
4 B E S C H R Y V I N G v a n d e n
in aart en eigenfchappen beter befchreeven dan de Heeren B uf-
fon en D aubenton ( / ) ,b y welken wy hetzelve onderdeRus-
fifche landbenaaming van Polatouche bekend vinden. Dit Diertje,
die Polatouche naamelyk, ’t welk, buiten alle tegenfpraak, meeren-
deels overeenkomftig is met dat waar van wy ftraks fpreeken zullen
, heeft den bynaam van vliegend verkreegen, omdat het als een
vliegenden fprong maakt, (zich van den eenen boom op den anderen
willende begeeven) die fommige op vyf-en-twintig of dertig voeten,
en anderen op dertig o f veertig fchreeden ftellen. Men zal zich over
deeze vaardigheid minder verwonderen, als men het maakfel zelf
uit de hier achter volgende befchryving in aanmerking neemt: van
den eenen boom op den anderen willende zyn, neemt het een Berken
fprong, en fpannende , door hetuitfteeken der voor- en achtervoeten,
het vel uit, ’t geen zich tusfchen dezelven bevind, dryft
het, om zo te fpreeken, als op de lucht. „ Het yel dus uitge-
„ breid, vergroot de oppervlakte van het ligchaam , zonder de
{toffe van hetzelve in zwaarte te doen toeneemen, en vertraagt,
„ gevolglyk de fchielykheid van den val zodanig , dat het,Diertje
„ met eenen fprong vry verre komt: deeze beweeging is derhalven
, geene vlucht als die van een vogel, noch eene zweeving als die
„ van eene Vledermuis, die beiden door het flaan van de lucht
„ verricht worden, met herhaalde üingeringen; maar ’t is een. enkele
, fprong, in welken alles afhangt van den eerften fchok, door wel-,
-,;ken de beweeging alleen verlengd word, en des te langer duurt
* omdat het ligchaam van het Dier, eene grooter oppervlakte aan
de lucht blootftellende, een grooter weèrftand ontmoet en lang-
, zaamer valt.” Dus redeneert’er de geleerde lieer Bufiön (g)
zeer wel over, en vermids deeze zonderlinge eigenfehap ook in.oos
volgende voorwerp plaats heeft, en een der zeldzaamfte van dit
Dier behelst, hebben wy noodig geacht deswegen wat omftandiger
te zyn. , . . •, :
Het Dier, thans het onderwerp deezer verhandeling, yoormaals
Uit
H h Hifi. Nat. Tom. X .p . 95- 1 a«»aa'6?' 23-.
(g) Idem p . 97. & 98-
O O S T I N D I S C H E N E E K H O O R N . 5
Uit de Oostindie overgezonden, bevind zich in de Kabinet-verza-
jmeling van Z y n e D o o r l u c h t ig s t e H oo ghe id d e n H e e -
r e P r in s e v a n O r a n j e enz. enz. enz. alwaar het gedroogd
en als een der zeldzaamfte ftukken onder de uitlandfche Dieren
bewaard word. Uit alle omftahdighedeh kan men befluiten dat het
met de Polatouche in de eigenfehap van te kunnen vliegen overeenkomt,
doch in gedaante en grootte verfchilt het zeer veel van
dezelve, zo dat men het als een geheel nieuw en verfchillend foort
moet aanmerken.
De Schryvers, welken gewag van dit Dier fchynen te maaken,
zyn maar twee in getal , behalven de Hooggeleerde Heer A l l e m
a n d , die ’er eene korte befchryving van geeft ('h) opgemaakt
naar een van de vrouwelyke foort en in koleur verfchillend Dier,
dat te Leiden in het Akademifche Kabinet bewaard word. V a l e n -
t y n ( 0 is zekerlyk, hoe gebrekkig ook en zonder afbeelding,
de eerfte die van dit ons dier gefprooken heeft : zie hier ’t geen hy
’er van zegt : „ Op Gilolo, omtrent Dodingo, heeft men vliegende
,, Civetten. Zy hebben vlerken als de Vledermuizen van de voor-
„ fte tot de achterfte pooten, waarmede zy van den eenen naar
„ den anderen boom vliegen. Zy hebben ook zeer lange ftaarten,
„ byna eveneens als de Meirkatten. Als zy nederzitten , ziet
„ men haare vlerken niet. Men heeft dezelven niet boven vyf-
„ tig jaaren geleden aldaar ontdekt, doordien zy zeer wild en
„ fchuw zyn. Zy zyn ros van kop met donker graauw gemengd,
„ en haare vlerken zyn van buiten ook met hair bekleed, ’t geen
„ het verfchil tusfchen haar en de Vleermuizen is. Zy zyn fcherp
„ van gebit, zo dat zy in ftaat zyn een houten kooi gemakkelyk
„ in eenen nacht door te byten. Anderen noemen ze ook wel
„ vliegende Aapen.” Verder zegt hy: „H et volk van zeker fchip,’t
„ jacht Boero genaamd, in ’tjaar 1677. omtrentHalemachera in Ter-
« na-
XV) Zie bet bekort Syflema der Dieren van den Heer Brisson, 't welk zyn E d te
Leiden ifó k . onder den volgenden tytel beeft doen drukken. Réôngm Animale in Claffis
IX dijlributum Jive Synopsis metiiodkia A. D. BrisSon. 'U
O') Befcbr. van Oud en Nieuw Ooftindiën, III, Deel. p . 269. & 270.