
a m e r i k a a n s c h e n WE Z E L . 5
eenigzins, de gedaante der nagelen, in aanmerking genomen,
hebben my dit Diertje, het naaft aan den M a r t e r komende, doen
vinden, en deeze door den Heer LiNNÉEby de W e z e l s t’ huis
gebragt , hebben wy het lieft hem daar henen willen brengen,
hem middelerwyl, ter beter onderfcheidinge, de benoeming van
P ot to Qa~) geevende, waar by hy reeds in America bekend is.
(a ) In de Di&ionnaire raifonné & univerfel des Animaux. Paris 1759 4-°*
mede in die van den Heer B o m a r e , zien wy de benoeming v a n P o r r o reeds aan
den Luiaard gegeeven, in navolging van B osman in zyne Befchryving van Guinée.
Doch de Befchryving der Luiaard van B osman is zo gebrekkig, en zo min echt,
dat wy ook aan de echtheid van die benoeming twyfelen.
b e s c h r y v i n g
V A N D E N
a m e r i k a a n s c h e n
LANGSTAARTIGEN EN EEKHOORNACHTIGE
KLAAUWEN HEBBENDEN
WE Z E L , P O T T O
G E N A A M D .
Tab. I X.
D E grootte van dit Diertje is , van den top des hoofds tot aan
het begin der ftaart, elf duim, o f na genoeg aan eenen
gemeenen grooten Eekhoorn, met welken het ook, in dikte van
’t lichaam, byna overeenkomt.
De ooren zyn dun, byna rond en uitfteekende. De oogen
•zyn groot en rond, geene wenkbraauwen boven dezelven. De
A 1 neus