
bei (Z>), Bellon (/), A ldrovandus (F ) , en Gesnerus ( / ) ,
doen allen het zelfde. Alleen Schwenkfeld (m) , en K lein («),
zyn volger, (zonder my met deezes laatften twyffelingen o f onder-
fcheiding van den Alcion en 1/pida op te houden) zeggen, dat
deeze Vogelen maar twee voor-, en twee agter-vpeten of klaauwen
hebben. Men ziet uit dit kleine ftaaltje, in welke verwarring de
Geflagtkunde der Vogelen noch ligt, of liever, aan wat zwaarig-
heden dezelve onderhevig is, door de onuitputtelyke verfcheiden-
heden die zich in de ryken der Natuur vertoonen. Wy moogen
alle onze poogingen aanwenden, om de waare grens-fcheidingen
der Natuurlyke wezens te ontdekken, en te bepaalen, de groote
Bouwheer der Natuur doet ons, by eiken flap, ten aller dui-
delykfte zien, dat hy al het gefchapene, als een gefchakelde kee-
ten, aan elkaar verbonden heeft. Maar, om tot ons onderwerp
weder te keeren, deezè ftrydige gevoelens der Schryvereh zyn
overeen te brengen, als men zich erinnerd dat verfcheiden Gewesten
, dikwyls Dieren voortbrengen, die in eenige deden van hun
ligchaam verfchillen , fchoon anderfints, hnnne aart, eigenfchap-
pen, en verfcheiden kenmerken, genoegzaam aan toonen,dat zy ,
voor het overige, overeenkomftig zyn.
In myne Aanmerkingen, by de vertaalde uitgave der Vogel-ge-
flagten van M oehring , heb ik reeds gezegd, dat zich in het Kabinet
van Z yne D oorl. Hoogheid , den Heere Prinse E rfstadhouder,
enz. enz. enz., een uitlandfch Ys-Vogeltje bevindt,
met twee voor-, en eenen agter-vinger, nevens een ander Ame-
rikaanfch , met twee voor-, en twee achter - vingers. Beide die
ver-
( i ) Órnitbologia. Loni. 1676. Folio.
(i ) L ’Hiftoire de la Nature des Oifeaux. Paris 1555. Folio. Het is zonderling , dat
die Scbryver deeze Vogelen met drie voor-, en eenen acbter-klaauw befcbryft, daar by
bun, in zyne afbeelding, duidelyb, twee voor- , en twee achter-klaauwen geeft.
( k ) Órnitbologia. Bononia 1S40. Folio.
( i ) Vogel- Bucb. Zuricb 1.637. Folio.
(m ) Tberio-tropheum Silefite. Lignicii 1603. Quarto.
I n ) Stemmata Avium. Lipf. 1759. pag. 6. Tab. V. Qiiarto.
hem Avium prodromus. Lub. 1750. p. 31. &c..Vuarto. .
vérfchillende foorten zyn wy voorneemens op deeze uitgave te laa-
ten volgen. Men voege hier by het onderwerp deezer Verhandeling
, ’t welk mede twee voor-, en twee aehter-klaauwen heeft;
en weêrom anderen , met drie voor-, en eenen achter - klaauw
gewapend, ( gelyk de meefte Schryveren aan allen toefchryven ).
Zie daar, door welke oorzaak mogelyk het verfchil ontftaat.
De geftdtheid der voeten, oridertusfchen, van onzen inland-
fchen Ys-Vogel, (van welke foort ik thans een onlangs geftorve-
nen, voor my hebbe, die door de geweezene ftrenge koude op
het Ys dood gevonden is , ) blyft van deeze verfchillenheid uitgezonderd
, vermits die wezenlyk, drie voor-, en eenen agter-klaauw
heeft; en' t blykt hiér uit, dat Schwenkfeld , en K lein , voor al
niet van onachtzaamheid vry te fpreken zyn , door dien zy het
ftelfel der voeten , in deezen onzen gemeenen Ys-Vogel, niet beter
naagezien hebben.
Uit alle de verfcheidenheden, welken zich in de Vorftelyke verzameling,
en by de Schryvers bevinden, nevens die, welken ik
in andere Kabinetten gezien hebbe, dunkt my, dat de kenmerken
van dit geflacht het beft aldus bepaald worden.
Het hoofd is groot in evenredigheid van. het ligchaam, de hals
kort, de bek lang, breed, aan ’t grondbeginzel meeft regt en puntig
uitloopende, doch fomwyl, gelyk in deezen, wel wat neêrge-
boogen ; van boven, daksgewys , o f gelyk een omgekeerde A- De
voeten zyn kort, en tot over de dyën en kniën in de veeren verborgen,
De klaauwen zyn lang, en altoos, voor al de buitenften,
( ’t geen het befte kenmerk van dit geflacht oplevert) twee o f drie
leeden ver aan elkander vaft gegroeid, zo dat de voetzool zich aldaar
breed en plat vertoond. De ftaarten zyn onderfcheiden, doch
in de meeften zeer kort.
runner ons in ae oeuzeiacntige verteüels der Ouden in te laa-
ten, kan men met zekerheid dit volgende zeggen, ten opzicht der
leevenswyze van onze inlandfche Ys-Vogelen. Zy houden zich,
voor al in den broeityd, met paaren by een, en fchuuwen dus„
A. 3 irn