
B E S C H R Y V I N G
V A N D E N
A M E R I K A A N S C H E N
J la a r t ontbe e r enden , en tw e e v o o r- , en tw e e a g te r -
v in g e r s hebbende
Y S - V O G E L.
Tab. I I I.
DE grootte van deezen Ys-Vogel, komt, na genoeg, aan die
van onze gemeene, hier te Land vallende, foort, eer kleinder
dan grooter.
De bek, uit den hoek der kaak gemeeten, is een en vy f agtfle
duim lang. De koleur is overal geheel zwart. De gedaante is ,
zoo wel bóven als van onderen, zeer fcharp, daksgewys, o f ge-
lyk als deeze ( <3 >• ) twee teegeng een gelegde letters V , en loopt
uit in een regten en fcharp en punt. De Neusgaten zyn ovaalrond
, en fchynen my ( zoo ver ik uit dit gedroogd en opgevuld
voorwerp zien kan) ruim halver wegen met een dun fchuins neêr-
loopend vliesje bedekt. Zy liaan digt by de voorhoofds - veeren,
en zyn aldaar met drie fyne, zwarte, voor uitftaande, lange bor-
ftel-hairtjes gewaapend.
De Oogen . . . . . De T o n g ........................
Aan den hoek van het oog, voor by den bek , Haan meede
vyf op een rei geplaatfte kleinder borftelhairtjes.
De veeren, boven op het hoofd en aan de wangen, o f onder
de oogen, zyn fraai, blinkend- goudkleurig - groen; doch het is
A '3 in