
bedde bochtige omwending der hoorens is mingelukkig als by
G e s n e r , en hun dier is, gelyk de Heer B uffon te recht
aanmerkt, geenzints de Strepficeros der ouden, maar waarfcbyn-
lyk deze Coudou, welke C ajus , en zyne volgeren, dus ten
onrechte de Strepficeros genaamd hebben.
De hoorens, welke de Heer de B u f f o n , voor die der Co«-
dou afbeeld en befchryft ( O , zyn ook geenzints van de Coudou
, maar die van den Eland y in K o l b e , thans onder zyne
landbenaaming van Cdnna bekend, en welk zeldzaam Dier wy in
het volgende Stukje van ons werk belchryven.
Het Dier, ’t welk wy heden onder zyne rechte benaaming van
Coudou nader doen kennen, is het allerëerfte, van dat foort,
’t welk leevend in Europa, en alhier in de Diergaarde van Zyne
Doorl. Hoogheid W i llem den V yfden gezien is. Eenige
Schryveren hebben daarvan, min of meer gebrekkige Afbeeldingen
en Befchryvingen gegeeven, in zo verre het voorwerp
hun bekend of toegefchikt toeliet, gelyk wy by elk derzelve
hier navolgende aanteekenen. Dan geene dier Afbeeldingen kan
in allen opzicht met meerder oplettenheid volvoerd zyn, dan
deze hier bygevoegde doe«: den Heer Schouwman, welke in
voorzeide Diergaarde naar het leevendïge Dier geteckend is. Dit
ons gezegde beruft op het oordeel van alle des kundigen welke
het leevend Dier , en alle de onderfcheidene Afbeeldingen daarvan
gezien hebben.
By den teekenkundigen' R i d i n g e r , genoeg bekend door
een aanzienlyk getal van Afbeeldingen wélken hy, met zeer-
veel roem; van onderfcheiden dieren gegeeven heeft, heb
ik reeds voor veele Jaaren , de Afbeelding der Coudou met verwondering
het allerëerft ontdekt ( / ) . Dezelve is vrygoed ver-
_ . beeld,
( « | Tm. XII. Tab. pagi 3sr...enz.pag. 37pen 37'8.,
[ f ) In oen. der 12 .fraatje Prenten van. het-Paradys-, waar onder Jiaat. ] 0.11.
E l. R idi k c e r , Inv. fee & excudit;, Aug. vind.
5
beeld, waarfchynlyk naar eene goede Teekening of welbereid
vel door een Duitfcher van de Kaap medegebragt.
De onvermoeide en zeer geleerde Heer Ho u t t u y n , M ed .
D o cto r te A m fie rd am , heeft mede eene Afbeelding van dit zeldzaam
Dier ( g ) , doch zonder benaaming, en zo goed als moge-
lyk was, gegeeven naar eene Teekening welke zyn Ed. van
den geleerden Heer N arcis sus, insgelyks M ed . D oS tor aldaar
hadt ontfangen. De geftalte van het Dier is vry goed verbeeld,
dan, hier ontbreeken voornaamelyk de echte kenmerken, als de
van den rug terzyden het lyf nederdaalende witte ftreepen, gelyk
mede de witte ftreepen en vlakken van het hoofd enz. Insgelyks
ontbreekt hier de Befchryving, zynde daar alléén maar
bygevoegd, dat het aan de Ooft-Kuft van Africa voor weinige
Jaaren gefchooten was, alwaar men het van verre voor een’ Eenhoorn
had aangezien, vermits het zich, zekerlyk van terzyde
gezien zynde, als Eenhoornig vertoonde.
De geleerde Heer C ol LiNi , Geheim-Secretaris en Directeur
van het Kabinet der Natuurlyke Hiftorie van den Kunft-en Ge-
leerdheidlievenden K eurvorst van denPALTZ enz. heeft de
Befchryving en Afbeelding van dit vreemd Dier in de A&a Aca-
demia Palat'mce (£ ) , onder de benaaming van Cerf du Cap de
bonne Efperance geplaatft, welke Afbeelding, gelyk te zien is, is
gemaakt naar een bereid vel, ’t welk in het Keurvorftelyke Kabinet
bewaard wordt. De Befchryving is meerendeels overëenkom.
ftig, in zoverre als men wegens een bereid vel kan oordeelen,
doch de Afbeelding is , in allen opzigte, door een gebrekkige
Teekenaar en Plaatfnyder gemaakt.
Ir*
(g) Ho ut tuyn. Befchryving der Dieren, Planten en'Minor aaien, volgens het,
faamenjlel van den Heer Linnsus. I. Deel, 3 Stuk, pag, 267. fig, 26-
. Amft. 1762. enz. gr. 8°.
(/<) Academia Palatim. Vol. I. pag. 487. Manh. 1766.
A 3