76 —
ons algemeen bekende siervogel en een der grootsten der bekende 1
soorten. Hetxgansohe gevederte is schitterend wit, de bek rood, naar :
hét oranje trekkende en aan beteinde/Van eén zwarten nagel voorzien.
Op den snavel bevindt zich een meer of minder ontwikkelde knobbel,
waarvan de Duiische benaming van Möcker-Scjwö&n —| knobbelzwaan—
■ voorkomt. Bij de mannetjes is deze knobbel zwaarder dan bij de ^vijfjes
De neusgaten zijn4 gewdonlijk -doos' een zwarten, rand omgeven, die' op r
den rooden. snavel sterk afsteekt, De ppoten zijn zwart, het, oog bruin.
De jóngen' van onzen gewonen 1 Zwaan zijn grijsachtig van klem; allengs
gaat .déze^ kleur .in wit over; eerst op» den leeftijd van 2 jaar zijn zij
volkomen aan de ouden gelijk. Wat wij boven over broeding en levens- j
wijste gezegd hebben, heeft op den gewonen zwaan betrekking.
/ Onderden haam van CYGNOS IMMUTABfUS (onveranderlijke, zwaan)
kent men'eene variëteit van bovengenoemden, die .zich door bleekgrijze
of witte pooten onderscheidt De jöBgea hebben na de geboorte-, reeds
een .
niet uitgemaakt
Sclater helt t<
ifeonderlijfce : söort dan - wél eèhe variëteit
het eerete/gevóelen over, Schlegel, Gerbe en anderen
Ipuwea hem als eene yariéteit- van den C. tifor. fiuet [
'e J u Muséum te Parijs zegt, dat ér onder dé broed-,
ihr . , jaarlijks, jongen zijn, die witte poote» lebben en I
blijven die witte póötén: bésténdig van gesladit tot j
DE WILDE of ZING-ZWAAN. (C. musicus, € Singsdiwan;
K Cygne^sauvage, C. chanteur j F , Hooper Swan is iets minder siërlijk
dan de; lamme.‘ 'H ij; bewoont noordelijk, Europa en. Azië. Dé snavel
is aan de puntVfot öpeeh derde der'lengte zwart vandaar tot aan- de
basis geel, rdé‘ poöten zijn zwart. Deze 'z^aan heeft geen knobbels op
dén snaveb ^ot-2h^§h iqe schijnt m^n geeh ^jongen in de ‘ gèvangen-
schap bekomen te hebben.
DE ZWAKTE ZWAAN. (CU.atratus) 'schijnt heteerstln 1668: door de I
bemanning van . een der schepen der Oost-Indischo Cömpagnie ontdekt
te zijn, In 1746 werden twéé dezer vogels naar Batavia gebracht. § | Is
eene gewonp. verschijning. opt de meeren en-waterenTvan Zuid-Australië
en Öceanie. Volgens Bennet- treft men ze er bij dm»»ndta1k»n aan en
worden zij zonder j?èel moeite boit^gemaakt. Volgens Gouïd valt kie f
.paartijd van October tot Januari. ~ j|
Ook ,dé bij .aps gehouden zwarte zwanen broeden/-soms in denzelfden j
tijd van het jaar; wat natuurlijk met -hei; oog op onzen? winters voor het !
| broedsel weinig gunstig is.: In dé menagerie van het Museum te Parijs
legde een paar het eerste jaar in- Januari, het daaropvolgende. in Februari
en het derde jaar in Maart. In A it ii legden' zij zooveel in
Pebraari als in September en in den Antwerpschen dierentuin nir eens f
vöór. dan weer na den winter, soms zelfs twéémaal in één jaar. Het
geleg béstast uit vijf tot acht groenachtige eieren.
Het gevederte is zwart, dé naakte oogstreek., ppoten en snavel zijn'
rood, déze laatste met een bleekvleeschkleurigen nagel en witten dwara-
band. De snavel bezit géén knobbel.
DE ZWARTHALS ZWAAN. (C n^ricol/is).' D . Schwarzba^-Schwan; Fy,
Cygne è cöu noir; £. Black-necked Swan is een sierlijke verschijning.
De hals wordt meer rechtop gedragen, wat dezen vogel eenigszins op
een gans doet gelijken.
■ Volgens Brehm werd bet eerste paar dézer vogels door Hormby
ingevoerd, die het aan Lord Déi-hy schonk. In 1857 hebben zij richel
het eerst in dén zodlogischen tuin va» Londenvoortgeplant, In . Parijs
legden zij • in 1880 Woor*’t eerst en wel ongeveer half/Aprilj den,5
Juni kwamen de jongen uit, nadat het wijfje dén 1 Mei was beginnen
te broeden. In Antwerpen heeft een paar tot driemaal tóe in een- jaar ,
gebroed. Over het algemeen broeden zij tusschen de eerste dagen van
April' en Mei. Bij goede behandeling kan men elk jaar op jongen
rekenen. Niettemin blijft de prijs van een volwassen paar, 'dat wil
zeggen van vogels die drie jaar oud zijn, nog zeer hóóg. p | bedraagt
yan. ïöo tot .150 gulden, De zwarthals-zwaan is een bewoner van Zuid-
Amerika. Men vindt hem in Peru „\ op de Palkland-eilanden, te Bantos
Het' gevederte' van het lichaamis schitterend wit, kop en hals rijn
evenwel zwart, de oogstreep wit. De snavel is loodkleurig en heefteen
lichtroodén nagel. De söavetknobbels , dié, hélder rood zijii,vhebbën
een eigenaardigen^ vorm en gelijken wel eenigszins op een hoenderkam
of meer nog op twee groote aardbeziën., die onderligger bonden rijn.
Teugels en poefóa kjja rood? het oogisbruin. ÉS
DE TROMPETTER ZWAAN. {èSMciinaior). Z& TrómpóerSChwan; K
Cygne trompette ou buo^itiatotj^ff. Trompeter Swan, bewoont Nöbfd|
\Afiaenkaff in hei Oosten v ^ -^j.^rèênigde Skaten,
van den Mississippi tot aan den Stillen Oceaan.1 Hij hef eerst in
itSöjS iHï 'Engeland mgevóerd. en; broedde daar yèö# *t eerst in f870.
Deze soort schijnt zich zeer gevangenschap voort te planten,
jLlthahs - heeft ’ipaQV ii&'-dse diergaarden van .Amsterdam,, Antwerpen,
Londen, Afrijs ^ ^ker op^Jii, andere- inlichtingen van' dien |ÉfS|
jaarlijks geregeld{Jongéh. Dé;eieren zijn 1 1 'cM^. lang en 6^ cM. breed
en hebben eene géekchtige ‘Meiir. Gewoonlijk bemnt h|| wijfje< in {Ma
te leggen en>:ón|eveer negen da^en na het leggen van het eerste ei te
Het gevederte.is wit, poöten en snavel zwart, dezélaatste^zonder
knobbels. 'Dejyörié.1 van déh kop is meer hoekig dan die1 bij de andere
sóórten en afgeplat op de plaats waar men bij andere zwanen de knobbels
aantreft. In grootte komt hij mèt den gewonen zwaan overeen. >
DE|DWER6ZWAAN- of BEWIKZWAAN. / (C Ci Bèwickü. D,\
’Zwergschwan; , Cygnp de: Bewick; J?; Bëwicks Swan is veel kleiner
dan 4e 'wilde zwaan, maar bewoont ongeveer dezelfde streken. Ook in
kleur en uöuding^kom^^ met desen overeen* met dft onderscheid
evenwel, dat het geel; van den snavelwortef zich. niet tót de neusgaten
uitstrékt. De. neusgaten 'zitten' ook in het zwarte gédeèïté yan dén snavél,
terwijl zij bij den^ witdèn zwaan gedeeltelijk in het gele, gedeeltelijk
in het zwarte gedeelte gelègen sijn{
Over voortplanting in d* gevangenschap zijn róij. geené bijzónder-r
heden bekend. -' 1
. Een zeer eigenaardig lid dezer familie is: ,
DE KOSKOROBA-ZWAAN. (.Pseudolor, , Cygnïis chioftis s. amtoïdes).
D , Koskoraba-Swan. Zijn overeenkomst in vorm met de eènden heeft
hem den naam van C. anotoldes doen verwerven. Hij is iets grootef
dan de gewone gans, wit van lüeim met zwarte vleugelspitsen en fose-
roode pooten en snavel. Het vaderland is La Plata, Chili, ^Montevideo,
Patagönië ga de Falklatid-eilanden. De eerste invoering in Engeland
dagteekent van 1870. Voor zqo verre, mij bekend is heeft hij‘nóg niet
ïn de gévangën8chap^ gebroeid. Sommige omkhologén rekenen hem niet
tot de eigenlijke zwanen, maar tot het géslaicht dér Half-zwanen
{Fséüaowf). • I (i f
mm I - I /