessinie, Fransch; — A by gi
Deze vogel is verreweg zeldzamer dan de bóteni^^^llÉ en kwam
jaaj slechts m eónige koppen op de vogelmarkt Dr.
Russ vermeldt hem slechts terloops in zijn werk. èr-m)voegende, .dat,
er weinig kans be-.taat dat hd ztf ingevoerd worden. Dit nu4 fii nfët:
het geval geweest. V «rieden laar voerde de heer Vekemans er ver-
schillende ]>aren van in en ik zelf heb zulk een paartje geruimen tijd
in mijfre vogelkamer gehad. Dr, Ru^s héeft later jongen van
gekweekt en,r zóo ;k nr.i niet vjgrgis,- de heer Blauw eveneens. Bij mij
heeft het paar wel ^uesteld, maat idót gebroed; later zijn lieade vogeltjes
gestorven, ^oodr.i zij. weer op 'de markt komen mijne broed-
proeven , die zeker mèt goeden uitslag bekroond zullen
het | njleven is tot dusverre weipig of niets bekend. Zooals do
PI. XI