
zyn zouden om nederwaards te klimmen , dat zy zich ten dien
einde , gelyk een blok , nit -den Boom laaten nedervallen ( d').
Niét minder moeit my, dat zulle een Natuurkenner , als de Heer
d e B u f f o n , vóór de vernietiging van: een geflacht van Dieren,
als dit, bezorgd i s , daar het zelve zich, reeds zoo veele eeuwen
in zÿnen gewaanden ellendigen Haat bewaard heefc. Eehige
Schepfels mogen, wegens'hunnen fchaadelyken aait, hier o f daar
verminderd ja'byha uitgeróeid worden ; dati vóór de geheele vernietiging
toont de bezorgde Natuur alom genoegzame zorge tè
draagen.
De lieer nr. Buffon vergift zich groflyk, met te zeggen ( e )
dat deze Dieren geene tanden hebben. Men behoeft flegts weinige
bladeren in zyn eigen werk om té flaan, en de naauwkeurige ontleedkundige
befchryving van den Heer D a u b e n t o n ( / ) in të
zien,
' (d) Hoe wel kan men hier de welgepafle waarfchouwing van den Heer de Buffon
ter neder ftellén.: „ Cómmé endoétriner des Ecoliers, ou parler à des Hommes1,
„ font deux chofes différentes^; que les premiers reçoivent fans examen & même avec
,, avidité l ’arbitraire comme le réel, le faux comme le vrai, dès qu’il leur eft préfen-
„ té fous la forme de döcumens; que les autres au contraire rejettent avec dégoût
ces mêmes documens, lorsqu’ils ne lont pas fondés ; Hiß. Nat. Tom. X IV .
„ Mî-.i; ■ ■: ‘ ■ .■■■ '-i:
( e ) „ Point de dents inciüves ni canines. Tom. XIII. pag. 38. idem, faute de
„ dents, ces pauvres animaux ne peuvent ni faifir une proie, ni fe nourrir de chair,
,, ni même brouter l’herbe ; réduits à vivre de feuilles & de fruits fauvages, fag. 41.
,, & ibidem. d’Ailleurs le pareffeux & le tatou font les feuls parmi les quadrupèdes,
„ qui n’ayant ni dents incifives ni dents canines, ont feulement des dents mollaires
,, cylindriques ixe. Tom. IX. pag. go.
( ƒ ) „ L’extrémité de la mâchoire, fupérieure efl: groffe, principalement fur les cô-
, , tés qui font renflés par les dents canines ; Tom. X III. pag. J6. Idem. L ’unau n’a
,, point de dents inciflves dans la mâchoire du deffus, ni dans celle du deffou ; mais
„ il y a dans les deux mâchoires des dents canines & des mâchélières, une canine &qua-
„ tre mâchelières de chaque côté de la mâchoire fupérieure, une canine &troismâche-
,, lières de chaque côté de l’inférieure, ce qui ne fait en tout que dix-huit dents. Pag. 57.
Enwat verder zegt de Heer Daubenton in zyne befchryving van den l’Ai of drie voor-
vingerigèn Luiaard (want wy hebben daar zo even van de l’Unau of twee voorvin-
gerige gefproken). .,, Le nombre des dents étoit le même dans le fqùelette d’aï &
, dans le fqùelette d’unau que j’ai vus; les dents delà mâchoire du deffousparois-
ioient reilemblantes pour la figuré &la fituation, mais les deux premières de la
„ mâzien,
en men zal zich, gelyk zulks wezendlyk is , van het tegendeel
overtuigd vinden. Het was my bewuft, dat deze Dieren geen-
yirts tandeloos waaren, hoewel de fnytanden hen ontbreeken, ’t
geen in meer andere foorten, en die echter vinnig byten, gevonden
wordt. Deeze dwaaling dan met den Heer D a u b e n t on
herfteld hebbende ; welke niet alleen de tanden, maar ook de kiezen
, in beide verfchiUende foorten van Luiaards, naauwkeurig be-
fchryft ; zo geeven wy te gelyk in overweeging, o f deeze Dieren
wel alleen van bladen en vruchten leeven ? Dan wy zullen nog
nadere gelegenheid hebben om ons hier over verder in te laaten.’
Volgens den Heer de B uf fon zyn ’er flegts twee foorten van
Luiaards bekend , waar van die geleerde Schryver aan de ëerfte den
naame geeft van Uunau, zynde die by ons geheeten de twee voor-
vingerige ongejlaartte Luiaard. Den anderen, LdÆ genaamd, noemen
wy, de kortftaartige drie voorvingêrige Luiaard.
Beide deeze foorten fteld de gemelde Schryver als bewooners
van de nieuwe Waereld, gelyk zy ’t ook inderdaad zyn, doch hy
ontkent te gelyker tyd dat het Dier, ’t welk men met recht een
Luiaard noemt, in de oude Waereld te vinden zy. Wy hebben: in
eene voorgaande Befchryving (g) reeds aangeweezen de dwaalingen,
waaraan de denkbeeldige Hellingen onderhevig:, zyn , door aan tc
toonen dat de Beurs-Rot, tegen het'gevoelen van den Heer de
B u f f o n , zo wel in Afie als in America gevonden worde; als
mede, dat de Mier-eeter een inboorling is, zo wel van Africa als
van America : Het zelfde verfchil zal hier weer plaats vinden ,
daar
» mâchoire, du deffus étoient placées à proportion plus près l’une de l’autre dans l’ai’
„ que dans l’unau, & fembloient avoir plus dé rapport à des incifives qu’à des ca-
,, nines; elles étoient très petites, tandis,que les canines du deffous étoient beaueoHp
» plus grandes; la première'des mâchelières du deffus fe trou voit placée plus en
«.avant que dans l’ÙDaUjles mâchelières de l’ai' au lieu d’être pointues, comme celles
„. del’unàu, étoient terminées ‘ par une face concave. Page 64. c? <5y.
(g> Befchryving van den Oofiindifchen grooten en langftaartigen vliegenden
Eekhoorn.