
Men verwondert zich hoe deeze Colloflaale dieren, reeds
in die tyden, in Italië zyn overgebragt, daar het ons nog
niet heeft moogen gebeuren die dieren Jeevend te moogen
zien, niettegenftaande onze geduurige Scheepvaart op de
Kuft van Africa. Dan, zulks geeft, naar myn denkbeeld,
zeerveel waarfchynlykheid dat die dieren, van de Kaap de
Goede Hoop afgereekend, zich veel dieper in de woeftyn
van Zaara en zelfs in Barbaryen onthouden, als de Heer
Z i m m e e m a n dezelve, in zyne fraaie Zoölogifcbe waereld-
kaart geplaaft heeft. In Etbiopbie, zoona aan Egypte» grenzend
e , onthouden zy zich, volgens eenige fchryveren.
Men herdenke wat wy vroeger gezegt hebben, naamenlyk,
dat K e i z e r L e o er één door de Ethiopiers ontving; de
S u l t a n van Babilonie ’er één aan F r e d e r i k ten gefchen-
ke zondt, en eene andere S u l t a n een aan L a u r e n s
d e M e d i c i s vereerde. Men neeme hierbynog in over-
weeging, dat voormaals de Koophandel en Scheepvaart
der Venetiaanen en andere , op de Ro ode-Zee en de
Adriatifche of Venetiaanfche G o lf, wegens de Afiatifche,
Egyptifche en verdere Africaanfche gewellen, aanmerke-
lyk geweefl: is; en dat dezelve eerft na de ontdekking en
het omvaaren der Kaap, op den uithoek van Africa, door
de Hollanders in het vroege der 16. Eeuw geheel in ver-
valgebragt is: als men dit alles overweegt, dan zal het
niet meer moeilyk voor het begrip zyn, hoe dieren gemak-
kelyker, dan de Egyptifche Obilïsquen, naar Roomen en
Fano zyn overgebragt. Fam, ’t welk ik by myne. reize
door Italië gezien hebbe, legt otntrend 32. Italiaanfche
mylen, dat is ruim io . uuren, van Ancona, beide aan de
Adriatifche Gritf, is nu een arm Steedje, wélks inwoon-
deren , den'kelyk geéne Giraffe meer leevend zien zullen.
Na hier dus het vobrnaamfïe bygebragt te hebben,' ’t
geen
geen vroege en laatere Schryveren van deeze dieren bekend
was , zoo volgt hier nu dat geene, ’t welk m y ,
door onderfcheiden berichten, van de Kaap is toegezonden
, gelyk mede, ’t geen my alhier geweefl zynde bc-
woonderen van dit gewefl, zelfs mondeling hebben mede
gedeeld. Dan deeze berichten moeten in veel opzicht,
noodwendig, met die door de Heer G ord o n , aan den
Heere A l l a m a n d medegedeeld, overëenkoomen, te
meer daar ik , b y deszelfs hier z y n , het genoegen gehad
hebbe , ook desaangaande, met zyn Ed. te fpreeken.
Men moet hem in deeze, in eenigen opzichte , als den be-
voegdften Rechter aanmerken , daar hy zelfs, by zyne
binnenlandfche reize, onderfcheiden dezer dieren, en zelfs
het onderwerp deezer befchryving, ter neêrgeveld heeft.
Doch met alle die voordeelige omflandigheden, in welke
de Heer G ord on zich heeft bevonden, moet het elk
onpartydigen Natuurbefchouwer verwonderen , dat hy
in zyn fchryven aan den Hoogleeraar A l l a m a n d ,
onder meer andere (ter dier tyd nog twyfelingen doch
nu in deeze meefl afgedaan) niet bellid heeft, o f de
Hoorns der Giraffen, Jaarlyks verwisfelde; ’t welk de Heer
G ord o n . by eene oplettende befchouwing, ontwyffel
baar met neen, en dus ontkennende w y z e , had kunnen
beantwoorden, vermits de gedaante en het maakzel dier
Hoorns zulks ten klaarden aanduiden. Keeren wy by
dit onderwerp eens een oogenblik terug, befchouwen wy
in deeze de partydige handelwyze van den Heere de
B u ff on ( / ) hoe ongenadig en laag hy aldaar (evenal s
voorheen reeds by myne befchryving der Jchneumon is
aangemerkt) juid ten opzichte van de natuur der Hoornen
der Giraffe, den ongelukkigen H As s e l q u I s t behandeld
heeft.
(/) Buffon. Hift. Nat. Vol. 13. pag. 7. enz.
C 2