
g u i n e e s c h e j u f f e r -b o k j e . ‘7
b e s c h r y v i n g
VAN HET
G U I N E E S C H E J U F F E R - B O K J E .
T a b . II.
Aangaande de waare grootte van dit Diertje is met geene moge-
lykheid eenejuistebepaalinge op tegeeven. Zo als het ziet dat men,
’t zy een touwtje, maatflok, of'iets dergelyks, In de hand heeft,
vertrouwt het niemand ; wil men het vast houden dan worftelt het
20 fterk dat deszelfs dunne beentjes gevaar loopen van te breeken.
Men kan dus ten dien opzichte niets zeggen , dan dat het omtrent
de grootte heeft van een Reebok van twee maanden. Het
heeft in alle deszelfs deelen eene fraaije evenredigheid. De Beentjes,
fchoon dun en teêr, zyn zeer wel naar het ligchaam gefchikt.
Het hoofd is fraai, het oog levendig en vol vuur , en in het
loopen heeft het geen van zyne föort te wyken.
Het Hoofd is nagenoeg gelykende aan dat van een Reebok. De
Neus, welke zwart en zonder hair is , is altyd vochtig. De Neus-
gaaten zyn halvemaanswyze langwerpig. De Kanten van den Bek zyn
zwart. De Bovenlip, hoewel ongefpleeten, verdeeld zich in twee
lobben. De Kin heeft weinig hair , doch wat hooger vormt het
zich ter weêrzyden als eene lbort van kleine knevels; onder aan de
Keel is een hairig vratje. De Tong is meer rond dan puntig. De
middelfte Tanden zyn breed en liaan wat krom buitenwaards; de Zy-
tanden zyn wat puntiger en verminderen langzaamerhand in grootte.
De Hoorentjes zyn zwart, naar beneden overlangs fyn gegroefd,
en omtrent drie duim lang; recht opgaande,in ’t minst niet geboo-
gen maar naar boven in een redelyk fcharpe punt eindigende; van onderen
hebben zy omtrent drie vierde der dikte van een duim, en zyn met
vier ringen verfierd, die achter naar het lyf wat naar omhoog loopen.
De voorhoofds Hairen zyn iets langer dan de anderen, ruw,grys
en wat opftaande aan ’t grondbeginfel der hoorntjes. Tusfchen de
twee hoorntjes richt het Hoofdhair zich nog wat meer omhoog,
zodat men zou kunnen zeggen dat het .aldaar als een foort van
toe