
Rot van Pharao; doch laaten het meeft den naam van Ichneumon
behouden. Zie daar de onderfcheide benoemingen, welken het
in verichekie. Waeblddeelen heeft, by welken,men nóch eenige,
alleen door verbafteringen. ontftaan, zoude konncn voegen.
Onderfcheide fchryveren ( h ) hebben, behalven de reeds by-
gebragte, van dit aangenaame Diertje, met min of meer onwaar -
fchynlyke verhaalen, gefprooken. Alle de verdichtfelen, daar
van aan te haaien, zoude meer yeryeelende dan onderrichtende
zyn, ten opzigte van den waaren aart van dit Dier. Wy verwerpen
dan de verhaalen dier Reizigers, welken zeggen, dat het
den Krokodil , die met open bek te flaapen ligt, in het lig-
haam zoude kruipen; en alsdan de ingewanden en buik door-
knaagen. Dat het zich met eene harde korft van klei zoude bedekken,
om met de vergiftigfte Slangen in gevegt te treeden, en
meer dergelyke,. Wy volgen dan alleenlyk, en zelfs nog al
fchroomjfi)
Ichneumon. R a t de Pharaon. Belon; Obfemtions, Paris 1588. pag. 21 iw
& fig. 212.
Ichneumon. Rat de Pharaon. Belön. Do là nature des Poiifons, Paris 1555*
pag. 35. fig. pag. g?.' ' .
Ichneumon. five L u tr a ÆppSt. A l d ro v an dus . De Quad, digit. Pag. 298.
fig. 301. ■■. , -
• Ichneumon. -G e s n e*. Thier - Buch. pag. CXV. fig; Zurich. 15^3»
Ichneumon. Jonston. Befchr. der Dieren, pag« 125. Tab. LXVIL
ichneumon. C ha r le ton. Exercitationes, pag. 19*
C e ilon fch K w a s je , Seba. Thef. vol. 1. pag. 66. Tab. XLI.
M a n g o u ß e . B üffon. Hift. Natur. Tom. XIII. pag. 15,0. Tab. XIX.
Ichneumon. Edwards. Hift. Nat. Tom. IV. pag. 199- Tab. CXC1X.
Ichneumon. W atson Dierlyke waereld. pag. 145. Tab. XI. fig. 2.
F r e t. Ichneumon. Ho ü t tu in. Nat. Hiftorie volgens L innæu.s,} I» Deeî
U. Stuk, pag. 248. Tab. XIII. fig. 1.'
Ichneumon. Rot van Pharao. M a ille t. Bef. van Egypte II Deel p. 90. fig. p. 88.
M e le s Ichneumon. Ha s se lq v ist , pag. 271. &. Roftock 1762. Odavo.
. V iv e t r u Raj. Syn. ;Anim. pag, 197..&.
V iv e r ?a . Ichneumon. Linnée Syftt pag* Ö3. NQ- I. Holm. 17 . •
M u flela . Ichneumon. Kl e in. Quadrup. pag. 64. &.
I ch n eum o n .d . Brison. Reg. Anim. pag. 250. N°. 12.
Ichneumon. &« Valmont de Bomare, Diftion. d’Hift. Nat. Tom. 11 . p g-
130. Paris 1764. Oflavo.
fchroomachtig, dit verhaal, dat de Ichneumon, door een vergiftige
Slang, gekwetft zynde, en de werking van het vergift
gevoelende, eene tegengiftige wortel zoude opzoeken , die,
deswegens, de Mungo - wortel genaamd, en als een allerfterkft
tegengiftig middel in de Indie zoude bekend zyn ( i ).
Met meerder volkomene zekerheden kan men ’er dit volgende
van zeggen: Dat het een nuttig en menfchlievend Dier is; want
hoe zeer verllindendë hetzelve ook omtrent Gevogeke, Eijeren
en zelfs verfcheide andere dieren zyn mag, zo is het te gelyk
nuttig , VQornaamlyk in Egypten en in de Oofterlche Geweften,
alwaar het de Eijeren der Krokodillen, met eene ongelooflyke begeerte,
verflindt Alle hier aangehaalde Sehryveren komen in
dit ftllk overeen; het moet dan door een by zonder iliftinkt,
door het Opperweezen in dit dier gelegt, toeköomen, dat het
zich dus verflindcnde omtrent de Krokodil-Eijeren vertoond. Deeze
dieren leggen, gelyk alle Hagedis-foorten, eene meenigte van
Eijeren (£ ) ; derzelver te groote vermeenigvuldiging was dus,
niet zonder genoegzaame redenen, te vreezen ; indien het Alwee-
tende Vooruitzigt die door den Ichneumon niet hadde bepaald,
Dit dier mag dus met recht, zonder de tusfchenkomft van het
Fabelagtige, de Krokodillen-dooder genaamd worden. Maar dit
is nog niet alle dienft, welken de Egyptenaaren, en andere Volkeren,
van hetzelve genieten, en waarom de eerftgemelden daaraan
meer dan hoogachting betoonden, en nog hoogachten: Dit dier,
zuivert hun Land verder van byna alle fchaadelyk ongedierte;
het zyn niet alleen de Ratten en Muizen; maar zelfs de giftige
Slangen,
( i ) K tempeer, Utf.
Men zegt, dat, als de Krokodil van. vierhonderd Eyeren, welken zy te gelyk
op eene reis werpt, eenige voor de verwoedheid van dezen doodlykea vyand
van haar gedacht wil bewaaren, zy genoodzaakt zij dezetvèn naar zommigë kleine
Eilanden.over te voeren, als de Nyl wéder in zyne oevers gekeerd is, ten einde
de Zon de Eyeren zon doen uitkonen. M a il l e t . Befchr. van Egypten Tom. II.
pag. 91. Nederd. vertal.
A d