
6 B E S C H R Y V I N G v a n d e n
Ik noem Aap al wat zig met myne bepaaling ftrookt, en heet de
drie eerfte regt op gaande Aapen van de Heer Buffon, ftaartönt-
breekende Aapen, of, zo men wil, Menfchelyke Aap - foorten:
dus blyft men by de bekende benaaming, en dus onderfcheid mea
echter die drie verwonderende weezens, welken de hoogmoedige
gedachten, die de menfch van zich zelven heeft, geene geringe
paaien ftellen.
Het voorwerp van deeze verhandeling behoort tot de Sapajous
van den Heer Buffon , en is de Coaita van dien geleerden Schry-
ver O ) , welken hy te gelyk befchryft met den Exquima van
M arcgraaf, in meening zynde, ( ’t geen wy echter niet toeftem-
men, ) dat beiden deezen maar verfcheidenheden van ééne lbort.
zyn. De Heer L innéus heeft die, in zyn voorig Syftema , als
de zevende lbort, onder de benaaming van Panifcus ( t ) , en nu
in zyn laatft vernieuwd Syftema, onder dien zelfden naam, als de,
veertiende geplaatft Q k ). Brisson noemt hem Belzebuth ( 1) ,
en verfcheiden andere Schryvers fpreeken ’er van onder verfchillen-
de benaamingen, waar van ftraks nader.
Niemand heeft echter deezen Aap door eene goede afbeelding,
getragt op te helderen, dan de Heer Buffon ; doch wanneer men
het dier met die afbeelding vergelykt, zal men rafch, bemerken ,
dat het zelve, door den tekenaar, over het geheel wat te mager,,
het aangezicht te veel vooruitfteekende, en de fmoel te lang verbeeld
is. Barrere Qtn') noemd het daarom, in teegenftelling,
zeer wel, als hy zegt, het aangezicht naar den menfch gelykendez
want het weezen is in deeze foort veel platter als dat der Babouins.
en Guenons. Het is dan niet alleen om deeze reeden, dat wy dit;
hier zeldzaam voorkomende fchepzel op nieuw uitgeeven , maar
te
( b ) Tom. X V , p. i<5.
( i ) Edit. X. p. 26.
C£) Edit. XII.p. 37.
( l ) Ree. Anim. p. 211.
(m) Hijt. Nat. de la Trance Equin. p. 170. Cercopichecus major niger, faciein
liumanam referens.
A M E R IK A A N S C H E N B O S CH -D U IV E L . 7
te gelyk ter verdere voldoening van het ons voorgeftelde plan, by
het welk wy ook de ontbreekende gekoleurde afbeeldingen beloofd
hebben.
De geboorte-plaats van deeze Aap-foort is Surinamen. De Heer
Buffon noemt hem Coaita of Quoata, zeggende dat het dier dus
in Guiana genaamd word, en Chameck in Peru. In onze Volkplanting
noemt het de inlander Quatto ( » ) , of, zo als ik met
Barrere , liever zoude gelooven, Quoata, welke naam door ons
Volk in eene kleine verbaftering zal zyn gebracht, en uit welken
Quatto o f Quotoes, Quata enz., zal gebooren zyn. By de Hollanders
word dit dier Slinger-Aap geheetenf eene benaaming, welke
de kennelyke eigenfchap van het zelven volmaakt wel uitdrukt.
Anderen weêrom, min gelukkig om eene kennelyke eigenfchap in
den naam te mengen, noemen het Bofch - Duivel, waarfchynlyk
wegens zyne zwarte koleur, by welken het rofch of roodachtige
weezen aanmerkelyk affteekt.
Het grootfte kenmerk van deeze Aapen is het geheel ont-
breeken van, 4en duim aan de voorvoeten, welken alleen maar in
vier vingers verdeeld zyn; daar in tegendeel alle de overige Sapajous
van den Heer Buffon , gelyk de andere Aap-foorten, vy f vingers
aan alle de voeten hebben. Hunne tweede eigenfchap , ("waar
in alle de Sapajous min of meer overeenkomen ) beftaat in hunnen
alles aangrypenden ftaart, waar mede z y , gelyk de Elefant met
zyn fnuit, alles konnen aanvatten,, het geen voor al aan dit foort,
byzonder eigen is. Eenige jaaren geleeden zag ik deezen Aap
voor den eerftenmaal te Amfterdam , in de Diergaarde van den
Heer Bergmeyer. Hy was met een ketting en ring vaftgemaakt
aan een lang gefpannen koord , en wift zyn ftaart om dat
koord
(n) Quotto. van BeRkel, Amerikaanfcbe Voyagien, Amfi. 1655. 4to. QuotocsC
Bejcbryving van de Volkplantinge Suriname. Leeuwaarden 1718. 4to. Quotofes. Pis-
TORius Bifcbryvinge van de Colonie van Suriname. Amjt. 1703. 4to. Quata, en Negre
Anglois, zegt Mr. Fermin , Hijt. Nat. de la Hollande Eauinoxiale. Amk."n6e.
Ottavo. ’ ; , 'f ,