heeft dezelve eerft als drievingerig, en daarna als viervingerig
befchreeven| doch de Heer G r o n o v iu s heeft die, te recht»
als vyfvingerig te boek gefteld, en als -èen Sdncus aangemerkt.
Het is vry waarfchynlyk , dat deeze diertjes zich in waterachtige
plaatfen ophouden» en van kleene gekorvene diertjes
leeven, dus.wy het gezegde van S eb a , omtrent het yerblyf van
de voorgaande , op deeze , die ongetwyfeid een Afrieaanfche i s ,
liever toepasten.
B E S C H R Y V I N G
V A N D E
A F RICA A N S C H E GLAD-GESC H UBDE
\V O R M - H A G E D I S.
Tab. L ;
DI T diertje is hier, na genoeg, op zyn waare grootte 'afgebèeld.
B B .
De heerfehende kleur is van het bovenlyf rofch klcung bruin,
waarop , de fyne gladde en dichtfluitende fchubbetjes, eeneJicr-
lyke fyne zwarte, o f : donkerbruine -tekening- maakenc. flptr
onderen is het geheel afchkleurig wit. Het is aan verveiling,
gelyk alle Slangen en Hagedisfen, onderhevig.^
Het hoofd loopt met het lichaam egaal uit, van boven wat
P De Tong__en Tanden zyn 'niet zigtbaar.. De oógleeden.kan
het, gelyk alleandere foorten, fluiten. De ooren of gehoorgaatjes
zyn rond, en ftaan in eene regte lyn, wat van den bek af. I
De vier kleine voetjes zyn rond, gelyk het lyf, met kleine
fchubbetjes bedekt, en naar beneden elkzeer duidelyk i n wy
kleine vingertjes verdeeld, welke wederom elk, met een k een
wit, krom en fcharp nageltje, gewapend zyn. . , „
De ftaart loopt rolrond en 'dikpuntig uit. Pen Anus hee
hetzelve kort achter de achtervoetjes.
B E S C H R Y V I N G
VAN TWE E VER SCHIL L ENDE EN VOOR ALS NOG
Z E E R W E I N I G B E K E N D E
PLATSTAART SLANGEN,
Z Y N D E DE B RUIN-RUG u i t M E X I C O , en de
G E R IN G D E u i t de INDISCHE ZE EN.
Beide, met nog eene verfchillende foorte van de laatjlgemelde,
bewaard wordende in het M u s e u m
V A N Z Y N E
ïD O O R L U C H T I G S T E H O O G H E I D ,
D E N H E E R E P R IN S E V A N O R A N J E EN" N A S S A U IV, ERF-
-S T A D H O U D E R , E R F -G Q U V E R N E U R , E RF -C A P ITE IN-
G E N E R A A L E N A D M IR A A L D E R 'V E R E E N IG D E
N E D E R L A N D E N , enz, enz. enz.
BESCHREEVEN EN UIT GE GEEVEN DOOR
A. V O S M A E R,
Diretteur der Forjlelyke Natuur- en Kunfl-Kdbinetten en Diergaarden, Lid
der Keizerlyke Akademie, en Korrefpondmt der Koninglyke Akademie der
Weetenfchappen van Parys, Lid van het Zeeuwfche Genootfchap der
Weetenfchappen van Vlisjingen, en van de Holiandfche
Maatfehappye te Haarlem.
T E A M S T E R D A M ,
B Y P I E T E R M E IJ E R,
M D C C L X X I V.
z y
I , 1 |
m