
A F R I C A A N S C H E C O U D O U . 13
De lengte van het hoofd, van agter de hoorns tot voor aan
den neus, een voet en drie duim. De lengte der hoorns, in
een regte lyn, twee voeten en feven duim.
De lengte van den ftaart, een voet en fes duim.
De heerfchende koleur, over het geheele lyf, is lichtbruin.
Onder naar den buik , en naby de voor-en-agtervoeten, verändert
dezelve in grys of aschkleurig wit, zoomede by de billen o f
agterfte deelen van het lyf, en zelfs ftrekt zich dit aschkleurig
wit ook eenigzints over den agterkant der voor-en-agterbeenen.
Het hoofd is insg-elyks met lichtbruinkleurig hair bedekt, doch
uit de hoeken der oogen loopt ter weêrzyde een witte ftreep op
de neus, ieder in eene fchuinfche lyn nederwaarts, welke zich, beneden
te faamen voegende, als een V vertoont Onder de oogen
terzyde op de wangen ftaan, in eene fchuine lyn, drie witte
vlakken, welke echter aan de eene zyde van het hoofd, meer als
aan de andere zyde, ineen loopen. De oogen zyn bruinkleu-
rig; de bovenfte oogleden digt met zwarte häiren bezet, terzyde
de bek en groote neusgaaten ziet men eenige knevelhai-
ren. De tong is als die der Harten. In de boven voorbek zyn
geen tanden, van onderen negen, doch door het byten op de
houtteplanken, in het Schip, reeds te zeer befchadigd om de
onderfcheiden met zekerheid te kunnen opgeeven, De kiezen
fcbynen my, in de onder en bovenkaaken, aan elke zyde zes,
waarvan de twee middelfte zeer breet en groot zyn. Mogelyk
zyn ’er acht in elke kaak, ’t welk niet zeker te zien is, want
beziet men die aan de zyde, zoo teld men ’er negen, doordien
voornaamelyk de in het middenftaande kiezen zich aldaar als
twee kiezen vertoonen, doch van bovenop bezien vertoonen
zy zich maar als ééne kies. De hoornen, welke zich van de
vaftftaande fpil of wortel laaten afdraaijen, zyn van eene graauwe
koleur, zy zyn bochtig gedraait en maaken eene fraaije verbeelding
van eene verlangde of uitëengetrokken Spiraal. Zy hebben
een’ terzyden op het voorhoofd beginnende, uitpuillenden
B 3 rand,