
4 B E S C H R Y V I N G Va n d e n
fchynt my, in allen opzicht , meêr te .zien op den Vogel, die
by ons onder de benaaming van Troupial bekend is , dan op de
Cotinga; vermits de laatlle, degeele koleur enz., waar van F er -
n a n d e s Ipreekt, niet heeft.
B r i s son brengt deezefi Vogel, dien S e ba te gelykertyd,
hoewel ten onrechte, een Spreeuw noemt, tot zyn derde foort
der Cotingaas,. en noemt hem Cotinga van Cayenne.
Maar fla ik het öog op het geen de Heer B r i s s o n in de be-
fchryving van zyn eerfte Cotinga zegt: Eenigen hebben op de korft
een dwarsbarid, van het zelfde blaauw als , dat van dén rug, en
éenige rofchkleurlge vlakken aan de benedenfte deeleh‘van denhals eh
op den buik Q ej dan, zeg ik, kan ik niet opmaaken waarom dee-
Ze kundige fchryver de foort van S eba van de eerfte foort zy-
ner Cotingaas affcheidt, en die by zyne derde foort brengt, aangemerkt
het verfchil in deeze minder is, dan de verfchiilendhg-
den, zo even doör hem aangehaalcf r
De beroemde Heer; Ltn n é herneemt thans in zyn 'vernieuwd
Natuur fyftema ( ƒ ) de benaaming van Ampelis, ’t geen hy nu aan
hef Geflacht geeft, waar toe hy deeze föorten van Vogels brengt:
De fesde zyner Ampelis, Cayana genaamd, (zynde de derde van
den Heer B r i s s o n , en de aahgehaalde van Se b a ) is eigenlyk
die; welke het meeft met deeze, die wy thans behandelen, overeen
komt.
K l e in ( g ) maakt een Roof-vogel van deezen Lyfter, hem
noemende Laniüs, en Ococolin, in navolging van Se ba .
Van meerder gewicht achten wy het weinige, ’t geen de L aat
( h ). aanteekent, als hy zegt: De Wilden maaken groot werk van
bet Vogeltje Q u e r e i v a , 't welk zeer. fchoone roode veerkens heeft
tip deborfi,' de vleugelen zwart, en de re ft van bet lyf blaauw. Deeze
( e~) Ornith. pag: 341.
(f) Ampelis. Edit. Duodecimo, reform, pag. 297. 6? 298. 2V°<5.
(g) Lanius, Ococolin di&us. jfvium prod. pag. 54. N°6.
{b) Quereiva, Bejcbr^xing van lEeJiindiën, pag. 505.
AMERIKAANSCHEN LYSTER.
ze korte, doch klaare, befchfyving duid onzen Vogel vry wel aan;
maar ’t geen meer i s , daar vinden wy de waare Land-benaaming;
die wy hem dus, onderfcheidings halven , als eenen toenaam geeven
kunnen.
Ik beken by de eerfte vergelyking der aangehaalde Schryveren,
tegen deeze onze Lyfter - foort, by na in twyfel gebragt te zyn,
of de koleuren, met welken S e b a ö i E d w a r d s hunne Vogels
verbeelden, der natuure wel nauwkeurig genoeg gevolgd waaren ?
Dan daarna gelegenheid gevonden hebbende deeze fraaie Vogels in
■ de Kabinetten der Liefhebbers naar te gaan, (gelyk, onder anderen
, in dat van den zo vriendelyken als verplichtenden Heer
J u l i a n u s , te Utrecht, ’t geen öngemeene zeldzaamheden bevat
) ben ik volledig overtuigd geworden, dat onder deezë foort,
verfcheide verfchillendheden, evenals by de Europeefche Lyfters,
gevonden worden. . .
In deeze gedachten dus door eigene ondervinding gefterkt,
vermoede ik , dat niet alleen de twee Manakins van E dw a r d s ,
(naamenlyk , die dekeel,borft en het gedeelte van den buik, purper
kleurig heeft, en die met de rooze-of oranje-kleurige vlakken,
welken hy alleen in kunne onderfcheiden denkt te zyn, doch vry
onzeker) maar ook de Ococolin van S e b a (die maar zeer weinig
purper onder den bek heeft ) en de Vogel met den blaauwen dwars-
band, van welken B r i s so n by zyn eerfte- foort als eene ver-
fcheidenheid Ipreekt, en eindelyk deeze, dien wy hier befchryven
zullen, v y f, o f ten minften vier onderfcheiden’ foorten zyn. Voor-
naamenlyk mogen wy dit veronderftellen, indien het verfchil der
kunne( omtrent welke wy by de kennis 'der vogelen, viffchen en
andere fchepzelen nog op duiftere paden wandelen) hier in gee-
ne miftafting kan veroorzaaken; dit plaats hebbende , zoude het
kunnen zyn, dat de Vogel van S e ba de vrouwelyke foort van den
onzen is , vermits de purpere koleur der keele veel minder, en de
blaauwe koleur zelfs zwakker is; doch wy zyn verplicht hier aan
te merken,dat deeze veronderftelling alleenlyk ruft op eenige waar-
A 3 ' nes