
r*nd, welk« tot op oen’ kleinen afftand van de punten met de
uitgetrokken Spiraal» kruitrek voortloopt. Vervolgens zyn deeze
hoorns, van ondereoaf tot op zekere hoogte, met fchuins-
loopende inkervingen geteekend. Het fchynt my toe dat de
hoornen hier wat te kleen of te kort verbeeld zyn, dan tnyn
kundige Teekenaar, de Heer Schouwman verzekert van neen.
Jtfen ziet veel grooter hoorns dan deze, welke maar twee voeten
en zeven duim lang zyn * ik heb ’er gezien van omtrend vier
voeten lengte; een bewys dat deeze Dieren veel grooter worden;
zy haten zich zeer fraai polyften, gelyk ’er in het Kabinet gezien
worden, De ooren zyn negen en een half duim lang,
van binnen met zeer kort wit hair bezet,
De kin of onderbek heeft geen het allerminfte bewys van fik
Of baard, gelyk het in de gemelde Befehry ving van de Kaap, zeer
verkeert, verbeeld en befchreeven is. Onder aan de kaakbec-
nen, nahy den hals, heeft het eenig nederhangend hair, ook
heeft het, langs de keel en bojft tot beneden by de voorvoeten,
eene doorgaande ftreek neerhangende haften, die voor
pp de bar ft het lapgfte zyn; de langfte deezer hairen zyn omtrend
negen duim, en ’er loopen donkerbruine hairen onder de lichtbruine
en rofcbkkurige.
Het hair op het lyf is zeer kort en gelyk reeds gezegt is
rpeeftal ligthruinkleurig. Langs, of liever op den hals, tQt
omtrend op het lyf by de voorbeenen, heeft bet eene fmalle
ftreek van ligtbruine maaobalren, de langfte omtrend drie duim
en waarvan een kleen bosje, beneden aan den h aftzich omk.ee-
rende naar boven lpopt> Daarop volgt de ftreek van korter
zeer witte hairen, welke op den rug, tot hyna aan den ft aart,
doorloopt. Van boven, omtrent het midden van den rug,
loopen, ter zyde van het lyf nederdaalende, aan de eene zyde,
negen fmalle witte ftreepeu, de eene duiddykez aft de anderen
en aan de andere zyde te}$ men in; dit voorwerp maar zeven
derï
5
dergelyke ftreepen. Somwylen loopen van boven twee dezer
ftrecpen ineen.
De voor-en-agterbeenen hebben, van vooren, geelachtiger
bruin hair. Verder naar de binnenzyde word het wat afchkleu-
riger. De hoeven zyn zwart en gefpleeten, zoo als by alle deze
foorten van Dieren, en van agteren boven de hoeven vertoo-
nen zich insgelyks twee zwarte loshangende klaauwtjes op een
donkerder bruinhairig vel.
De ftaart heeft in het midden bruine, en terzyden witte
hairen, onderaan is een fraai byhangend bosje donkerbruin-
kleurige hairen, waarvan de langfte omtrend vyf duim lang zyn.
Het was van de mannelyke fexe, en daarin met de Harten
overëenkoomende.
E I N D E..