
heeft. Die ongelukkige, herhaalen w y , die alles ter ver-
kryging van Natuurwonderen opöfferde , en hierdoor
■ zich het benoodigde onderhoud en de noodige voorzorge
van zyn ligchaam verzuimende , te Smirna, aan eene Tee-
ring ( » ) overleedt, Partydige en te laage handelwyze,
herzeggen wy voor een’ B u f f o n , om in den L e e r l
i n g , de onfterflyke L in n e e te gispen, welk in het hier
aangeweezen oogmerk genoeg te ontdekken is. Maar genoeg
hier van, er blyven in de Giraffe nog twyfelingen
over:, welke de Heer G o r d o n , beftuurt door eenen
Leermeefter als den grooten L i n n e e , ontwyfelbaar zouden
hebben opgeloft. Maar ik moet voortfpoeden en
vraagen mynen Leezer verfchooning, omtrent myn offer
der gerechtigheid, ’t welk ik my verfchuldigd achtede, aan
d e . afgeftorvene zielen dier verdienstvolle Natuurkenne-
ren.
Alle de Oude en zelfs laatere berichten koomen zoowel
in hunne befchryving als afbeelding, in dit belang-
ryk ftuk overeen, naamenlyk : dat z y het achterlyf der
Giraffe twee en zelfs meer voeten laager te zyn befchryven,
o f in hunne afbeeldingen vertoonen, dan het vóorfte
gedeelte
Men leéze de fraaie voorreede van den Ridder Linnee in de Reize van
H-asselqdist naar Paleftina. Hoogd. Uitg. Rodoch 1762. 8^. en aldaar de
edelmoedige daad der Sweedfche Koningin L uisa Ulri c a , welke door de
gcleerdheidachtende Heeren den Archiator Beck , en den Ridder L innee
van het ongeval onderricht, terftond bevel gaf, voor Haar eigen geld, ter
fomme van 14000. Ryksdaalders, des Overleedens nalaatenfchap. alléén in zyne
Schriften en Natuurproönflen bedaande, voor Haar intelosfchen. Gelukkige
geleerden, in dienft aan zulke Hoven 1 waar zich oordeelkundige ea geleerd-
heidlievende edelen bevinden, vermits het zelfs den besten der Vorsten niet
mogelyk is alles te'onderkennen, te minder, daar waare geleerde meer verkiezen
omzich in hun Boekvertrek, zelfs by hun Lamplicht, te verluftigen, dan
in de verlichtfte zaaien van het Hof, vooral wen zy geenen prys of achting zien
verleenen, dan alleen aan het zicI),Iaagveroeed?rendp en bedrieglyk zelfsbelang.
gedeete. («) Ik zoude waarlyk, zoo veele geleerde mannen
voor my hebbende, in haare denkbeelden, ten dien opzichte
, moeten treeden, en wel des te gereeder, daar verfchei-
den dit Dier zoo wel , als den Heere G o r d o n , en
met meerder gemak, als reeds gevangen en getemd, gezien
hebben. Dan! de doorkundige Hoog-Lee raar C a m p
e r , welke zoo veele Dieren ontleed, onderzogt en met
elkander vergeleeken heeft, brengt my desaangaande in
twyfeling. Z yn onvermoeide arbeid, die de juifte maaten
op alle de deelen van het uitmuntende , geraamte genoo-
men ,• en die der voor en achter beenderen , tegens elkaêr
vergeleeken heeft, fchynt my nu op het allerduidelykfte
te bewyzen, dat alle de Schryveren gedwaald hebben in
hetzelve van achteren zoo laag te verbeelden, gelyk inde
hierachtervolgende befchryving, met welke zyn Wel.
Ed. my zoo verpligtend heeft gelieven te verderen, kan.
gezien worden (o). Van
(«) Men pnderzoeke deeze myne aanmerking, wanneer mendezelven byalle
de Oude en laatere Schryveren zal beveiligd vindeu, en’t welk wy ook reeds
vroeger, by eenige, hebben doen zien. -
( o) Ik achte het alhier de gevoeglyke plaats om myne verpligting te betuigen
wegens de ontvangene diendbewyzen, ineenigen opzichte het onderwerp deezer
verhandeling betreffende. De Heer Merck, Raad van zyne D. L. Hoogheid
den Heere Landgraave van Hesfen-Darmftad , het uitmuntend fcelet der Giraffe
by my ziende, had de verpligtendfle goedheid my de afteekening , ( ’t welk een
ieders werk niet is ) en zelfs de bezorging van het graveeren der Plaat, gulhartig
aantebieden. Ik aanvaarde, met dank, deeze aanbieding, onder belofte van
zyn W. E. daar van gcene Copie, dan aan my te zullen geeven, als reeds be-
wud zynde van myn voorneémen, om dit nog onbekende Ruk ten vervolg van
myne andere werken in het licht te brengen. Zyn W. Ë. heeft weezendlyk vol-
■ daan aan deszelfs belofte, in zoo verre, dat men de hier by gevoegde afbeelding
van het Scelet aan zyne zoo zeldzaame kundneiging te danken hebbe, en voor
welk diendbewys ik alhier openlyk myne verpligting betuige. Maar te gelyk kan
ik hier myn billyk ongenoegen niet verbergen, daar ik verneem ( door twee afdrukken
van Plaaten die my zyn toegezonden j dat zyn W. E eene veel ver-
groote Copy, of origineele Plaatdruk van dit Scelet reeds lang geleeden naar Londen
heeft gezonden, waardoor ik my dus, gelyk al meer gebeurt is, verdoeken
vinde, van de my toekoomende rechtmaatige eereder eerde uitgaave.
c 3