
IO B E S C H R Y V I N G v a n den
,, jen of flingeren alzo heen en weêr, zo lang tot dat de laatfte
„ een tak grypt, en dan de anderen optrekt Qp). Op het Ei*
„ land Gorgonia (zegt hy verder) zag ik veele Meerkatten»
„ die ten deele van Oefters leefden, welken z y , by Jaag water»
„ uit zee haalden. Om ’er den vifch uit te krygen, leiden zy
„ den Oefter op een fteen , en namen dan een anderen fteen,
„ waar mede zy zo lang op den fehelp klopten , tot dat hy
„ brak (# ) ” .
R us sel ( r ) , en d’A c os t a ( s ) , beveiligen ook in hunne
Reizen ’t géén wy hier hebben aangehaald. Doch het is opmer-
kelyk ’t geen W afer zegi, dac ’er witten en zelfs gebaarden onder
deeze Slinger-Aapen zyn.
Het fchynt ons ook toe, dat de Exquima van M arcgraaf ( ? )
de foort is , welke de Heer L innéus voor dë Diana opgeeft: en
wy kunnen den Heer Buffon verzekeren, dat de Diana geen aan-
grypenden ftaart heeft, vermits wy die leevende geziën hebben.
De Exquima dient dus van de Quatto o f Coaita onderfcheiden te
zyn, en wy hoopen by vervolg ook de Diana door eene betere
afbeelding , als tot noch toe van dezelve gegeeven is , op te helderen.
-
De Quatto van deeze befchryving is uit Surinamen overgebracht,
en , na eenigen tyd in de alömbekende Diergaarde van dén Heer
Bergmeyer geweeft te zyn , aldaar geftorven. Daar na is hy,
volmaakt wel opgezet, by verkooping van eene byzondere verzameling,
en tot zeer hoogen prys, door m y , voor het Vorfte-
lyk Mufeum, gekogt, alwaar dezelve thans oewaard word.
' O O Wafers Reizen, achter Dampier, p. 45.
X i ) ld. p. 157-
( r ) Hijlory of Jamaica. Cbap. V.
( s ) Hijtoire Naturelle des Indes. p, 200.
CO Bifi. Nat. Brafil, p. 227.
BESCHRY