i® H§
en het parelhoen- Hemr achterna,' zonder hem te kunnen inhalen, beiden
luid en voortdurend schreeuwende. De tüsschenkomst vap.;éëne'óppaster
maakte aan het dwaze schouwspel een einde.
dezer .Onverdraagzaamheid is parelhoenders
met de andere parkvogels te houden — ofschoon dit^'d^èr.vvëèl
hoënderkweekers , gedaan wordt: fej maar het is raadzaam 'ze af te
kbndèren.-'^-' fj
• Behalvé deze ■ onverdraagzaamheid met ander pluimgedierte; en zelfs
met andere diëten, behoort ook het schuw én wild karakter,, hjj|
| éÖ le , krijschende geschreeuw, dat, als het uren lang in de nabijheid
klinkt of des nachts, zeer lastig kan worden en zig-në, kwade gewoonte
om ver weg te loopen en de eieren weg te' leggen, tot de onaange-;
namé eigenschappen wan het pa|e&bèh> ,
D E K A L K 0. E N E N. (Meleagris).
De wilde kalkoen hoort oorspronkelijk in Amerika tehuis. In^ de
menigte, 'te|~g
'wijl- zij daarentegen in • - F n n h s v l v a h i ë r e e d s bijna
uitgeroeid^^^^^^leven- in ,'^ ^ ^ gezelschappen en ondernemen' soms
groote onregelmatige zwerftochten, terwijl zip(|y£r ^ao langs den grond1
loopende Ipnivoedsel -opzoeken en den nacht öp^Mömén döörbfèngen..
Buiten dén- paartijd vereenigen de'mannetjes zich onderling, terwijl de
^M e n ^ ^ lp^t^llvolwassen
' Ongeveer half Februari valt de paaifj^- in. Dan ontstaan ér nilt-
'iëldën'-hevige ^^^^^gjbnfetusschen twee hanen; zoodat het vaak gë=
beurt, dat eender strijders onder de hevige slagen van zijn tegenstander
bezwijkt. 'Nadat de paren 'zich vereenigd hebben, maakt de henmtjêjire
^ p e verdieping- in den bodein een nest uit dprre bladeren en takjes
en legt .daarin-van tie n fté ë^ ^ B Hysbm.6. twintig eierenj lllb p jie en
grijsachtig gelen ^gfoïïd-rood gespikkeld zijn. De-hen broedt zeer ijverig
en bewaakt met veel liefde dé jongen, wier hoofdvoedsel uit insectèn,
van iëh ool^jpilgranen en^^ën -bföt^tir&Op Hef vasteland
van Midden-Amerka wordt de wilde kalkoen door eehe'kleinere. maar
veel prachtiger soort, den pauwkalkoen [Meleagris occellata) vervangen,
^ ^ p ë ï^ ia de ontdekking van Amerika—werd de kalkoen naar Europa
^^e^ebrachbfïofechoon hij n<%fïingên^u^^q^dë zeldzame ‘enkostbare'
vogels blë^-üb'ëhoórenj in 1557 werd hij evenwel reeds onder dë“Eüro||
peësche huisvogels ‘yermsld.- In Engeland schijnt hij in 1524 en in
Duitschland in *534 ingevoerd te^jh^^jHe. verbreiding iö^ësa^dèrëj
landen van Europa schijnt iets later te Rebben plaats gehad.. H
'De tamme kalkc^^^rachilt';éenigszins van den wilden stamvader;
^ g^ ^ ;M ^fedë^halvè g
DE WILDE KA LK O ÉN i^ ^ É ^ ^w ^ ^ ^ lS k^ ^ p ^ B kÖ u tH u h n :^
Buter; F. Dindon Sauvage; E. tNJörfh American Turkey is aan kop
en bovengedeelte van den hals violetblauw mek-y@©dë' ^nobbels, een
weeke, vliezige hoorn op het' voorhoofd; poöten Möd%4. *•
$ <$$$$ • de afzonderlijke vederen1
fluweelzwart gezoomd; slagpennen met witte en zwarte dwarsbanden*
•em kas^jêtiraiuei spitsen; staartvederen en bovenste staartdekken. rooi$?
bruin, zwart gegoHdy; gdi^^^re^ ^ ^bme^,25warte banden-voor dj^|||^
Aan den yoprhal^^^^^zidhëen afhangende ha^bhfldé'1, die eenigs-
zinsm^een- paardestaart gelijkt. Deze, zooveel afe -de knobbels en-<p
'horen'op-deh|kop^ ontbreken aan de hen, In het westelijk gedeelte-van
Noord-Amerika- wordt de M . mexicana vervangen , die
_ zicl^tmc^®È^^®^Öwitte staaitptim^^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ # aM ali«bo^enf
'en onderstaartdekken e^^fêmr.haarbühdeL,.'; dieuit korte stijve borstels
bestaat.
Bij den tammen kalkoen (Plaat XII,-yóge’1 49),; is ’de kleur-wan
het gevederte, minder-schitterend, de'pooten zijn grijs, de kophuid-is
lichtrood. Van dezen tammen kalkoen l lll|en verschillende variëteiten.'
©f .MêUrslagén voor, en wel:
-©b-mTTE kalkoen.
nek en
nog meer wanneer de haarbundel aan den hals fraai zwart
"tJDe- bronskleurige ""KALKOEN heeft Sinp-de laatste jarenf voqraË'tie
opmerkzaamheid - g ^ dkkeh^i53e«H^.N'^^ ^ r ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ W Q l > r.
b#S fraai ropd M ik , bbrsÊ eh Jm§' tzijn zwar;kornet fraaien bronsgloed,
die, ihl"ëëh' smalTént;
^ ^ ^ ^ S j s.zwartenB ^ ^ ^ pia|Sgm8^TO^^ê .Igehëélé- veer uitstrekt. De
óndérdeëleh:' eh^chènkels ^ziin-zwajfeiPn^^^ ^ lM L ^ b P r s ^ lté ^ ë u d ? ^
-maar de k1onrenjjpffig|mïn^
iprachtige^^pe^nt7-af bruinèn^gl^^™ Eerste vleugelslagpennen^war^|
met witte, of ■ dwarsstrepen fen^ej^^raj^^^r^m dé^büi^^lagL
^^eédëfsl^^miëb met zwart^cB^^^pifenjzè^l^t^^L^^mgamj^
“witt^^p^ ^ ^ ^ ^ Ë y Binnenvlag^ geschaduwd.
Vleugeldekken veer^^^^^^^^me|m)reeden
zwarten band: ^deWeslotèiittvleugel||^|tpj0^^eën
band, jlie^vamcle slagpennen'door een schitterend zwarten band/doom
de spitsen _van de dekveereh gevormd, gescheiden wordt. Staart zwarty<
elke^é^i^èmëgfelt^^g^:gestreepti^e^^ll^ b rui^^band^pMi^^^^
gende in^^n^^^^n^^jsachtig|:bfo^klë^ge^bahd^Staartde^en«
grijsachtig, met blanwachtigem metaal’glans. ■ Booten bijna zwart.
De, hen is aan den haan „gelijk, maar d'e kleuren zijn veeP doffer,
HCEjrajUiSem véél witte oMmn^^^Öögvlekken'vppmë^b ’ - '
É In Engeland kömë^bdVen.dien; kleurslagen. De'NO'R-.
OFOLK OF ZWARTE kalkoen ' en de CAM-BRIDGE kalkoen. De eerste is
zwart met eenige weinige^ witf^f|TëkfceiiUbp::de vleugels,, de tweede ver-
'itooht eene grijsachtige bromskleur.
DE-PAbW:KALKOEN.;i^'■ j F.
IPiiiaikef-is kleiner dan' de gewone kalkoen''
en onderscheidt zich van deh "wildë^ldör^kleurbeu het,’'ontbreken' >v an}
iden haarbundel --aanv de:
, Bij den haan zijn dë veieren. Va® te ïs ; mantel
zwart en^-^uM^pfe/^wars' "gestreept, die van den benedenrug blauw
met goudgroene zoomen en koperkleu-rigen glans; de bovenste;jrleügel-
dekken zijn smaragdgroen met smalle, '.glanzend zwarte'én goudbronzen
iZoörne^de^grooteivlpugeldekken vertoonen een irè^en^oudglöed^aéA
slagennen m e t^ ^ wittêjbandteekendng.
_De staartdekveeren vertonnen prachtige groen-blauwe oogvlekken, de
P 1 . X