
wy in deezen opzichte onze gedachten reeds gezegt hebben
by den fraaïenBrief v anCoNSTANT iu s ; zy verwyderen
zich echter fomwylen, want men heeft dezelve, van veertig
tot op tweehondert mylen afftands, van de Kaap de
Goede Hoop, gevonden. De Heer G o r d o n z e g t , en
zulks is my ook van anderen verzeekert, dat men dezelve
vindt in het Land ’t welk door eene zwarte Nat e bewoond
w o rd t, door de Hottentotten Brinas o f Briquas genaamd,
engeleegenop 28 graaden zuiderbreette, doch, voegt h y'e r
b y , zeldzaam verder. Dit land der Brinas fchynt m y ,
volgens de kaart van S p a r m a n , het zelfde o f aangrenzende
te zyn van de groote Namaquas, alwaar de Heer
G ord on een dezer dieren gefchooten heeft. Na de
Ooftelyker deelen verzeekert men m y , dat zy zich fom-
wyl op drie en vier graaden lengte der andere zyden van
de Kaap vertoonen. In het eigentlyk Ethiophie zyn z y ,
buiten allen twyfel. In Alexandrye heeft P rosp. A l p in.
die gezien , en door andere, zyn dezelve te Cairo gevonden.
Het is dus meer dan waarfchynlyk dat deeze dieren
over de Middelandfche Zee in de Adriatifche G o lf gevoerd,
en langs dien weg in Italië gebragt zyn.
Het is overëenkoomftig met het bericht, my door den
Heere V a i l l a n t , en andere Kaapfche Burgeren gedaan,
( hebbende eerftgemelde zelfs eenige afgeleegene gedeelten
der Kaap bereisd) dat men de Giraf e nimmer dan in de
vlakten vindt, fomwylen van vier tot in grooter getal by
een, araazende en ftilftaande, en hunne befchouweren met
gelyke verwondering aanziende. Het moet een verbaazend
en verrukkend gezicht opleeveren, zoo veele zulke Colos-
faale, en byna onbekende dieren, byëen te zien, waarin
echter de verwondering hunner onregelmatige , of liever
ongewoone gedaanten, meerder werkzaam zyn moet dan
hunne
hunne fchoonheid waarvan veele Schryveren zoo hoog
opgeeven. De Zebra en Coedot zyn ontwyfelbaar, in te-
genftelling, veel fchoonder dieren.
De geaardheid der Giraffen wordt alom, als uitmuntende
in zachtzinnigheid opgegeeven, zelfs zoo , dat men dezelve,
met een dun koord aan het hoofd gebonden, waar men
wil, kan heenen leiden. Z y laaten zich by hunne ontmoeting,
tot op eene zekere nabyheid, naaderen, zonder,
in het allerminft, eehen aanvallenden of kwaaden aart te
doen blyken. Volgens C o n s t a n t i u s aten z y brood
enz. uit de hand van kinderen , en voorby de huizen gaande
naamen alles, ’t geen de nieuwsgierige lieden, boven
uit hunne vengfters leggende om dezelve te zien, aanbooden.
Maar hoeveel vermeerderd hunne blyk van goedhartigheid,
als wy het bericht van de Heer G o r d o n , aanden Heere
A l l a m a n d meedegedeeld, naleezen , daar hy zegt:
„ Het kenmerk van zagtzinnigheid, ’t welk de oogen en
„ ’t geheele gelaat aankondigen, is niet bedrieglyk; Ja
v zelfs is dit dier, gekweft zynde, niet kwaadaartig. De
„ Heer G ordon een ter aarden hebbende doen vallen
w door een fnaphaan fchoot, die hst beeft flegts een been
,, vermorfelde, naderde hetzelve zonder dat het nog eeni-
» ge begeerte toonde, om met de hoornen te ftooten,
„ of zich op eenigerhande wyze te wreeken. Hy bewoog,
„ zelfs verfcheiden maaien , zyne hand heen en weder
,, voor zyne oogen, maar het floot alleenlyk dezelve zon-
,, der eenig teeken van toorn te geeven; men fneedt het
E den hals af, om ’t af te ftroopen en het vel te bewaaren;
„ daar vloeide eene verbaazende hoeveelheid bloeds uit,
„ en in de doodsangften floeg ’t verfcheiden maaien op de
„ aarde met eene kracht, welke die van elk ander dier ver-
„ re overtrof; ook is het in de flaagen o f fchoppen met
D „ zyne