
NA TUUR L YK E HISTORIE
V A N T W E E
K O R T S T A A R T I G E
O O S T - I N D I S C H E
Y ' S - V O G E L T J E S ,
baden voorzien met twee voor- , en eenen agter-vmger.
I n den derden rang der Ys-vogelen, die verfchillende zyn in de
kenmerken, welken men hun meeft heeft toegefchreeven, volgen
hier wederom twee foorten, door de verdeeling der vingeren
onderfcheiden van die, welken wy reeds te vooren befchreeven
hebben. Deeze fraaie Diertjes hebben in het geheel maar drie vingeren,
en wel dusdanig gefchikt, dat twee van dezelven voor, en
een agter geplaatft is : zie daar eene fpeding der Natuur in het getal
der vingeren by dit Geflacht, van welke noch by geene Schry-
vers is gefproken
De Heer Seba (d) befchryft een Vogeltje van deeze fcrort, zeer
naar by koomende aan het -bevenfle in onze afbeeldingen, doch hy
fpreekt niet van de gefteldheid der voeten, en, doordien het vliegende
is afgebeeld, is daaromtrent ook 'niets te ontdekken. Hy
noemt het zyne een Apierikaanfch, en zegt, dat het zyn voedzd
aan de Honigbyën zoude vinden. Dit Vogeltje van S e b a neemt
de Heer Brisson (F) voor zyne zeftiende foort, brengt het ook
in Amerika t’ huis , en geeft het (gelyk hy aan alle zyne Ys-vogelen
doet) drie voor-, en eenen achter-vinger.
De verfchillende (chikking der Natuur, in het getal der vittgeren|
C») Tom. L Tab. U I L ÈÈL %.
( i j Tom. IV . p. joy.
A 2