
NATHURLYKE HISTORIE
V A N H E T
K A A P S C H E
K A M E E L - P A A R D
CAMELOPARDALIS o f GIRAFFE g e n a a m d . ( * )
Hoewel de oude en laatere Schryveren dit zonderlinge
Dier gekend, en hetzelve, veelvuldige maaien, afge-
beeld en befchreeven hebben, uitwyzende de hier bygevoegde
naamlyft, zoo voldoen zy echter in geenen dèele,
noch aan de waare gedaante noch aan de kennis, van het
zelve, welke men vordert. Niemant, zal my dus van
onwaarheid befchuldigen dat ik het byvoegzel van nog
weinigen bekend, by deeze verhandeling, over dit zoo verwonderingwekkend
en reusachtig Dier, gebruike.
De
( * ) Men kan Moses , als den Oudften en gewijden: Joodfchen Gefchied-
Schryver hier aanhaaien ; doordien zommige zich verbeelden, dat deeze in
D euteron. 14. v. 5. de Giraffe bedoelt heeft; dezelve als eetbaar (lellende
voor de Israëliten; vermits de verëifchte hoedaanigheden als herkaauwendé ,
en verdeelde t oeven hebbende, by dezelve gevonden worden. Dan , daar hel
als nog niet zeker is , of die Schryver dit dier gekent en bedoelt heeft, en du$
de Giraffe onder de benaaming van Zemer of Zamer heeft willen aanduiden,
achten wij het alhier genoeg, het zelve als onzeker aanteteekenen. Verder
zyn ’er nog zeer veele Oude Schryveren, van welke wy hier de voornaam (le
maar zullen bybrengen, met de naamen -die zy aan die Dier gegeeven hebben,
en’er nog byvoegen, dat Aristoteles noch Aelianus , deeze Dieren
hebben gekend.
Cmelopardalis. Heliodorus. Lib 10. ICap. 27, Edit.Francof. 1681. 8w,
Camelop. Strabo. Lib. iö. p. 1120. Lib. 17. p. 1183. Amft. 1707. Folio.
Camelop. Artemidorus. Fid. Hudson. Geogr. vet. fcript, Graec. niiu.
in Fragm. Artemid, vol. ï| p. 80. Oxon. iöp8. 8°;