' DE KROONVINK yAlmÖllVi„E>rin^ griseo oristata).
V ,- , SOTOiraaimr. Coryphoajangus griseo oristatms, Emberiza gfiaeo .enataia.
Y rebmde namen. Kronfink roi Bok^e, Smtsch, - ^ L ’Aragnir-a j i S M
.. . 'griBO, Fransch.
Deze soort is grooter dan de beide voorgaande.' 'tiet vederkleed is
bijna over het geheele Iichaam^oodS-} \te i^ Se^& n'd e onde^éfl&
Ook de kuif is grijs zonder zwarte omrandm, | ^ - ] e zi j knnjflj
zij met de anderen overeen. jV'an.^femg.'oV broedlusTheb
vogels niets bespeurd.
^ P E j KROONVINK, VA^BR ^^lÈjferiiMdUa oristata),
Sïsosieme-. üh-iug-illa, arnguira, flammea; I aohyphonus rul esc ms Lo-1
pkospiza oristata, Coryphospingus cristatus, Emberiza
...aragüira^ ‘
T bebmde KAMI»' Le Pinson . k orèto rouge .TJVan ch, — Kronfink von I
Brasilien, Haubenfink, DuitsM- — Ked-crested flnob, T
,.v Engelsch. ■
ÏTXze soort* b|bVk k .y & lï~ n \ > H
het vrijlév n '^ 'v e iA j.. rntEi iVkeiuU 'Un i'k vrgel
leeft des zomers paarsgewijze en vereenigt zich in den vinter tot kit ine'(
vli t bier iisstUt nj hor u n hT j u fni ndèr 1. men* nclijh. voning.. n j j
te naderen. Het geleg bestaat uit 3 it 4 witte, g 11, vbiu n gestippelde
eieren. | ‘
t'/}?1} ' m'’ ni 'r,|L ^ ,ai‘ P , 1J Ier tn sfhntuend I
-•scharhkLnr d o n lek n loiikal n n‘ .^^Stndmlci^viL 1.. Is I
r ^ej-staart
' ■■ i.;* * 1 vleeschrood. ] | g borsL vertoont'’| é { meeste'rood: ^Snayeïl
^j'^wariicht g bjüinj,' omicr-n .vel j-oodi. liiig int, oog nodbrmn,l
P00^65 fee hl run De kuif is s< har ik me od.
Het wijfje ^ ^ s ^ n kop 1 venila >P«fi.p rug.gukleuid en de
■- kuifjoritbrèekti 7^
Vaderland Brazdiï, Eia’ f-rande dÜ <rl tolmaan Paraguay en
1 •; 1
DE'KUIF.VINKUfeOTFtDESRRIflfiVI\K rringüia o rn a t|% ^
Synonieme^. Tiaris, Lophospiza ornata; Tiai-is oomptus.
Vreemde ramen, -öèhaubte Spnngfink, Soliopffink,»Duitsch-, — Momeau k
' -f,' '.V.^P-Pf j Fransch-.
feeft' i c ü ^ f l^ u k mist'^W'lfiioorgadnn cl,
Ide,lange kuif doet het als^Kpder naaste . 1 a itén va 9RHeMHË|u„env
herkenn n O'tryhit ijlc.i^is c m0 f f m re-r
r t n t l ! irei zu .mrlu i 1 a i UJ n n W ' , ^ Ss 7 gt in ,
1 in « r „Die from 1 Hull < 1 -n.ntL f t .« y 1 i l ü - n V * 'd '^ !^ ^ ^ t
' 1 ■ H I I heeft" delMf
I a j - , s \ * w | * r * - f
rhet paartje, dat zichgffmijn^va'zaraehi^beSffl^^®
‘uu 1,1 in?
, <^®Ae vei .1 bi stuud; kuif oj dïn c ïterkop 5l*fif’’uis' iLa
■ m j n ^ ^ p ' zwart,
■ y^d^^feyendeelgSbji^^^^^'aseiigrau
-midden .in 'cr^-ti n ^.i sü-~npgi > .g ^ ^ c o i i cl n fia S ? S a ,h ‘r a
I' saMttferi*oi t . en lü iT f ilpn Fpuffis
; " - ï der binm vlag nit, velke Hetir zich aai den wortel van de
_ vijlde 1 „I er fsTk i - [Gfcjn r T v V ^ iPi
ermslirpe mn r i n J w iiaJitWiik
Uirt men /w n , iit l un Vn j i r „ le | h [’ i ’m
ƒ hef J rde v inge e*ii^w rtL*i
- achtig jhpotnpriuiw;
; >V,’n<^|r *a ‘fe i^ le eW ^gjaB v | J B
I lj^vaifejiand .is ;Pj7i7i[icVël je
■ Htnrhdu’ o er-s^er,Leei^4epU 7n^imhj^lnii^h e eiï ' '^ w i j / l , ; ' '
^ ‘i'-urhe njg dul l kort tn kin epw!
fe^ r iU ll^ ^ b r^ L n ^ e i Vijn^edreip/aai^ en du, e (e tgH e^ * l«el
S B 5"flr Aidenien m t ^ ^ f t ^ J')il^mfè^d.p-nt''’li^ e^ ^ ^ p ;> J
v,,<:llsel onontbeerlijk is en dat een ruim verblijf voor hun welzijn [7 dienstig is AOnjll 7Cer verz t pij “'ters en
ei 1.11 afe, j£ ';h e lZ ^ il^ .~ p tiK r f^ ^ fa j Ik rlirl 'i
l| daarvan 'en .c^ste‘ isn^ ingen vi j. goed' en zijn, ofechoon
mogen verzekeren, dat zij zonder moeite ^ l^ b ^ e 3 e n .jfe i^ ^ 5 t fp ë "'.
b«gon. r^ ^ k o r t nadat zij
te slepen, maar r ri bri i * aer' vc
deze moest ontruimen, k in ik dit jaar, vooral nu de V nter nadert * <'
i het fe Qctólei -t- aan geen broedproeven denken. Ik hoop het volgende
jaareer in te slagen
De prijs j s wegens de zeldzaamheid nog al vrij hoog; men zal het
I paartje althans met ra É 15 gulden moeten betalen ,
m m
D E M U S S C
ê)ver ket: a%gpt@ël felêigm 'de musschen niet VeéMan]^^^^|g^digè'
vogels het
karakter .van onze ^m^m^p^^pt'et^zijn, de^prBletariers van deftó'geW
J'Vristziek, gulzig^ dod; zang^ngch kleuren^^STOr^ o^rl^mB^
dé musschen ons weinig belang inboezemen. Enkele, zoöals de Goud-
H E N (Passerina-e).
dé laatste jaféffiWbg.al worden ingevoerd, zijn zeer
meye vogels, die, daar zij in de gevangenschap zöndèr veel inoéité
'1 V^ m p ^hlM^Mefó'n ifet zonder , Jbelaügriikhexd zijp.’ Wij-
zullen de meest, bekende w^btmclea: beschouwen.
m m E ' K A A ft'SlC5^ E
PLAAT XI — VOGEL 59.
S-v-wn-MT-RntniiH. Pfirsap MfRiIMtiis, Msf aBiióimsis 6apiitas: boaaë spëi^ Pyrgqifca arouata.
VreÉmde tvi 'Sperliiig. vom h'dêó:. guten Hoffiiung,' Dfatjich{ *— Momeau du Cap do bonne Espérance, le croissant,
OMe|hüip^^^^^^m|olêtarier pu^f/ de r^^^T^ordt r^m^e|E^pV
ii^^^^^p^^^^^ppOTa^^^^gehfaenide soort, ^^^^Mewel» minder
B BM B™ ^ ^ ^ p |B P IB^^^^iehaDPen van onze musch vertoont.
vVóegen wij et fraaier is. ^yl,
De bovenkop van afi^ het voorho ofd to t aan-/ den -n’èk^^^
^P^waDgen-;L7k ^ l^ $ ^ je ^ ^ ^ ^ :op|ppl^vënM)^ ^ j ^ ^ ^ zwart;
B | p K fë!i7-!lDrëë,^é!-;>'-s'tieep^^ ^ ^ ^ ^ ^ y è l'^ ^ ^ naar het oor loopt
en daar beneden in een. breederen halskraag uitloopt, is wit;
'schouder-,en nek grijs; mantel en rug tot aan den stuit roodbruin;
vleugels zwartachtig met- itwe,e breede witte dwarsbanden en
iedere veer met een breedeii valen zoom; ^staart evenzoo gekleurd;
onderdeelen bruinachtig wit. Oog
bluin; snavel zwart (volgens Dr./'P©"lub vermiljoenrood); pootjes
Wijfje aan bovenkop en achterhals niet zwart,
;, grijs; wenkbraüwstreep tot; aan de slapen witachtig ‘.roest^eel;
1 EiÉi .s^é:ê,p;- ©m hët; por ■ bruÉaaehtig p f s : het verdere gedeelte
van den kop m ^ e i^ ^zit^^mt^yQes^éëh^keel eh-bovenbo^étj
.grijsachtig bruin; onderdeelen geelachtig rood.
■ Tot dusverre ’waren de bejrichten over dezen vogel, die in zijn
vaderland verre van zeldzaam is, maar schaarsch en^v^r het gevan-
genlèven weten wif '.ai- niet ve:ël7mêer.: : :'$mïés; Mji door Jamraeh
en Hagenbeek ingevoerd en Dr. Russ heeft een paar in zijn bezit
gehad, dat evenwel aan een wörm i© de hersenen gestorven is. In den
Berlijnschén' ■ dierentuin heeft. volgens i:gênêsteld,
zonder evenwel jongen uit te broeden. Dit was ongeveer alles wat wij
van dezen vogel; gisten
gelegenheid had hem- hanwkënariger waar te nemen', la ' zijn werk
MMn&gfi zur Ornithologie ,Sudafrikas zegt - genoemde reiziger het
iyolgende: v
'. Het iseen' in zijm vaderland tamelijk verspreide musch, die echter
niet zoo veelvuïdig wordt aangetrofFen als zijne verwante in;Europap Mj,:
'leeft in kleine gezelschappen^^’6^ei^ ^^ ^ ^ ^ |alsr bü> menschelijke
woningen en bouwt haar,omvangrijk‘nest in doornhagen en muurspleten.
Ik leerde de Zuid-Afrikaansche m|^MaJ^eeh- zeët. » ^ fM É :4t^3if-
lustigen vpgel-kennen en all'e proeven,^eföê^ik met hem ‘genomen.heb^«
vbp|,tó^,; 'Ma^^^^lei zwakkere vogels imam^B^^ ^ dbliivervofode en
zijne soortgenoolen ’ zelfs
"die: langen'
geweest, nieuwe tm4^ei^^hï^^gëbrac|bfip^ffimfelen- zij ’ onmiddellijk
op dezen aan en sloegen zoo geducht met hunnen snavel op den kojh
^^^^femv^m^genl dat dezêypngetwijfeld»!-. alfe ihet^sï^chtbffel^huMtór)
'spoedig verwijderd.
Wbgels .7 ‘ die ik 4:er'zèlfder tijd gehangen
jhhd^lhng-lihM^Jtiit^ ^ ^ ^^ ^m^ fei^^^^Me^ahdei^’n'a^sméff] li^'o^fal;
^m|^^in^MHro^[t^i^waméers?aln^^d.Mdër¥egénhuien de temperatuur
^sifelj hadden a^eköeld. MDlMfee^ëesc' r^^^meaeen?16verdekt nest
voor dezen vogel -eene noodzakelijkheid is.
De Kaapsche Musch is even driest als vèorzSchjig. ; In 'vergelijkiiig,
I maar
veel schooner en. een1 betere bouwmeester. Hét*, nest is wel niet fraai,
l^ ffi^t^n yjHe t wordt ^bbkendieii ?öoVgbed in het dichtst der doom-
hhg^\nangelegd^ldat' kan ^ondër-^
zoeken. D i k w i j l s ' ovenvormïg: de’'grootte is1 over het
in ^ |%ziltbè^atten 4— 5
eieren.; De jongen komen in de hooge streken gewoonlijk in het begin
'de warme'kuststreken 2 I 4 weken- viö^er|
De mussdhèÜ!
der Diamantvelden'1 geschoten5 mannetje 'had in de onderlijfe-
holte eenige 4 i J Cm. lange, haardunne ascariden.
W-‘ B. Gunning,, 'die : ^Beeft
döorgebracht, deel,^^^M^mJ^lgéiïdé.»:o'v;ér d^eUyogels mede: Ik heb
de1 gevangenschap 'kmeïj]aan hefi bfoèden? kurm}Cn7^jgêtt,‘i
m,aar heb wel m^ém^ge^pna^^i ' van mijne leerlingen gekregen. Zulke
|l||g*eh verschillen onderling natuurlijk veel, naar de plaats waar zij zijn
1 -mv, d^ bd o^ rpz ilm & ^izee g ‘gfbota ‘Ik heb,
épnimeegebracht; dat;^an rde buitenzijde^ natuuti^M-in doorsnede ruim
i % voet meet, terwijl - de breedte ruim 1 x/4 voet is. Het bevat doorgaans
5, soms 3, ook wel tot 7 & 8 eieren, die bruin.gespikkeld óp*
eene • gróenachtige onderkleur zijn. ■ Zij verschillen echter - onderling
zeer f^^^^^eruKo-tal mijner verzameling izou ik mef moëife: f gelijke