
N AT UUR LY K E HI S TORIE
V A N D E
AFRICAANSCHÉ GLAD-GESCHUBDE
W O R M - H A G E D I S.
DI T diertje, niét zeer gemeen in de Cabinettcn der Liefhebbers
voorkomende, is ons, onder anderen, voor eenigef
Jaaren van de Raap de Goede Hoop, door den overleeden Heer
Gouverneur T u l b a c h , toegezonden
Verfcheidé zo vroegè als Iaatéfe Schryvers' £«7 » hebben het
Zelve aangehaald, doch tot nog toe met geene goede- afbeelding |
opgehelderd;
De Ouden hebben ’er vry duifler van' gefprooken', de flaart'
te lang en te dun uitloopende afgebeeld, hun te groot gemaakt,
en de fchaadelyke eigenfchap gegeeven , als of hunne beete vergiftig
was , en verrotting in ,de wónd zoude brengen.' Dit is
echter nier waarfchynlyk, de kleeiiheid en het aanzien deezer
diertjes-, in aanmerking genomen; want verfcheiden die ik gezien ■
hebbe , waren alle zeer kleen. Men kent daarenboven het algemeen
en kwaad gerucht, waarin zelfs onze gemeene Inlandfche
Land- Hagedisjen \ als vergiftig, nog zyn hoewel .my het tegendeel
, door eigene ondervinding,, bekend is. De Beer L i n n é e ,
heeft-
C»> ImpER a Tps.c l ï i j l . Naturalis pag', 917. Ccecïlia major.
A ldrovandus . Quad.digit. vivip. pag.‘638. LacertaCÉalcidlcaS-
C oi/ümna.'. Ëxpr. I . pag. 35. tak 3$.- Lacerta Cialcidica.-
R aj . Q uad. pag. 272. utjupra.’
G rono-vius. Zoopbylacü pag.' 11. .IV*.-43. Scincus'.
L innée. S y ft . N a t . pag. 389. Cbalcidis.
Houttuin. Natuurlyke Iiijtons der Dierent I, Déél 6. Stukïladz. t24d