— ‘4d B
H E T C R È V E C O E U R - H O E N.
PLAAT Y II — YOGELS 2 6 en 27',! i f11,.'1 •:
in "t duister als die
||||f e r e r ' rassen.D.e keer- La Perre ;de Ro© is, de meendng
t°|^^S n ,V dMHBMm! afstammen van het; Boiandscke witkmfhoen \
en grondt :znrae m e en fe g^ ^ s iM ié^ a t men zoo dikwijls witte veeren
in de kuif aantreft. De Engelschen hebben echter een ras gekweekt,,
waarbij de zwarte kuif constant is. Door telkens de hoenders, #e
||^t| veeren igMë kuif vertóonen, vi#g%t kweeken uit te £sluite|||
komt men al zeer spoedig, tot dezelfde uitkomsten. Dê; maam ontleent
; het aan» lipjpiferB Crèvecoenr, dat tusschen Lisieux. en Caen iaa-'(Salvador,
’S T A N D A A RD V A N UITM.Ü F T E N D H E ID.
kop — lang (7 è. 8 cm.) en dik.
oog — donker geel, beter nog rood.
kam — korens',' 'ffif’a ff l
•<Éëm basis vereenigd zijn en van boven uitwijken; hoe minder vertakkingen
de kam heeft, des te meer \ v r q r ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ B öökyorden'
•ËËiar — ze® ontwikkeld en geheel zwart (b'ij-'fen zwarten kleurslag).
kin lellen — gewoon en
,igesti|)t<f?
" rp^yettefor^em’ ] * -,!
wangen — bevederd.
'BAKKEBAAiRbEN — zeer vol.
^ zèer ontwilskèla3.|^^^^e^eh dë kinlappen dMf<^^Lé^- j'r j.s?
HALS — gemiddelde lengte;^ ruim met zwarte; metaalglanze'nde véeren
i^^^MEzien'. •
b h b | B b B
„pooten — kort, de schenkels onder de veeren verborgen, zwart of
.... donker loodkleurig.
TEENÉN — lang, recht en vier in getal.
staart — zeer groot, zwaai en met lange ^ g b rëb d e ^ k ^ lv è èrêm
voorzien,'die een groenen of vioietten glans h e b b e n . .
boh-dhno — zeer fiè'r en indrukwekkend.
GEWICHT — |fB§©t '4? kg- ‘^oor volwassen dieren.
voorkomen — aan dat #er Paduas gehp;* maar p s s i g p i
f' ‘ D e , h è® komt veel met den haan overeen, maar kam, kin- en
oorMiLem zijn kleiner, de k u if ' zeer groot en rond, op die van de
... P ad ij^jg^
waarde.-- Dé Crèvecoeurs zijn middelmatige eieiv
lËoendsr^bh? braden’ slecht. ;i\Ms^^p^^|5i^‘2ajh. zij1 zeer gezocht op
hun blank, malsch en sappig vleesch. _
en blauwe C. Det witte moeten
^ ^ p p ^ t 'z ijn ', zonder éen%- inmengsel’ van andere, tinten. De blauwe
vlëugels''/;.w®^eli|^vëèreif; en sikkel-
fe^fehl - van • eQ^ lio icÉ ^^^^KagiSkfeu r, hefedverigë gevederte ^
; jPU'NTEN1- VANf, AEKETJRIN'Gi '
■ ^Sleehteïfea^'if \ . _• , . . . . . 12 punten.
'Gebreken in kuif o&IMarden - • . . . . . 12 „
BMPj^|^§S|^^i#z#arte of zwart in de kuif bij witte: 15 „
aan grootte. . . . . . . . . . . . . 20 „
symmetrie ., . . . , '. . , . , / . .J' IJ. „
*•' f,„ * ,1 *5 p
é hn.tei8 ^ ™ f of kuif.
gewaad. Bevederde
poóten dan zwart (M^m^ooo|i^ijs. Scheeve
^^tt^bfe' e e n i^ ^ ^ ^ ^ p ^ ^ P ^ fke''misvormdheid.. “ B|dneg^jke, nan-
delingen.
HET HOEN* VAN CMJMONT
eigenlijk meer ver-
^Kid|ei^- mee:^^^^^^^mih1laatste. Het is veel^^^^êmakkqlijker
vleesch
p ^ p ^ ^ ^ l^ ^^.mtstekehde. legsters? 1||||' verschilt van de C^docSs
dóbfeêëhë¥yeëlèklêin^é! ferifi -...;,
iilffeênëens' uitstekend, maar broeden
^^ ^ ^®e 'iha an heeft een enkelvoudigen, grooten en regelmatig
r?get^^enf^ B ^ S ^ ^ ^ ^ ^ ^ B e aigbronde^ 'linftgpèfil||^^Êfo^oodi is.
^g#Èeh‘ hheft' e ^ kleinen kbp\ Bikélvotfdigën', rechten, fijngetanden
teeneh.
De Vogelwereld, II.