
welke al vry zwaar geweest is, hoewel meest in een hok befloo-
ten, zeer wel doorgebragt.
In vaardigheid fchynt'het onze irilandfche Varkens te overtreffen,
jaagende dikwyls, meer uit dartelheid dan om dezelven eenig
leed te doen., de kleine Bengaalfche Reen, de Axis van P l i-
NIUS (*).
Het laat zich zeer gaarne, ’tz y met de hand of meteen’ ftok vry-
vén, en wel hoe harder hoe liever. Op deeze wyze kon men het best
doen ftilftaan, wanneer ik:hetzelve!liet afteekenen.
Geplaagd ofte keer gegaan wordende, wykt hetachterwaards te
rug, deszelfs hoofd altoos naarden tegenftanddie het ontmoet wendende
, en daarmede fterk fchuddende en flaande.
Lang opgeflooten geweest en losgelaaten zynde,is het zeer blyde,
loopt, fpringt en jaagt de Reen en andere dieren met een’ opfteeken-
den ftaart, welke anders regt neêr hangt.
Het geeft een fterke reuk van zich, doch welken ik niet aan -eeni-
ge zaak in juiste overeenkomst kon bepaalen o f veryeelende bevinden
, maar met de hand aangeraakt zynde, riekt het zeer fterk naar
de groene Kaas die men Schahzieger noemt.
Het neemt, gelyk alle andere Varkens, allerleie graanen tot zyn
voedzel. Zyn fcheepskost was de Mays , afval van groenten,
enz. zo lang men die had, doch in de diergaarde gerst en boekweit
van de andere dieren geproefd hebbende, verkiest het deezen,
gelyk mede de wortels van gras en andere planten, die hy met den
voorkant zyner fnuit, en met zyn pooten greetig opwroet. Roggebrood
bemind het boven alles, waarom het elk die het heeft gelyk
gen hond naaloopt.
Als het eet ligt het zeer veel voorover op deomgeboogen Kniën,
het zelfde doet het drinkende , voor al als het water in de diergaar
Bdffon, Hiß. Nat. Tom. XI. p. 397p f É
gaarde wat laag.is , flurpende hetzelve van de. oppervlakte.-Het
fchynt den ftand van op de kniën der voorvoeten te liggen ais
een rustende, en gemakshalve te verkiezen| ten minfte ik heb het
dikwyls in deezen ftaat gevonden...
De zintuigen van het gehoor, en van den reuk zyn, gelyk by al de
dieren van dit gedacht „ zeer fterk, zo niet fterker. De minfte
heweeging word het door de eerften gewaar, en door de anderen
fnuffelt, wroet en fpeurt het alles op en om.
Deze twee zintuigen vergoeden hetbepaald gezicht van dit dier,
’t welk, door de kleinheid.en den ftand der Dogen, niet zo wel
rondom zien kan,, veimids dezelven veel meer boven in het hoofd
en dichter byeen geplaats. zyn dan in de andere Zwynen, maar daar
en boven .ook nog door twee ter zyden o f onder deoogen ftaande
ooglappen,dieveelen voor een dubbeltal van ooren aanzien, min
o f meer belemmerd worden.
In oordeel of fnedigheid van begrip, .zo ■ als men ’t noemen wil
overtreft het de Europeefchen, ’t welk reeds door eenige aangehaalde,
maar noch meer. door veelvuldige kleinigheden dagelyks kan
worden gezien..
Ten aanzien van het hoofd , heeft het eene fchrikkelyke gedaante.
De plat-en breedheid van de neus, gevoegd by de om
gewoone lengte van den kop, breeden ftnoel, zonderlinge ooglap-
Pen’ Puntige uitpuilingen terzyde.boven den bek, ,en zwaare (hiut
tanden, doen het .monftereus fchynen..
B . K S c H R v v . I N . G
van het Africaanfcbe Breedfnuitig Varken.
. Vermits hiei" achter by Tab- L- eene zeer goede afbeelding van het
dier gevoegd is , zo zullen wy in de befchryving niet anders z e r
gen dan alleen dat geene ’t .welk tot meerdere opheldering noodig i9.
Van.