Sfgfg
en het parelhoen hem achterna, zonder hem! te kunnen inhalen, b e id en I Befca
luid en voortdurend schreeuwende. D e tusschenkomsf van eené oppasteï' I m e t s
maakte aan het dwaze schouwspel een ein d e. . I schelle
Uit hoofde dézer onverdraagzaamheidus h e t ï u e f g o e d d e parelhoen-» kKn^t
ders m e t de and ere parkvogels te houden — S c h o o n d it 'd o o r v e e l ,1 om vc
hoenderkweekers g e d a a n w o rd t -7- maar 'het is r a a d z a am ' z e af te 1 name 1
onverdraagzaamheid met ander pluimgedierte en zelfs
n, behóórt ook het schuw en, wild karakter, hét
«geschreeuw, dat, als het urén lang in d e nabijheid
(iiÉjj zeer lastig kan worden en zijne, kwadé "gewoonte ■
oopcn en de eieren weg te leggen, tot de onaange-
en * ® het parelhoen. , ,
D E K A L K 0; E 8 £iN./ (Mate,
i De wilde kalkoen hooit Oorspronkelijk in 'Amerika tehuis. In de
Staten,Mississippi en Ohid vindt men ze nóg in groote menigte, ter- j
wijl zij daarentegen . in Pennsylvanie,~Vwginie' én Canada reeds -bijna
uitgeroeid zijn. Zij leven in groote gezelschappen en ondernemen soms :
groote onregelmatige zwerftochten, terwijl zij over dag' langs den grond J
.loöpënde.hun voedsel opzoeken epNden.slicht ,up hoornendoorbrengeh.,
BuitenX den paartijd vereenigen de mannetjes zich onderling. terwijl de
hénnen bij de half volwassen jongen blijven.
Ongeveer half Februari valt de paartijd in. Dan ontstaan er niet
kleine 1
fiuweelzwart ge
en kastanjebruine bruin, zwart gegolfd,cU
Aan den voorhals bev
zins op een paardestaai
horen op den kop ontbi
' Noord-Amerika wordt,d.
$<?h onderscheidt door 1
en onderstaartdekken ei
' besmat.
a aftu
Bij den TAM^MEïf
het gevederte mmd
lichtrood Van déze
dé \
, de kophuid is ’
mde .variëteiten!
kop èh nek en
gedCrHden
onder de hevige slagenvan zijn tegenstander
! paren zich vereenigd hebben, maakt d e hen in eene.
in den bödem een nest uit dbire bladeren en takjes
en legt daarin van tien tot vijftien en soms, twintig eieren die op een
grijsachtig gelen, gfpnd roöd gespikkeld zijn. De hen broedt zeerijverigf
. én; bewaakt met veel lièfde de jongen, wier hoöfdvoedsel uit insecten!
van allerlei soott ëó bö£üit granen-en-zaden bestaat. Op het vasteland ‘
van Midden-Amerka wordt de wilde kalkoen door eene kleinere, maar
veel prëchlagfer/Soortyden pauwkalkoen {Meleagris occellata)v&rstaxig^a.
Spoedig na de ontdekking van Amerika- werd de kalkoen haar Europa.
bvergebracht, ofechoon hij nog langen i tijd tót de zeldzame en kostbare
vogels bleef behooren; in 1557 werd hij evenwel reeds onder de Euro-
pfeééche huisvogeli' vermeld. In Engeland schijnt hij m 1524 .en in
Duitschland irn 1534 ingevoerd te zijn. Zijne verbreiding in deandere
landen van Europa schijnt iets later té hébben plaats gehad.
De tamme kalkoen verschilt. eenigszins van' dex^' wilden stamvader;
wij* beschrijven derhalve dezen het eerst.
DE WILDE KALKOEN. (Meleagris gallopavo). D. Wildes Truthuhh,
Pater; F. Dindon Sauvage; E. North American Turkey is aan kop
ea bovengedeelte van den* hals. violetblauwmet roöde • -knobbels, een •
weeke, vteezige hoorn op hetvoorhoofc}; pooten' rood-, *
Het gevederte is metaalglanzend zwart, de afzonderlijke vederen
>ratl; slagpennen met witte en zwarte dwarsbanden
spitsen
; staartvederen en bovenste rtaartdekken rood-
ft!, de eersten met breéde zwarte bande^voór dé spits.
als de knobbels Oh dë
t westelijk gedeelte van
exicana vervangen, die
zoomen vaan de boven*
hit 'korte éföve borstels
nog meer wanneer de hagxbundel aan den hals naai zwart blijft.
De ^öiïsknEtJRiGEr'KALKOEN heen in de laatste jaréft voOral dè>
opmerkzaamheid getrokken. De haan is aan gelaat, oorlellen^^hob-
bels fróai rood. Nek, botót en öig zijn zwart, met Braaien bropsgloed,
dié in de zon als goüd glinstert, elke veer eindigende h cén Smallen
schitterend zwarten band - dié; zich over ' de geheele veer uitstrekt. De
onderdeden en, schenkels vzijir |iwart en even gelijk de borst geteekend,
-maar-'de kleuren zijn minder schitterend..jSchouderboog zwart,‘ met
prächtigen groenen o f bruinen glans. Eerste vleugelslagpennen zwart,
met witte, of 'grijze; dwarstrepen en een/ wit oog/; aan de buitenvlag,.
Tweede slagpennen met zwarte schachtengrijze- buiten vlag, dicht met
witte oogenr; bezet; binnenvlag donkerbruin met .grijs, geschaduwd.
Vleugeidekken prachtig bronskleurigde veeren eindigende in een breeden
zwarten band : de gesloten - vleugel i*yeió50öt < een breeden bronskleorigen
band, die' van »'de slagpepnen door een schitterend zwarten band/dopr/
de.spitsen van de dekveeren gevórmdgescheiden: wordt Staart, zwart,
elke veder onregelmatig gestreept met smalle bruine banden en eindigende
in een breeden grijsachtig bronskleurigep band. Staartdekken
grijsachtig, met, blauwachtigen raetaalgläns.\P00ten bijna zwart.
: De hén is aan den haan. gelijk«, maar de kleuren zijn véél doffer,
terwijl men /veel witte o f lichtgele1'oogvlekken| opmerkt.
In Engeland komen bovendien nog voof Jïds kleurslagen. De nor-.
POLE- ó t zwarts kalkoen én de "Cameridge kalkoen. De eerste'is,
zwart-met eenige weinige witte vlékken op dé vleugels, de tweede vertoont
eene grijsachtigé bronskleur.
DE PAUW-KALKÖÊN. {Mèleagris occllata), D. Pfauen-Tïüthuhn
•Dïridop Geel Ié; E . öcellated Turkey is kleiner, dan dé gewone kalkoen:
en onderscheidt zich., van. den wilden door kleur en het ontbreken van
den baarbende! aan de ;bqrst.
Bij den haan zijn de veeren van hals, mantel en ondérUjf groen,
zwart en goudbrons dwars gestreept, idie1 van den benedenrug blauw
met goudgroene zooüfen en koperkleurigen glans; de bovenste vleugeidekken
zijn smaragdgroen met smalle, glanzend zwarte en goudbronzen
zoomen , de groote vleugeidekken yertoonen een xoóden goudgloed, de
slagenden mét een witte bandtéekening. |
JPé staartdekveeren vertoonén prachtige grqep-blauwe oogvlekken, de
, ' , . . ' m f f