
nevens den H e e r e P r i n c e E r f s t a d h o u d e r en verdere
Heeren van *t gevolg. Den Luiaard aan deeze Hooge Perfoonen
vertoonende, liet ik hem, wel wakker gemaakt zynde, een Vink
geeven. De Vogel juifl naar. den hoek van de kooy vliegende
daar den Luiaard zat, greep deeze hem vry fchielyk. De Luiaard
bleef zitten, "Zich met de achter pooten aan de traliën vaflhou-
den, doch eindelyk den Vogel in dien Rand niet gemaklyk genoeg
kunnende verflinden,; met,wélk hy/terflöhd begon, at hy die, half
öp zy en óp den rug liggende, zeer fmaaklyk op, terwyl zyne
achter - voeten de traliën bleeven vaflhóuden. Den Vogel opge-
geeten hebbende Riep hy het overige van dien dag. In geaartheid
fcheen hy my den valfch-aart te fpeekri; want eens; begerig zynde
te weeten hoe zyn Tong gefléld was ( die ik vry ruuw bevond)
gaf ik hem myn vinger, eerfl likte hy die, doch daar op meende
hy toe te bytcn,. k welk hem echter mislukte. .
• Weinigé; dagen hier na . my o p : reis. begeevende i, maar :eene
onzer | f aïgelegenfle Provintien ; moefl ik myne verdere proefhee-
mingen flaaken,•'.welke' ik nog voomeemens was in ’twerk re Rellen.
Dit Dier geen het minfle blyk van ziekte geevende, hoopte
ik op eenen langdüurenden. Leeftyddan: , weinige!: wceken J daar na
vernam, ik nietnzeer vest lóedwezen, dat- b y o r i^ S è p t em b e r ,
eenigen tyd-voof myne te rug k om fl,' was ovérleeden,: waar door
wy van de verdere nafpeuring.<.als reeds opgezet zynde) omtrent
het Zonderlinge der-TeeldeeJen ren.inwendige,gefleldheid,..ons ver-
flooken zagen. i.De natuuTlykè eigenJchnppeu van den Üofl-Indi-
fchen Luiaard, wiens bcRaan door den Heef d e B uf fon zo
volRrekt is -tegengefprökèn ï hier dan, Ivoor izo vei; ;zulks moge-
lyk geweeR is , befchreeven hebbende, moetik de aandacht myner
Leezeren nog eenige oogenblikkcn bezig houden met de over.een-
komende' geaarthedén .van do±en oiïzen DoR-Indifchen Luiaard
met die Van -de We£t-:Indiën>zim<I an a all Kaa ? z a a aH o o o l i
In traagheid komt deeze nieuwe foort der oude Waereld met
die der nieuwe overeen 5 want het verichil of de gragd.van traagheid
heid kan hier in geene aanmerking komen, vermits de Schryvers,
die de Heer de B u f f o n daar omtrent aanhaalt , het zelfs
gantfeh niet eens zyn. De een doet den Americaanfchen
Luiaard, in vyftien dagen, eenen fleenworp voortkruipen, d’ ander
laat hem vyftig fchreeden op eenen dag afleggen , en een
derde, dien de Heer de B u f f o n het naafl aan de waarheid
denkt te komen, (waar aan wy echter ons zegel nog niet hangen)
geefl den Americaanfchen inwoonder eenen grooten dagwerks om
een vierde van een uur op zynen weg te vorderen. Want men
zeg my eens, hoe flrookt zulks? alswy door den Heer de B u f fo
n den Heer Marquis de M o n t m i r a i l , die de l'Unau drie
Jaar leevend in zyne Diergaarde gehad heeR, zelfs hooren zeggen,
dat zyn Luiaard verfcheide maaien op eenen dag den hoogRen Boom
op en af klom. Het wel opgeRelde verhaal, ’tgeen de Heer de
M o n t m i r a i l - als een waarneemer en ooggetuig opgeeft, en
’t welk zeer voldoende is , geld by my meer, dan dat van alle anderen.
Bedriegt ons geheugen zich niet, zoo hebben wy de eer
en het genoegen gehad deezen verplichtenden Heer by Zyne E xc
e l l e n t i e d en A mb a s s a d e u r d’A f f r y , (welks buiten-
gemeéne vriendelykheid, gedurende deszelfs Afgezandfchap, wy
ons noch dikwils erinneren) te ontmoeten; doende my het vermaak
en de eer aan, na den maaltyd, dit zonderlinge Schepfel,
’t geen hy te AmRerdam gekocht had, aan zyn Logement te ver-
tooneh.
Maar om van deezen uitflap, welken de erkentenis van ons
afvordert, weder te keeren. Deeze OoR-Indifche Raapt, even
als die van de W e fl, den geheelen dag. Geplaagd en aangepord
wordende om fchielyker voort te gaan, mogt, even als by de
anderen, weinig baaten.
Deeze drinkt ook nooit. De vrees of erkenning van Perfoon
was hem even onbekend. Het haair, fchoon wollig, is by deeze
ook niet minder dan zagt, maar ruuw in het aanmaken. Hy eet,
op dezelfde wyze, uit zyn poot en ook neerhangende of liggende.
C Slaa